De resultaten van juni 2025
Waardering ChatGPT 4o
Waardering ChatGPT 4.1 mini
Waardering Claude
Waardering Gemini
Waardering Deepseek
Waardering Qwen
Casus
Zien de inspannings- en aanzegverplichting uit het arrest Max-Planck conform het Nederlandse arbeidsrecht ook op vakantie die is opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan? Het antwoord is bedoeld voor juristen.
Het antwoord van ChatGPT 4o
Ja, de inspannings- en aanzegverplichtingen uit het arrest Max-Planck Gesellschaft tegen Tetsuji Shimizu (C-684/16) gelden ook in het Nederlandse arbeidsrecht voor wettelijke vakantiedagen die zijn opgebouwd tijdens een jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan. Dit antwoord is gebaseerd op een combinatie van:
- Uitleg van het EU-recht door het HvJ EU in Max-Planck,
- Nederlandse wetgeving en rechtspraak (onder meer van de Hoge Raad), en
- De richtlijnconforme interpretatieplicht van nationale rechters.
Kern van het arrest Max-Planck (C-684/16):
In dit arrest bepaalde het Hof van Justitie van de EU dat:
- De vervaltermijn van wettelijke vakantiedagen (normaliter 6 maanden na het kalenderjaar van opbouw, zie artikel 7 lid 2 Richtlijn 2003/88/EG) niet automatisch mag ingaan als de werknemer door de werkgever niet daadwerkelijk in staat is gesteld vakantie op te nemen.
- De werkgever moet de werknemer tijdig en transparant informeren over het bestaan en verval van vakantiedagen.
- Deze verplichting geldt ook bij langdurige arbeidsongeschiktheid, tenzij de werknemer zelfstandig (ondanks adequate voorlichting) geen vakantie opneemt.
Nederlandse rechtspraktijk en wetgeving:
In Nederland is de regeling rond vakantiedagen vastgelegd in artikel 7:634-645 BW. Volgens artikel 7:640a BW vervallen wettelijke vakantiedagen 6 maanden na het jaar van opbouw, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest om vakantie op te nemen.
De Nederlandse wet kent dus al een hardheidsclausule, maar na Max-Planck moeten rechters de wet richtlijnconform uitleggen, met inachtneming van de inspannings- en informatieplicht van de werkgever.
Relevante Nederlandse rechtspraak:
- HR 3 mei 2019 (ECLI:NL:HR:2019:707): De Hoge Raad bevestigt dat werkgevers een actieve informatieplicht hebben met betrekking tot verval van vakantiedagen.
- Diverse lagere rechtspraak toont dat werkgevers in het geval van langdurige ziekte eveneens expliciet moeten aanzeggen dat opgebouwde vakantiedagen kunnen vervallen als ze niet tijdig worden opgenomen.
Conclusie:
De inspannings- en aanzegverplichting uit het arrest Max-Planck geldt dus ook voor vakantiedagen die zijn opgebouwd in een jaar waarin de werknemer langdurig arbeidsongeschikt is geraakt. Indien de werkgever in dat kalenderjaar of vóór het verstrijken van de vervaltermijn:
- de werknemer niet op duidelijke wijze heeft geïnformeerd over zijn aanspraken,
- en geen gelegenheid heeft geboden tot opname van vakantie,
dan kunnen de opgebouwde vakantiedagen niet vervallen, ondanks het verstrijken van de vervaltermijn van zes maanden.
Bronnen:
- HvJ EU 6 november 2018, C-684/16 (Max-Planck Gesellschaft/Shimizu)
- Richtlijn 2003/88/EG (Arbeidstijdenrichtlijn)
- BW 7:634 e.v., m.n. art. 7:640a BW
- HR 3 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:707
Laat me weten als je een voetnotenapparaat, annotatie of casusanalyse wil voor intern gebruik of publicatie.
Het antwoord van ChatGPT 4.1 mini
De vraag of de inspannings- en aanzegverplichting uit het arrest Max-Planck ook geldt voor vakantiedagen die zijn opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan, en hoe dit zich verhoudt tot het Nederlandse arbeidsrecht, vergt een juridische analyse op basis van zowel Europees recht als nationale regelgeving.
Context arrest Max-Planck (HvJ EU, C-619/19)
Het arrest Max-Planck betreft de uitleg van het Europese kader van het recht op jaarlijkse vakantie en de doorbetaling daarvan tijdens langdurige ziekte. De Hoge Raad en het HvJ EU stellen onder meer:
- De werkgever heeft een inspanningsverplichting om de werknemer tijdig aan te spreken en te informeren over de vakantie-uren die dreigen te vervallen.
- De werkgever moet de werknemer actief aanzeggen dat de vakantie moet worden opgenomen binnen een bepaalde termijn, om verval te voorkomen.
- Dit betreft niet alleen de wettelijke minimale vakantiedagen (4x de arbeidsduur per week), maar ook bovenwettelijke dagen kunnen onder dit regime vallen.
Toepassing op vakantie opgebouwd tijdens langdurige ziekte
- Uit het arrest blijkt dat vakantie die is opgebouwd tijdens ziekte niet automatisch verloren gaat; de werkgever dient deze vakantie tijdig aan te geven en de werknemer gelegenheid te geven deze op te nemen.
- Dit geldt ook voor vakantiedagen die zijn opgebouwd in het jaar waarin de werknemer langdurig ziek is geworden.
Nederlandse arbeidsrechtelijke grondslag
- Artikel 7:640a BW bepaalt dat wettelijke vakantiedagen na 6 maanden vervallen, tenzij de werknemer niet in staat was om vakantie op te nemen (bijvoorbeeld door ziekte).
- De jurisprudentie van de Hoge Raad sluit aan bij het Max-Planck-arrest en bevestigt dat werkgevers een aanzegverplichting hebben, ook ten aanzien van wettelijke vakantie die is opgebouwd tijdens ziekte.
- Voor bovenwettelijke vakantie is in Nederland geen wettelijke vervaltermijn, maar wel kan de arbeidsovereenkomst of CAO een vervalregeling bevatten. De aanzegverplichting geldt ook hier, om verlies te voorkomen.
Conclusie
Ja, de inspannings- en aanzegverplichting uit het arrest Max-Planck geldt ook voor vakantie die is opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan. Dit volgt uit de combinatie van:
- Europese jurisprudentie (HvJ EU Max-Planck).
- Nederlandse arbeidsrechtelijke bepalingen (artikel 7:640a BW).
- Hoge Raad jurisprudentie die bevestigt dat de werkgever actief moet toezien op opname en tijdige aanzegging van vakantiedagen, ook bij langdurige ziekte.
Kernpunten voor juristen
- Werkgevers dienen werknemers, ook tijdens langdurige ziekte, tijdig te informeren over de (wettelijke én bovenwettelijke) vakantie-uren die dreigen te vervallen.
- Vakantie opgebouwd tijdens ziekte wordt niet automatisch verbeurd; de werkgever moet actief aanzeggen en stimuleren opname.
- De combinatie van Europese richtlijnen en nationale wetgeving versterkt de bescherming van de werknemer tegen verlies van vakantie tijdens ziekte.
Heb je behoefte aan specifieke jurisprudentie of een voorbeeld van een praktijkcasus hierover?
Het antwoord van Claude
Antwoord:
Ja, de inspannings- en aanzegverplichting uit het Max-Planck-arrest (HvJ EU 6 november 2018, C-684/16) zijn naar Nederlands arbeidsrecht ook van toepassing op wettelijke vakantiedagen die zijn opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan.
Juridische grondslag van dit antwoord:
- Europese rechtspraak (Max-Planck-arrest) Het Hof van Justitie van de EU heeft in het Max-Planck-arrest bepaald dat een werknemer het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon niet automatisch mag verliezen enkel vanwege het verstrijken van de referentieperiode, tenzij de werkgever heeft aangetoond dat: – De werknemer daadwerkelijk in staat was zijn vakantiedagen op te nemen; én – De werkgever de werknemer actief en transparant heeft geïnformeerd over het risico van verval van vakantiedagen.
- Nederlandse implementatie De Hoge Raad heeft in lijn met de Europese rechtspraak bepaald dat wettelijke vakantiedagen niet automatisch vervallen als de werkgever niet voldoet aan de informatie- en zorgplichten uit het Max-Planck-arrest (HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:522).
- Vakantie-opbouw tijdens ziekte Ook als u ziek bent bouwt u verlofdagen op. Deze opbouw geschiedt conform artikel 7:635 lid 4 BW ongeacht het moment waarop de ziekte in het kalenderjaar is ontstaan.
- Werkgeversverplichtingen bij langdurige ziekte De werkgever moet de werknemer tijdig en precies informeren dat de vakantiedagen komen te vervallen wanneer de werknemer deze niet op tijd opneemt. Dit wordt ook wel de aanzegplicht genoemd. De werkgever heeft een informatieplicht: hij moet jou tijdig en regelmatig informeren over de vervaltermijn en verjaringstermijn van je vakantiedagen.
Conclusie voor de praktijk: De ratio is dat artikel 7 van Richtlijn 2003/88/EG (Arbeidstijdenrichtlijn) geen onderscheid maakt naar het moment waarop vakantierechten zijn opgebouwd in relatie tot het ontstaan van arbeidsongeschiktheid. Het beschermende karakter van het Unierecht strekt zich daarom uit tot alle conform EU-recht opgebouwde wettelijke vakantiedagen.
Voor werkgevers betekent dit dat zij ook ten aanzien van vakantiedagen die zijn opgebouwd in het jaar waarin langdurig ziekteverlof is aangevangen, moeten voldoen aan de inspannings- en aanzegverplichting om verval van deze dagen te kunnen inroepen.
Het antwoord van Gemini
Ja, de inspannings- en aanzegverplichting uit het Max-Planck-arrest (HvJ EU 6 november 2018, C-684/16) zien conform het Nederlandse arbeidsrecht ook op wettelijke vakantiedagen die zijn opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan.
Onderbouwing:
Europeesrechtelijke grondslag (Max-Planck-arrest en Arbeidstijdenrichtlijn):
- Het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon is een fundamenteel recht neergelegd in artikel 7 van Richtlijn 2003/88/EG (Arbeidstijdenrichtlijn) en artikel 31 lid 2 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
- Het Hof van Justitie van de EU heeft in het Max-Planck-arrest en eerdere arresten (zoals Schultz-Hoff en Neidel) duidelijk gemaakt dat een werknemer het recht op jaarlijkse vakantie niet automatisch mag verliezen enkel door het verstrijken van de referentieperiode of een vervaltermijn. Dit is in het bijzonder van belang wanneer de werknemer niet in staat is geweest om de vakantie op te nemen, bijvoorbeeld door langdurige ziekte.
- De werkgever heeft een inspannings- en aanzegverplichting: de werkgever moet de werknemer daadwerkelijk in staat stellen om vakantie op te nemen en de werknemer actief en transparant informeren over het risico van verval van vakantiedagen. Als de werkgever hier niet aan voldoet, kunnen vakantiedagen in beginsel niet vervallen.
Nederlandse implementatie en jurisprudentie:
- Opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte: In Nederland bouwt een arbeidsongeschikte werknemer gedurende zijn gehele ziekteperiode wettelijke vakantiedagen op, zolang er recht op loon bestaat (artikel 7:635 BW). Dit geldt ook voor langdurige ziekte.
- Verval van vakantiedagen (artikel 7:640a BW): Artikel 7:640a BW bepaalt dat de wettelijke vakantiedagen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, vervallen, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. De Hoge Raad heeft in lijn met de Europese jurisprudentie geoordeeld dat deze uitzondering van toepassing is wanneer de werkgever niet heeft voldaan aan zijn inspannings- en aanzegverplichtingen uit het Max-Planck-arrest. Dit betekent dat bij langdurige ziekte, indien de werkgever de werknemer niet tijdig en duidelijk heeft gewezen op de mogelijkheid om vakantie op te nemen en het risico van verval, de vakantiedagen niet zomaar vervallen.
- Verjaring (artikel 7:642 BW): Voor zowel wettelijke als bovenwettelijke vakantiedagen geldt een verjaringstermijn van vijf jaar. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat deze verjaringstermijn buiten toepassing moet blijven als de werknemer gedurende die periode redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen, bijvoorbeeld door ziekte. Dit is eveneens in lijn met de beschermingsgedachte van het Unierecht.
Nuancering voor bovenwettelijke vakantiedagen:
De beschermingsregels die voortvloeien uit het Max-Planck-arrest en de Arbeidstijdenrichtlijn zien primair op de minimumaanspraak op vakantie (vier weken, conform artikel 7 Arbeidstijdenrichtlijn, geïmplementeerd in artikel 7:634 BW voor wat betreft de opbouw en 7:640a BW voor wat betreft het verval). Voor bovenwettelijke vakantiedagen kunnen in beginsel afwijkende afspraken worden gemaakt in de arbeidsovereenkomst of cao, voor zover deze niet strijdig zijn met dwingend recht of de goede zeden. Echter, ook voor bovenwettelijke vakantiedagen geldt de verjaringstermijn van vijf jaar (artikel 7:642 BW).
Conclusie:
De inspannings- en aanzegverplichting uit het Max-Planck-arrest strekken zich in het Nederlandse arbeidsrecht uit tot wettelijke vakantiedagen die zijn opgebouwd tijdens een periode van langdurig ziekteverlof. Dit is gebaseerd op de uitleg van de Arbeidstijdenrichtlijn door het Hof van Justitie van de EU en de daaropvolgende implementatie en interpretatie in de Nederlandse wetgeving (met name artikel 7:640a BW) en jurisprudentie van de Hoge Raad. Werkgevers moeten zich bewust zijn van deze verplichting om te voorkomen dat opgebouwde vakantiedagen van zieke werknemers niet kunnen vervallen.
Het antwoord van Deepseek
Het arrest Max-Planck (HvJ EU 6 november 2018, C-684/16) heeft belangrijke gevolgen voor de Nederlandse arbeidsrechtelijke regels rondom vakantiedagen en langdurige ziekte. In dit arrest oordeelde het Hof van Justitie van de EU dat:
- Vakantiedagen blijven opbouwen tijdens ziekte (in strijd met de toenmalige Nederlandse regel dat na 6 maanden ziekte geen nieuwe vakantiedagen meer ontstonden).
- De werkgever heeft een actieve aanzeg- en inspanningsverplichting om de werknemer te wijzen op het verval van vakantiedagen (art. 7:640 lid 5 BW).
Toepassing op vakantie opgebouwd tijdens ziektejaar
Ja, de inspannings- en aanzegverplichting geldt ook voor vakantiedagen die zijn opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof ontstond. Dit volgt uit:
- Max-Planck: Het Hof benadrukt dat werknemers tijdens ziekte recht hebben op doorbetaling én opbouw van vakantie, en dat verval alleen mogelijk is als de werkgever actief heeft gewaarschuwd.
- Implementatie in Nederlands recht: Na Max-Planck is art. 7:640 lid 5 BW in lijn gebracht met de EU-richtlijn (Richtlijn 2003/88/EG), waarbij de werkgever moet aantonen dat hij de werknemer heeft gewezen op het verval van vakantiedagen.
Juridische basis
Arrest Max-Planck (C-684/16):
- Het Hof oordeelde dat een nationale regel die het recht op vakantie na een bepaalde ziekteduur beperkt, in strijd is met EU-recht.
- Vakantiedagen mogen alleen vervallen als de werkgever de werknemer actief en tijdig informeert over het risico van verval.
Aanpassing Nederlands recht (art. 7:640 BW):
- Vóór Max-Planck gold in Nederland dat na 6 maanden ziekte geen nieuwe vakantiedagen meer opbouwden (art. 7:640 lid 3 BW oud).
- Nu moet de werkgever altijd inspannen om de zieke werknemer te wijzen op het verval van vakantiedagen (uiterlijk voor het einde van het jaar of de vervaltermijn).
Rechtspraak na Max-Planck:
- Nederlandse rechters passen de aanzegverplichting consequent toe, ook voor vakantiedagen opgebouwd tijdens ziekte (bijv. Rb. Amsterdam 30 september 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:4866).
Conclusie
De inspannings- en aanzegverplichting geldt ook voor vakantiedagen opgebouwd tijdens het ziektejaar, omdat:
- Max-Planck geen onderscheid maakt tussen “oude” en “nieuwe” vakantiedagen;
- Het Nederlandse recht (art. 7:640 BW) nu volledig in lijn is met EU-recht;
- De werkgever moet altijd actief waarschuwen, ongeacht of de vakantie voor of tijdens ziekte is opgebouwd.
Let op: Als de werkgever niet tijdig waarschuwt, vervallen de vakantiedagen niet en moeten ze mogelijk worden uitbetaald bij einde dienstverband (art. 7:640 lid 7 BW).
Bronnen
- HvJ EU 6 november 2018, C-684/16 (Max-Planck)
- Art. 7:640 lid 5 BW
- Richtlijn 2003/88/EG (Arbeidstijdenrichtlijn)
- Parlementaire geschiedenis (MvT Wijziging art. 7:640 BW, Kamerstukken 2018-2019)
- Rechtspraak (o.a. Rb. Amsterdam 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:4866)
Dit antwoord is bedoeld voor juristen en gaat uit van de huidige stand van het recht (juni 2024).
Het antwoord van Qwen
Ja, de inspannings- en aanzegverplichting uit het arrest Max-Planck (HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:563) geldt ook voor vakantie die is opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan. Dit geldt binnen het kader van het Nederlandse arbeidsrecht, met name in relatie tot de rechtspositie van werknemers in ziektetoestand en hun plichten jegens de werkgever.
Korte samenvatting arrest Max-Planck
In het arrest Max-Planck stelde de Hoge Raad dat een werknemer in langdurig ziekteverlof niet automatisch recht heeft op verjaring van vakantiedagen die zijn opgebouwd gedurende het betrokken kalenderjaar. De werkgever moet actief handelen om te bepalen of deze vakantiedagen nog kunnen worden genomen, en daartoe contact opnemen met de werknemer. Hieruit volgt de zogenaamde inspannings- en aanzegverplichting van de werkgever: de werkgever moet zich inspannen om de werknemer vakantie te laten nemen én de werknemer moet daartoe worden aangemaand.
Toepassing op vakantie opgebouwd tijdens jaar van langdurig ziekteverlof
De uitspraak in Max-Planck gaat specifiek over vakantie die is opgebouwd in het kalenderjaar waarin de werknemer langdurig verhinderd is gesteld door ziekte . In dergelijke gevallen geldt dus:
- De werknemer bouwt alsnog vakantie op, omdat hij/zij in loondoorbetaling verhinderd is.
- Die vakantie vervalt niet automatisch aan het einde van het kalenderjaar.
- De werkgever heeft een actieve rol : hij moet onderzoeken of de werknemer in staat is vakantie op te nemen en hem daartoe aanzeggen.
- Indien de werkgever dit niet doet, kan de werknemer na verloop van tijd aanspraak maken op schadevergoeding wegens onopgenomen vakantie.
Dit geldt dus ook als de werknemer gedurende het gehele kalenderjaar ziek is geweest – mits er sprake was van verzuim met loonkosten door de werkgever (bijv. wettelijk of contractueel doorbetaalde ziekte).
⚖️ Juridische grondslag en literatuurondersteuning
Arrest Max-Planck (HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:563)
Het arrest is gebaseerd op de interpretatie van:
- Richtlijn 2003/88/EG (over werktyden en vakantie),
- Artikel 7:619 BW (verjaring vakantierecht),
- En artikel 7:620 BW (uitkering bij onbenutte vakantie bij eindiging arbeidsovereenkomst).
De Hoge Raad benadrukte dat het Europees Hof (via het arrest Schultz-Hoff e.a., C-35/06 en C-52/06) heeft vastgesteld dat een werknemer die door ziekte geen gebruik kon maken van vakantie, dit recht niet mag verliezen tenzij de werkgever actief mogelijkheden biedt om vakantie op te nemen.
Ministeriële regeling Arbeidstijd (Besluit arbeidstijd EU-vakantierichtlijn)
De implementatie van de EU-richtlijn in nationaal recht geschiedt via het Besluit arbeidstijd. Hoewel dit besluit niet expliciet ingaat op ziekmelding, vormt het de basis voor het vakantierecht van werknemers die in loondoorbetaling verhinderd zijn.
Literatuur en jurisprudentie
- Van der Vegt, Vacation Rights and Sickness Absence , in diverse juridische tijdschriften.
- Arrest HR 15 maart 2019 (ECLI:NL:HR:2019:440) — arrest Zorgcentrum ‘s-Gravenland — waarin de Hoge Raad vergelijkbare beginselen toepast.
- Jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie (bijv. Schultz-Hoff, KHS en ander arresten) vormt de grondslag voor het niet automatisch verjaren van vakantierechten bij ziekte.
✅ Conclusie voor juristen
Ja , de inspannings- en aanzegverplichting uit het arrest Max-Planck geldt ook voor vakantie die is opgebouwd tijdens het jaar waarin een werknemer langdurig ziekteverlof had. De werkgever moet actief onderzoeken of de werknemer in staat is vakantie op te nemen en hem daartoe aanzeggen. Dit is gebaseerd op het arrest Max-Planck, de EU-vakantierichtlijn, de relevante artikelen van het BW, en verdere rechtspraak van het Europese en nationale Hof.
Voor de praktijk betekent dit dat werkgevers verplicht zijn om tijdens langdurige ziekmelding (met doorbetaling) contact te houden met de werknemer en te inventariseren of vakantie alsnog kan worden opgenomen, om te voorkomen dat zij later aanspraak kunnen maken op schadevergoeding vanwege onopgenomen vakantie.
Wil je dit antwoord in een memo- of proces-verbaalvorm? Laat het gerust weten.