Huurrecht
De resultaten van mei 2025
Waardering ChatGPT 4o
Waardering ChatGPT 4.1 mini
Waardering Claude
Waardering Gemini
Waardering Deepseek
Waardering Qwen
Casus
Heeft de verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, op grond van het Nederlandse recht wel aanspraak op de wettelijke rente? Wat is hiervoor de grondslag? Het antwoord is bedoeld voor juristen.
Het antwoord van ChatGPT 4o
Ja, een verhuurder wiens algemene voorwaarden een oneerlijk (en dus niet-bindend) rentebeding bevatten, kan op grond van het Nederlandse recht wél aanspraak maken op de wettelijke rente, mits aan de wettelijke vereisten daarvoor is voldaan. De grondslag hiervoor is artikel 6:119 BW (wettelijke rente bij niet-handelstransacties) of artikel 6:119a BW (wettelijke handelsrente bij handelsovereenkomsten).
⚖️ Grondslag: wettelijke rente ondanks nietige contractuele rente
Wanneer een contractueel rentepercentage als ‘oneerlijk beding’ in de zin van Richtlijn 93/13/EEG wordt aangemerkt, leidt dit op grond van artikel 6:233 sub a BW tot vernietigbaarheid (en dus buiten toepassing) van dat beding.
Volgens vaste rechtspraak van het HvJEU (o.a. Banco Español de Crédito, C-618/10) mag een onredelijk beding niet worden vervangen door een rechter met een ander beding, tenzij volledige nietigheid van de overeenkomst zou volgen. In beginsel wordt dan teruggevallen op het nationale recht.
In het Nederlandse recht betekent dit:
Als het contractuele rentepercentage in algemene voorwaarden vernietigd wordt, dan is er geen contractuele rente meer verschuldigd. Dat betekent echter niet dat helemaal geen rente verschuldigd is.
De wettelijke rente (art. 6:119 of 6:119a BW) treedt in dat geval van rechtswege in werking vanaf het moment van verzuim. Dit is een wettelijke sanctie op te late betaling, los van enige contractuele afspraak.
Relevant onderscheid
Grondslag | Toepassing | Rente |
Contractueel beding (in AV) | Indien geldig | Afgesproken rente |
Contractueel beding (oneerlijk/vernietigd) | Niet van toepassing | Géén contractuele rente |
Wettelijke bepaling (6:119/6:119a BW) | Altijd bij verzuim | Wettelijke (handels)rente |
Rechtspraak en literatuur
- HvJEU 14 juni 2012, C-618/10 (Banco Español de Crédito): rechter mag onredelijk beding niet vervangen, maar terugvallen op nationaal recht.
- HR 25 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU4043: wettelijke rente is verschuldigd bij verzuim, onafhankelijk van een contractueel rentepercentage.
- Zie ook Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-III 2021/432 e.v. over vervanging van nietige bedingen en werking van wettelijke rente.
✅ Conclusie
Ja, ook als een rentebeding in algemene voorwaarden oneerlijk is en dus vernietigd wordt, heeft de verhuurder in beginsel wél aanspraak op de wettelijke rente, mits aan de vereisten van verzuim is voldaan. De grondslag daarvoor ligt in artikel 6:119 BW (of 6:119a BW bij handelstransacties) en geldt onafhankelijk van het contractuele beding. Het is dus een minimale rentevergoeding die voortvloeit uit het algemene verbintenissenrecht.
Laat me weten als je dit juridisch in een procesrechtelijke context of in verhouding tot consumentenbescherming verder uitgewerkt wilt hebben.
Het antwoord van ChatGPT 4.1 mini
Onder het Nederlandse recht kan de vraag of een verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, toch aanspraak heeft op wettelijke rente, als volgt worden beantwoord.
Oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden
- Op grond van artikel 6:233 BW zijn bedingen in algemene voorwaarden die onredelijk bezwarend zijn voor de wederpartij nietig of vernietigbaar.
- Een rentebeding kan als ‘oneerlijk’ worden aangemerkt als het bijvoorbeeld leidt tot een buitensporige rentevergoeding of niet voldoet aan de wettelijke criteria (bijvoorbeeld onduidelijkheid of strijd met dwingend recht).
- Indien een rentebeding ongeldig is verklaard, geldt het beding in principe niet.
Aanspraak op wettelijke rente ondanks ongeldig rentebeding
- Wettelijke rente vloeit voort uit artikel 6:119 BW (wanprestatie) en artikel 6:127 BW (vertraagde betaling), ongeacht de inhoud van het contractuele rentebeding.
- Dit betekent dat ook zonder geldig contractueel rentebeding de schuldeiser aanspraak kan maken op de wettelijke rente over het bedrag dat zij toekomt als gevolg van wanbetaling.
- Het failleren van het specifieke rentebeding in de algemene voorwaarden sluit de mogelijkheid niet uit om wettelijke rente te vorderen.
Jurisprudentie en literatuur
- De Hoge Raad heeft in diverse arresten bevestigd dat de wettelijke rente van rechtswege verschuldigd is bij verzuim van de schuldenaar, ook zonder expliciete contractuele renteafspraak (HR 17 juni 1986, NJ 1986/703).
- Indien een contractueel rentebeding wordt vernietigd wegens onredelijkheid, laat dit de werking van de wettelijke rente onverminderd.
Conclusie
De verhuurder kan op grond van het Nederlandse recht wel aanspraak maken op wettelijke rente, ook als het rentebeding in zijn algemene voorwaarden ‘oneerlijk’ en dus nietig of vernietigbaar is. De grondslag hiervoor is de wettelijke rentevergoeding ex artikel 6:119 en 6:127 BW, die onafhankelijk staat van de geldigheid van contractuele afspraken.
Wil je dat ik een tekst uitwerk met concrete voorbeelden uit de rechtspraak of specifieke literatuurverwijzingen?
Het antwoord van Claude
Aanspraak verhuurder op wettelijke rente na nietigheid oneerlijk contractueel rentebeding
- Probleemstelling
Wanneer een contractueel rentebeding in algemene voorwaarden als ‘oneerlijk’ wordt aangemerkt en derhalve nietig is, rijst de vraag of de verhuurder nog aanspraak kan maken op de wettelijke rente. Deze vraag bevindt zich op het snijvlak van het Europese consumentenrecht en het Nederlandse verbintenissenrecht.
- Juridisch kader
- Ambtshalve toetsing oneerlijke bedingen
Europese normering
- Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten
- Art. 6 lid 1 Richtlijn 93/13/EEG: oneerlijke bedingen zijn niet bindend voor de consument
- HvJ EU 30 mei 2013, C-488/11 (Asbeek Brusse/Jahani): verhuurder-huurder relaties vallen onder de Richtlijn
- HvJ EU 14 juni 2012, C-618/10 (Banco Español de Crédito): nationale rechter moet oneerlijke bedingen ambtshalve toetsen
Nederlandse implementatie
- Art. 6:233 sub a BW: vernietigbaarheid onredelijk bezwarende bedingen
- Art. 6:236 sub i BW (“zwarte lijst”): bedingen die de wettelijke rente met meer dan 5 procentpunten verhogen
- Art. 6:237 sub i BW (“grijze lijst”): bewijsvermoeden onredelijk bezwarend bij andere rentebedingen
- Gevolgen van vernietiging/nietigheid rentebeding
Europese jurisprudentie
- HvJ EU 21 januari 2015, C-482/13, C-484/13, C-485/13 en C-487/13 (Unicaja Banco): nationale rechter moet oneerlijk beding buiten toepassing laten
- HvJ EU 30 april 2014, C-26/13 (Kásler): beginsel van geen contractswijziging door rechter
- HvJ EU 3 oktober 2019, C-260/18 (Dziubak): vervanging door nationaal recht mogelijk indien overeenkomst anders niet kan voortbestaan
Nederlandse jurisprudentie
- HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691 (Heesakkers/Voets): ambtshalve toetsing ook in verstekzaken
- HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:340: geen gematigde toepassing van oneerlijk beding
III. Aanspraak op wettelijke rente na nietigheid contractueel rentebeding
- Hoofdregel: aanvullend recht treedt in werking
Na nietigheid van het oneerlijke rentebeding treedt het regelend recht in werking, waardoor de verhuurder in beginsel aanspraak kan maken op de wettelijke rente. Dit volgt uit:
Wettelijke grondslag
- Art. 6:119 BW: recht op wettelijke rente bij vertraging in betaling geldsom
- Art. 6:120 BW jo. art. 1 Besluit wettelijke rente: hoogte wettelijke rente
- Art. 6:248 lid 1 BW: aanvullende werking redelijkheid en billijkheid
Jurisprudentiële bevestiging
- HR 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1830: na vernietiging boetebeding treedt wettelijke schadevergoedingsregeling in werking
- Hof ‘s-Hertogenbosch 9 mei 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:2030: na nietigheid contractuele rente wel aanspraak op wettelijke rente
Europese bevestiging
- HvJ EU 7 augustus 2018, C-96/16 en C-94/17 (Banco Santander): vervanging door nationaal regelend recht toegestaan
- HvJ EU 21 januari 2015, C-482/13 e.a. (Unicaja Banco): aanvullend recht mag worden toegepast
- Voorwaarden voor aanspraak op wettelijke rente
De verhuurder heeft aanspraak op wettelijke rente indien:
Verzuimvereiste is vervuld
- Art. 6:81 BW: verzuim vereist voor verschuldigdheid wettelijke rente
- Art. 6:82 BW: ingebrekestelling in beginsel noodzakelijk
- Art. 6:83 sub a BW: geen ingebrekestelling vereist bij termijnbetaling
Causaal verband tussen tekortkoming en renteschade
- Wettelijke rente is gefixeerde schadevergoeding (Art. 6:119 lid 1 BW)
- HR 14 januari 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR0220: wettelijke rente compenseert renteschade
Geen verlies verzuimbescherming door onredelijk rentebeding
- HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1800: gedrag verhuurder bij rentebeding kan relevant zijn voor verzuimvraag
- Hof Amsterdam 10 september 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2858: oneerlijk beding staat niet aan verzuim in de weg
- Ingangsdatum wettelijke rente
Hoofdregel
- Art. 6:119 BW: vanaf moment van verzuim
- HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1198: geen terugwerkende kracht tot moment vóór verzuim
Bijzondere situaties
- Art. 6:83 BW: gevallen waarin geen ingebrekestelling nodig is
- HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:935: wettelijke rente kan ook over periode vóór dagvaarding verschuldigd zijn
- Uitzonderingssituaties en beperkingen
- Mogelijke beperkingen aanspraak wettelijke rente
Beperkende werking redelijkheid en billijkheid
- Art. 6:248 lid 2 BW: onaanvaardbaarheid beroep op wettelijke rente
- Hof ‘s-Hertogenbosch 23 maart 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:888: verhuurder die structureel oneerlijke bedingen hanteert kan recht op wettelijke rente verliezen
Afschrikwekkende werking
- HvJ EU 14 juni 2012, C-618/10 (Banco Español): sanctie moet afschrikwekkend zijn
- HvJ EU 21 december 2016, C-154/15 e.a. (Gutiérrez Naranjo): nationale praktijk mag niet effectiviteit Richtlijn 93/13 ondergraven
- Kantonrechter Amsterdam 15 juni 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:4069: ontzeggen wettelijke rente als sanctie
- Specifieke huurrechtelijke aspecten
Betalingstermijnen huur
- Art. 7:212 BW: periodieke huurbetalingen meestal bij vooruitbetaling
- Art. 6:83 sub a BW: verzuim zonder ingebrekestelling
- HR 4 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1528: huur als resultaatsverbintenis
Consumentenhuur vs. bedrijfsruimte
- Richtlijn 93/13/EEG: alleen van toepassing op consumentenovereenkomsten
- Art. 6:233 sub a BW j° 6:235 lid 1 BW: reflexwerking mogelijk bij bedrijfshuur
- HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:315: differentiatie naar type huurder
- Conclusie
De verhuurder heeft, ondanks de nietigheid van een oneerlijk contractueel rentebeding, in beginsel aanspraak op de wettelijke rente op grond van het aanvullende karakter van het wettelijk verbintenissenrecht. Specifiek:
Juridische grondslag:
- Art. 6:119 BW (wettelijke rente) in combinatie met
- Art. 6:74 en 6:81 e.v. BW (wanprestatie en verzuim)
- Art. 6:248 lid 1 BW (aanvullende werking redelijkheid en billijkheid)
Voorwaarden:
- Huurder moet in verzuim zijn
- Verzuim is niet weggenomen door nietigheid rentebeding
- Conform doelstellingen Richtlijn 93/13/EEG (geen contractswijziging maar verwijdering oneerlijk beding)
Beperkingen:
- Gedrag verhuurder kan via 6:248 lid 2 BW beroep op wettelijke rente beperken
- Structureel gebruik van oneerlijke bedingen kan reden zijn rente te ontzeggen op basis van effectiviteitsbeginsel
Deze conclusie sluit aan bij zowel de Nederlandse systematiek van het verbintenissenrecht als bij de jurisprudentie van het HvJ EU inzake oneerlijke bedingen.
Het antwoord van Gemini
Het antwoord op deze vraag is nee, de verhuurder heeft in beginsel geen aanspraak op de wettelijke rente indien de algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten.
Grondslag:
Deze conclusie is gebaseerd op de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (de Richtlijn) en de implementatie hiervan in het Nederlandse recht, met name in artikel 6:233 sub a BW (dat een beding in algemene voorwaarden dat onredelijk bezwarend is, vernietigbaar verklaart) en de daaropvolgende jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU).
De kern van de redenering is als volgt:
- Toepasselijkheid op huurovereenkomsten: De Richtlijn is van toepassing op huurovereenkomsten voor woonruimte die worden gesloten tussen een professionele verhuurder en een consument-huurder (zie o.a. de overwegingen in diverse uitspraken van Nederlandse rechtbanken en het HvJEU).
- Ambtshalve toetsing: De nationale rechter is gehouden om ambtshalve te toetsen of een beding in algemene voorwaarden oneerlijk is in de zin van de Richtlijn (zie o.a. HvJEU 6 oktober 2009, C-40/08, Asturcom Telecomunicaciones).
- Gevolg van een oneerlijk beding: Indien de rechter vaststelt dat een rentebeding in de algemene voorwaarden oneerlijk is, dient hij dit beding buiten toepassing te laten dan wel te vernietigen. Het HvJEU heeft herhaaldelijk geoordeeld dat een oneerlijk beding de consument niet bindt (artikel 6 lid 1 van de Richtlijn) en dat de nationale rechter niet bevoegd is om het oneerlijke beding te matigen of aan te passen (zie o.a. HvJEU 14 juni 2012, C-618/10, Banco Español de Crédito).
- Geen terugval op nationaal recht: Indien het contractueel bedongen rentebeding als oneerlijk wordt aangemerkt en buiten toepassing wordt gelaten, kan de verhuurder niet alsnog aanspraak maken op de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW. Het HvJEU heeft namelijk geoordeeld dat de bescherming van de consument die de Richtlijn beoogt te bieden, niet mag worden ondermijnd door de toepassing van een bepaling van nationaal recht die de gevolgen van een oneerlijk beding zou neutraliseren of afzwakken (zie o.a. HvJEU 21 december 2016, C-154/15, C-307/15 en C-308/15, Gutierrez Naranjo).
Conclusie voor juristen:
Een verhuurder die een oneerlijk rentebeding in zijn algemene voorwaarden hanteert jegens een consument-huurder, kan geen aanspraak maken op de wettelijke rente over de verschuldigde huurpenningen nadat het oneerlijke beding buiten toepassing is gelaten of vernietigd. De bescherming van de consument op grond van de Richtlijn prevaleert boven de algemene regels van het nationale recht inzake wettelijke rente in geval van een oneerlijk contractueel beding dat voorziet in een (hogere) rentevergoeding bij betalingsverzuim. De rechter dient het oneerlijke beding te elimineren zonder het te vervangen door een bepaling van nationaal recht.
Het antwoord van Deepseek
Aanspraak op wettelijke rente bij een oneerlijk rentebeding in algemene voorwaarden
Uitgangspunt: Oneerlijk beding en nietigheid (art. 6:233 BW)
Een rentebeding in algemene voorwaarden kan oneerlijk zijn en daardoor nietig op grond van art. 6:233 aanhef en onder b BW (als het een onevenredig nadeel oplegt voor de wederpartij).
- Voorbeeld: Een buitensporig hoge rentevoet (bijv. 12% bij commerciële verhuur) kan als onredelijk bezwarend worden aangemerkt (vergelijk HR 19 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2811).
- Gevolg: Het specifieke rentebeding vervalt, maar dit betekent niet automatisch dat de verhuurder helemaal geen rente meer kan vorderen.
Terugval op wettelijke rente (art. 6:119 BW)
Als een contractueel rentebeding nietig is, geldt het subsidiaire recht op wettelijke rente (momenteel 6% per jaar voor niet-handelstransacties, 8% voor handelsovereenkomsten).
- Grondslag:
Art. 6:119 BW regelt de wettelijke rente bij verzuim van betaling.
Art. 6:248 BW (verbintenissen moeten worden nagekomen) ondersteunt dit, omdat de achterstallige betaling een tekortkoming is.
- HR 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1286 (over onrechtmatige bedingen in algemene voorwaarden) bevestigt dat nietigheid van een beding niet per se alle rechten van de partij uitsluit – tenzij de gehele overeenkomst onredelijk bezwarend is.
Vereisten voor wettelijke rente
- Achterstalligheid (de huurder moet in verzuim zijn, art. 6:81 BW).
- Geen uitsluiting door algemene voorwaarden (als ook andere rentebedingen oneerlijk zijn, kan de rechter deze volledig terzijde schuiven).
- Geen strijd met redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW).
Conclusie
- Ja, de verhuurder heeft in beginsel recht op wettelijke rente, ook als het contractuele rentebeding oneerlijk is.
- Grondslag:
Art. 6:119 BW (wettelijke rente bij verzuim).
Art. 6:248 BW (nakomingsobligatie).
- Let op: Als de algemene voorwaarden structureel onredelijk zijn, kan de rechter de verhuurder beperken (bijv. lagere rente toekennen via billijkheidscorrectie).
Relevante jurisprudentie:
- HR 19 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH2811 (oneerlijke rentebedingen)
- HR 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1286 (algemene voorwaarden en subsidiair recht)
Praktisch advies:
- Verhuurders moeten redelijke voorwaarden hanteren om risico’s op nietigheid te vermijden.
- Huurders kunnen oneerlijke bedingen bestrijden, maar moeten wel rekening houden met de wettelijke rente.
Mocht u een specifieke casus willen bespreken, laat het weten!
Het antwoord van Qwen
Antwoord voor juristen:
✅ Ja , een verhuurder kan aanspraak maken op de wettelijke rente uit artikel 6:119 BW, zelfs als zijn algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten , mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
1. Rechtspositie van het contractuele rentebeding en AV’s
In huurovereenkomsten worden vaak afwijkende rentebedragen vastgelegd in de Algemene Voorwaarden (AV’s) van de verhuurder. Deze rentebedingen kunnen onderworpen zijn aan de regels van artikel 6:23 BW , die betrekking heeft op oneerlijke bepalingen in algemene voorwaarden .
Volgens artikel 6:23 lid 1 BW :
“Een bepaling in een algemene voorwaarde is nietig indien zij bijzonder onbillijk of oneerlijk is.”
Bij toepassing van deze regel wordt gelet op:
- De inhoudelijke billijkheid en redelijkheid van de clausule,
- De transparantie en duidelijkheid waarmee deze is opgenomen,
- Het evenwicht tussen de belangen van partijen .
Indien een renteclausule oneerlijk is , dan is deze nietig volgens artikel 6:23 BW, en kan de verhuurder er dus niet op beroep doen .
⚖️ 2. Toepassing van de wettelijke rente uit art. 6:119 BW
Wanneer een contractuele renteclausule niet geldig is , springt de wettelijke rente in:
Artikel 6:119 BW :
“De schuldenaar betaalt rente over het verschuldigde bedrag tegen het wettelijk tarief, tenzij anders is bepaald.”
Dit betekent dat de wettelijke rente automatisch van toepassing is, tenzij partijen een geldige afspraak hebben gemaakt over een afwijkend rentetarief .
Dus: bij ontbreken van een geldige renteclausule (of als die clausule nietig is verklaard), geldt automatisch de wettelijke rente .
3. Jurisprudentie en rechtspraak
Er is relevante jurisprudentie waarin rechtbanken en kantongerechten dit principe hanteren:
Kantonrechter Den Haag, 18 januari 2018 (ECLI:NL:RBDHA:2018:475)
In deze zaak oordeelde de kantonrechter dat een rentebeding van 12% te hoog was en oneerlijk , gezien de omstandigheden. De rechter stelde vast dat de verhuurder geen aanspraak kon maken op deze rente, maar wel op de wettelijke rente .
Rechtbank Amsterdam, 23 oktober 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:2017.1157.O)
Ook hier werd een rentebeding van 12% als oneerlijk bestempeld. De rechter wees toe dat de verhuurder toch aanspraak had op de wettelijke rente uit art. 6:119 BW, omdat de AV-clausule nietig was, maar niet automatisch leidde tot geheel ontbreken van renteverplichting .
Conclusie voor juristen
Een verhuurder kan aanspraak maken op de wettelijke rente uit artikel 6:119 BW , ook al zijn de algemene voorwaarden van de huurovereenkomst nietig verklaard vanwege een oneerlijk rentebeding.
Dit is gebaseerd op het beginsel dat het ontbreken van een geldige renteafspraak leidt tot toepassing van de wettelijke standaard , en dat partijen niet automatisch worden ontdaan van hun recht op rente alleen omdat een clausule oneerlijk is.
Grondslagen samengevat
Rechtsregel | Betekenis |
Artikel 6:23 BW | Oneerlijke AV-bepalingen zijn nietig |
Artikel 6:119 BW | Wettelijke rente als standaard bij ontbreken van geldige afspraak |
Jurisprudentie (o.a. KR Den Haag 2018, RB Amsterdam 2019) | Bevestigt dat wettelijke rente blijft gelden bij nietigheid van AV-renteclausule |
Laat me weten als je dit wil toepassen op een concrete casus of als je ook wilt ingaan op specifieke factoren zoals consumentenrecht of zakelijke verhuren – ik help je graag met een verdere analyse.
Korting bij De Scheidingsdeskundige
Advocaten die deelnemen aan het project ter ondersteuning van de sociale advocatuur krijgen nu ook korting op cursussen van De Scheidingsdeskundige. De Scheidingsdeskundige is de partner van professionals die bij scheidingen betrokken zijn en is gespecialiseerd in het opleiden en ondersteunen bij de beroepspraktijk. De korting van 50% geldt Lees meer
Advertentie