Strafrecht

De resultaten van april 2025

Waardering ChatGPT 4o

Waardering ChatGPT 4o mini

Waardering Claude

Waardering Gemini

Waardering Deepseek

Waardering Qwen

Casus

Geldt in het Nederlandse strafrecht de door de Hoge Raad ontwikkelde regel over het ontnemen van voordeel na een veroordeling wegens witwassen, als er een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd? Wat is de grondslag voor die regel? Het antwoord is bedoeld voor juristen.

Het antwoord van ChatGPT 4o


Ja, in het Nederlandse strafrecht geldt de door de Hoge Raad ontwikkelde
regel dat ontneming van voordeel wegens witwassen mogelijk is, ook als daarbij een abstracte berekeningsmethode wordt gehanteerd, mits wordt voldaan aan de vereisten van artikel 36e Sr. Deze regel is tot stand gekomen in de rechtspraak van de Hoge Raad over de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel bij witwassen, met als grondslag artikel 36e lid 1 en 2 Sr, in samenhang met latere jurisprudentie.

Wettelijk kader: Artikel 36e Sr

Artikel 36e Sr biedt de wettelijke grondslag voor de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. In het bijzonder:

  • Lid 1: ontneming bij veroordeling voor een bepaald strafbaar feit;
  • Lid 2: ontneming ook mogelijk voor voordeel uit andere strafbare feiten van dezelfde aard, indien voldoende verband met het bewezenverklaarde feit bestaat;
  • Lid 5: bepaalt dat het voordeel kan worden geschat en dat de schatting op een redelijke wijze moet plaatsvinden.

Toepassing bij witwassen en abstracte berekeningsmethode

De Hoge Raad heeft in verschillende arresten geoordeeld dat een ontnemingsmaatregel op basis van een abstracte berekening (zoals omzet of kasstroomanalyse) in witwaszaken geoorloofd is, zolang het voordeel in redelijkheid kan worden geschat en er voldoende aannemelijkheid bestaat dat het daadwerkelijk uit een strafbaar feit afkomstig is.

HR 18 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO3575 (Grondslag arrest)

De Hoge Raad overwoog dat bij witwassen:

  • het voordeel kan worden geschat op grond van feitelijke omstandigheden, zoals een kasopstelling of andere gegevens die wijzen op bestedingen zonder legale herkomst;
  • de rechter mag uitgaan van de aannemelijkheid van wederrechtelijk voordeel, ook als niet exact kan worden vastgesteld welk voordeel uit welk strafbaar feit voortkomt.

➡️ Bij witwassen kan de rechter aannemen dat het gehele aangetroffen vermogen (of een deel daarvan) voordeel uit misdrijf betreft, mits het niet aannemelijk is dat het een legale herkomst heeft.

HR 24 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1506 (Witwassen en schatting)

De Hoge Raad bekrachtigde dat een globale, abstracte berekeningswijze is toegestaan, zolang die berust op voldoende feiten en omstandigheden uit het dossier. De ontnemingsrechter hoeft daarbij niet het exacte misdrijf te benoemen waaruit het voordeel afkomstig is, zolang sprake is van een verband met het bewezenverklaarde witwassen.

Gevolgen voor de bewijsmaatstaf en verdeling van bewijslast

In ontnemingsprocedures geldt niet de strafrechtelijke bewijsmaatstaf “buiten redelijke twijfel”, maar de aannemelijkheid dat het voordeel uit enig misdrijf is verkregen (HR 1 juli 1992, NJ 1992/714).

De verdachte heeft in de ontnemingsprocedure een stelplicht om tegenbewijs te leveren als het OM voldoende feiten aandraagt. De rechter mag bij gebrekkige verklaringen van de verdachte aanwijzingen afleiden ten nadele van de betrokkene.

Conclusie

Ja, in het Nederlandse strafrecht is het toegestaan om na een veroordeling wegens witwassen een ontnemingsmaatregel op te leggen op basis van een abstracte berekeningsmethode, mits:

  • het voordeel in redelijkheid is geschat (art. 36e lid 5 Sr);
  • het verkregen voordeel voldoende verband houdt met het bewezenverklaarde witwassen (art. 36e lid 1-2 Sr);
  • de schatting is gebaseerd op concrete aanwijzingen uit het dossier;
  • de betrokkene gelegenheid heeft gekregen tot tegenbewijs.

De grondslag hiervoor is te vinden in artikel 36e Sr in combinatie met rechtspraak van de Hoge Raad, in het bijzonder HR BO3575 (2011) en HR 2014:1506.

Laat het me weten als je een overzicht wilt van recente lagere rechtspraak waarin deze abstracte methode is toegepast in witwaszaken.

Het antwoord van ChatGPT 4o mini


ChatGPT 4o mini

Ja, in het Nederlandse strafrecht geldt dat de Hoge Raad de regel heeft ontwikkeld dat ontneming van voordeel na een veroordeling wegens witwassen ook kan plaatsvinden op basis van een abstracte berekeningsmethode, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Toelichting en juridische grondslag

Achtergrond: ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

  • Ontneming is geregeld in artikel 36c Sr en volgende, met als doel te voorkomen dat criminaliteit lonend is.
  • Bij witwassen is het lastig om het exacte voordeel altijd concreet aan te tonen, vanwege de complexiteit en de aard van de feiten.

Hoge Raad: abstracte berekeningsmethode toegestaan

  • De Hoge Raad heeft in meerdere arresten (bijvoorbeeld HR 27 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3494) geoordeeld dat ontneming ook kan worden gebaseerd op een abstracte (of forfaitaire) berekening van het voordeel.
  • Dit betekent dat het voordeel niet exact hoeft te worden vastgesteld, maar dat een redelijke schatting op basis van beschikbare gegevens volstaat.

Voorwaarden voor toepassing van de abstracte methode

  • De berekening moet berusten op voldoende en concrete gegevens die de schatting aannemelijk maken.
  • Er moet sprake zijn van een voldoende nauwe band tussen het berekende voordeel en het strafbare feit.
  • De rechter moet transparant zijn over de wijze van berekening en de onderbouwing daarvan.

Grondslag voor deze regel

  • Deze jurisprudentiële ontwikkeling vloeit voort uit het doel van artikel 36c Sr om criminaliteit te ontmoedigen en financieel uit te putten.
  • Het biedt een praktische oplossing wanneer exacte bewijsvoering over het voordeel ontbreekt, maar voldoende aanwijzingen voor onrechtmatigheid aanwezig zijn.

Beperkingen en waarborgen

  • De abstracte methode mag niet leiden tot willekeur of onredelijkheid.
  • Verdachten moeten voldoende gelegenheid krijgen om op de berekening te reageren.

Samenvatting

  • Ja, de Hoge Raad staat ontneming van voordeel toe op basis van een abstracte berekeningsmethode bij witwaszaken.
  • Dit is gebaseerd op jurisprudentie waarin is bepaald dat redelijke schattingen kunnen volstaan als exacte vaststelling niet mogelijk is.
  • De grondslag ligt in artikel 36c Sr, gecombineerd met een praktische en rechtvaardige interpretatie van de bewijslast door de Hoge Raad.

Het antwoord van Claude


Ontnemen van voordeel na witwassen bij abstracte berekeningsmethode

De Hoge Raad heeft inderdaad een specifieke regel ontwikkeld betreffende het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel na een veroordeling wegens witwassen, waarbij een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd. Deze regel heeft betrekking op het gevaar van een dubbele ontneming.

De regel van de Hoge Raad

De kern van de regel is dat wanneer een verdachte is veroordeeld voor witwassen en het gaat om voorwerpen die afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf (zogenaamd “eigen” witwassen), er bij de oplegging van een ontnemingsmaatregel rekening moet worden gehouden met eventuele eerder opgelegde ontnemingsmaatregelen ter zake van het gronddelict.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 19 februari 2013 (ECLI:NL:HR:2013) geoordeeld dat voorkomen moet worden dat tweemaal hetzelfde voordeel wordt ontnomen. Indien een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd bij het bepalen van het wederrechtelijk verkregen voordeel, dient de rechter bijzondere aandacht te besteden aan het gevaar van een dubbele ontneming.

Juridische grondslag

De grondslag voor deze regel kan worden gevonden in:

  • Artikel 36e Wetboek van Strafrecht: De wettelijke basis voor de ontnemingsmaatregel, waarbij lid 5 bepaalt dat bij de bepaling van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel, de rechter rekening moet houden met eerder aan de betrokkene opgelegde verplichtingen tot betaling van een bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
  • Ne bis in idem-beginsel: Hoewel formeel niet toepasselijk op ontnemingsprocedures, ligt het beginsel dat niemand tweemaal voor hetzelfde feit mag worden bestraft wel ten grondslag aan de regel van de Hoge Raad tegen dubbele ontneming.
  • Evenredigheidsbeginsel: De eis van proportionaliteit die inherent is aan strafrechtelijke sancties, waaronder de ontnemingsmaatregel.
  • Artikel 6 EVRM: Het recht op een eerlijk proces omvat mede dat sancties in een redelijke verhouding moeten staan tot de geconstateerde rechtsschendingen.

Toepassing bij abstracte berekeningsmethode

Bij een abstracte berekeningsmethode voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel geldt de regel van de Hoge Raad in het bijzonder, omdat:

  • Transparantie van berekening: Bij een abstracte methode is er niet altijd een direct verband te leggen tussen specifieke witgewassen voorwerpen en ontnomen bedragen.
  • Kasopstelling of vermogensvergelijking: Deze abstracte methoden leiden tot een totaalbedrag aan niet-verantwoorde inkomsten, waarbij niet altijd duidelijk is welke gronddelicten ten grondslag liggen aan het witgewassen vermogen.
  • Referentieperiodes: Wanneer de periodes van ontneming voor gronddelict en witwassen overlappen, bestaat een verhoogd risico op dubbeltelling.

Jurisprudentiële ontwikkeling

De regel is verder ontwikkeld in latere jurisprudentie:

  • HR 8 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:24: De Hoge Raad benadrukt dat de rechter moet onderzoeken of er sprake is van dubbele ontneming en dit expliciet moet motiveren.
  • HR 7 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:626: Verduidelijking dat de rechter bij het vaststellen van het te ontnemen bedrag, na een veroordeling voor witwassen, rekening moet houden met eerder opgelegde ontnemingsmaatregelen.
  • HR 26 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:76: Nadruk op de motiveringsplicht van de rechter ten aanzien van de afwezigheid van dubbele ontneming.

Praktische implicaties

In de rechtspraktijk betekent deze regel dat:

  • De verdediging specifiek verweer dient te voeren over mogelijke dubbele ontneming wanneer een abstracte berekeningsmethode is toegepast.
  • De rechter expliciet moet onderzoeken en motiveren waarom geen sprake is van dubbele ontneming.
  • De rechter bij overlappende periodes of onduidelijkheid over de herkomst van witgewassen voorwerpen een veiligheidshalve aftrek kan toepassen of bepaalde bedragen buiten beschouwing kan laten.
  • Het OM bij het formuleren van de ontnemingsvordering na een witwasvervolging rekening moet houden met eventueel eerder ontnomen bedragen.

Conclusie

De door de Hoge Raad ontwikkelde regel over het ontnemen van voordeel na een veroordeling wegens witwassen bij gebruik van een abstracte berekeningsmethode geldt onverkort in het Nederlandse strafrecht. De rechter dient bijzondere aandacht te besteden aan het gevaar van dubbele ontneming en dit expliciet te onderzoeken en te motiveren. De juridische grondslag hiervoor ligt in artikel 36e lid 5 Sr, alsmede in fundamentele rechtsbeginselen zoals het evenredigheidsbeginsel en het ne bis in idem-beginsel.

Het antwoord van Gemini

Ja, in het Nederlandse strafrecht geldt de door de Hoge Raad ontwikkelde regel dat ook bij een abstracte berekeningsmethode het voordeel dat is verkregen door het witwassen, vatbaar is voor ontneming na een veroordeling wegens witwassen (artikel 420bis e.v. Sr).

Grondslag:

De grondslag voor deze regel ligt in de strekking van artikel 36e lid 1 Sr en de interpretatie die de Hoge Raad daaraan heeft gegeven in diverse arresten. Artikel 36e lid 1 Sr bepaalt dat, indien iemand is veroordeeld wegens een strafbaar feit waardoor hij of een ander wederrechtelijk voordeel heeft verkregen, de rechter op vordering van het openbaar ministerie kan bevelen tot ontneming van dat voordeel.

De Hoge Raad heeft in zijn jurisprudentie benadrukt dat het bij de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel gaat om het daadwerkelijk genoten economisch voordeel als gevolg van het strafbare feit. Dit beginsel staat centraal.

Abstracte berekeningsmethode en de regel van de Hoge Raad:

Bij witwassen is het vaak lastig om het concrete voordeel dat direct uit het witwassen zelf is verkregen, nauwkeurig vast te stellen. Het witwassen is immers een vervolgingshandeling op een reeds gepleegd misdrijf (het grondmisdrijf). Om te voorkomen dat witwassers hierdoor aan ontneming ontkomen, heeft de Hoge Raad geaccepteerd dat het voordeel dat met het witwassen is verkregen, abstract kan worden berekend.

De abstracte berekeningsmethode houdt in dat het totale met de witgewassen voorwerpen gemoeide bedrag als uitgangspunt voor de ontneming kan worden genomen. De redenering hierachter is dat zonder het witwassen dit vermogen niet in het legale economische verkeer had kunnen worden gebracht en de veroordeelde er dus niet over had kunnen beschikken. Het witwassen faciliteert het behoud en de besteding van het criminele vermogen.

Kernarresten van de Hoge Raad:

  • HR 19 februari 2008, NJ 2008/258 (De Friese Viszaak): In dit arrest heeft de Hoge Raad expliciet geoordeeld dat bij witwassen het wederrechtelijk verkregen voordeel abstract kan worden vastgesteld op het bedrag van de witgewassen gelden of de waarde van de witgewassen voorwerpen. De Hoge Raad overwoog dat het witwassen op zichzelf een economisch voordeel oplevert, namelijk het kunnen behouden en gebruiken van het crimineel verkregen vermogen.
  • Latere jurisprudentie: De Hoge Raad heeft deze lijn in latere arresten bevestigd en verder verfijnd. Daarbij is wel benadrukt dat de abstracte berekening niet onredelijk mag zijn en dat de rechter de omstandigheden van het geval in acht moet nemen. Er kan bijvoorbeeld aanleiding zijn om de abstract berekende ontnemingsvordering te matigen indien concrete omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Ratio achter de regel:

De ratio achter deze regel is om te voorkomen dat witwassen een lucratieve activiteit blijft. Zonder de mogelijkheid van abstracte voordeelontneming zouden witwassers in veel gevallen de opbrengsten van misdrijven effectief kunnen veiligstellen door ze wit te wassen, zonder dat het daarmee gemoeide bedrag voor ontneming vatbaar zou zijn. De abstracte methode beoogt de effectiviteit van de bestrijding van witwassen te vergroten.

Conclusie:

Ja, ook bij een abstracte berekeningsmethode geldt in het Nederlandse strafrecht de door de Hoge Raad ontwikkelde regel dat voordeel kan worden ontnomen na een veroordeling wegens witwassen. De grondslag hiervoor is artikel 36e lid 1 Sr, zoals geïnterpreteerd door de Hoge Raad, waarbij het economisch voordeel dat met het witwassen wordt beoogd en behaald (het behouden en gebruiken van crimineel vermogen) centraal staat en abstract kan worden vastgesteld op het bedrag of de waarde van de witgewassen objecten.

Het antwoord van Deepseek

In het Nederlandse strafrecht geldt de door de Hoge Raad ontwikkelde regel over het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel (art. 36e Wetboek van Strafrecht, Sr) ook bij veroordelingen wegens witwassen (art. 420bis Sr), zelfs als een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd. Dit volgt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad, die benadrukt dat het voordeelbegrip bij witwassen ruim moet worden uitgelegd, waarbij de nadruk ligt op het ontnemingsdoel (voorkomen van profijt uit misdrijf) en niet op een exacte causale herleiding.

Grondslag voor de regel

Wetgeving: Art. 36e Sr (ontneming van wederrechtelijk voordeel)

  • Bij veroordeling wegens witwassen kan de rechter het wederrechtelijk verkregen voordeel ontnemen, ook als dit voordeel niet exact aanwijsbaar is.
  • Abstracte berekening is toegestaan als concrete vaststelling niet mogelijk is (HR 6 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:168).

Jurisprudentie: Witwassen en voordeelontneming

  • HR 14 april 2020 (ECLI:NL:HR:2020:641)
  • Bij witwassen is het “voordeel” niet beperkt tot de provisie/commissie, maar omvat het gehele bedrag dat is gewit, omdat de dader daadwerkelijke beschikkingsmacht had.
  • Een abstracte schatting is voldoende, mits redelijk onderbouwd (bijv. via bankafschriften of risico-opslag).
  • HR 6 februari 2018 (ECLI:NL:HR:2018:168)
  • Bij ontbreken van exacte cijfers mag de rechter een berekening op basis van indicaties hanteren.

Doel van voordeelontneming

  • Preventief en repressief: Voorkomen dat criminelen profiteren van misdrijven (art. 36e Sr jo. 420bis Sr).
  • Geen straf, maar maatregel: Het is een vervangende confiscatie (HR 21 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:893).

Abstracte berekening bij witwassen

De rechter mag bij witwassen:

  • Het gehele gewitste bedrag als voordeel beschouwen (tenzij bewezen is dat de dader slechts een deel ontving).
  • Een forfaitair percentage hanteren (bijv. 10% provisie, tenzij de verdachte aannemelijk maakt dat dit lager was).
  • Vermoedens laten meewegen (bijv. bij structureel witwassen via bankrekeningen).

Conclusie

De Hoge Raad hanteert een ruim voordeelbegrip bij witwassen, waarbij abstracte berekeningen zijn toegestaan. De grondslag hiervoor is:

  • Art. 36e Sr (ontnemingsbevoegdheid);
  • Doelgerichtheid (voorkomen van crimineel profijt);
  • Jurisprudentie (o.a. HR 2020/641 en HR 2018/168).

Praktijk:

  • Bij grootschalig witwassen wordt vaak het volledige doorstromingsbedrag als voordeel aangemerkt.
  • Bij kleinschalige gevallen kan een procentuele schatting worden gebruikt.

Bronnen:

  • HR 14 april 2020 (ECLI:NL:HR:2020:641)
  • HR 6 februari 2018 (ECLI:NL:HR:2018:168)
  • HR 21 juni 2022 (ECLI:NL:HR:2022:893)

Het antwoord van Qwen


Antwoord:

Ja, de door de Hoge Raad ontwikkelde regel over het ontnemen van voordeel na een veroordeling wegens witwassen geldt ook als er een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd. De grondslag voor deze regel is gelegen in artikel 36e Sv en de jurisprudentie van de Hoge Raad, die stelt dat de omvang van het ontnomen voordeel kan worden vastgesteld op basis van een redelijke schatting , mits deze voldoende onderbouwd en gefundeerd is.

Toelichting en juridische onderbouwing

Wettelijke grondslag: artikel 36e Sv

Artikel 36e Sv bepaalt dat bij veroordeling voor een strafbaar feit gericht op het behalen van een voordeel (zoals witwassen), de rechter kan besluiten tot het ontnemen van het voordeel dat met het delict is behaald. Dit artikel biedt een instrument om criminelen hun illegaal verkregen winsten te ontnemen, teneinde strafbare feiten minder aantrekkelijk te maken.

De wet vereist echter niet dat het behaalde voordeel wordt vastgesteld met absolute precisie. Het is voldoende als de omvang van het voordeel wordt vastgesteld op basis van een redelijke schatting .

Abstracte berekeningsmethode

In de praktijk kan het lastig zijn om het exacte voordeel dat uit een witwaspraktijk is voortgevloeid te achterhalen. Om deze reden hanteren justitie en rechters soms een abstracte berekeningsmethode , zoals:

  • Het vaststellen van een percentage van de omzet als voordeel;
  • Het inschatten van kostenposten op basis van gemiddelden in de sector;
  • Het gebruik van statistische gegevens of andere indicatoren.

Deze methode mag worden toegepast, mits zij redelijk en gefundeerd is en leidt tot een schatting die aannemelijk maakt wat het behaalde voordeel is geweest.

Hoge Raad-arresten en jurisprudentie

De Hoge Raad heeft herhaaldelijk benadrukt dat een abstracte berekeningsmethode toegestaan is bij het vaststellen van het ontnomen voordeel, mits aan de volgende eisen wordt voldaan:

  • Redelijkheid : De schatting moet gebaseerd zijn op objectieve criteria en mag niet willekeurig zijn.
  • Onderbouwing : De methode moet voldoende worden toegelicht en onderbouwd door het Openbaar Ministerie en/of deskundigen.
  • Aannemelijkheid : Het resultaat van de schatting moet aannemelijk zijn in relatie tot de feiten van de zaak.

Belangrijke arresten zijn:

  • HR 25 november 2008 (NJ 2009/224) : De Hoge Raad oordeelde dat een schatting van het ontnomen voordeel toegestaan is, mits deze voldoende gefundeerd is.
  • HR 17 december 2013 (ECLI:NL:HR:2013:1657) : De Hoge Raad benadrukte dat een abstracte berekeningsmethode kan worden gebruikt, maar dat deze redelijk en transparant moet zijn.

Praktische implicaties

In de praktijk betekent dit dat justitie bijvoorbeeld mag stellen:

  • Dat een bepaald percentage van de omzet van een criminele organisatie als voordeel wordt beschouwd, indien directe bewijzen ontbreken.
  • Dat kostenposten worden geschat op basis van gangbare bedragen in de sector, zonder dat elke post individueel hoeft te worden bewezen.

De rechtbank zal vervolgens moeten beoordelen of de methode en de schatting redelijk en gefundeerd zijn. Indien de verdachte meent dat de schatting onjuist is, draagt hij de bewijslast om aan te tonen dat de schatting onredelijk of onjuist is.

Conclusie

De door de Hoge Raad ontwikkelde regel over het ontnemen van voordeel na een veroordeling wegens witwassen geldt ook als er een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd. De grondslag hiervoor is artikel 36e Sv en de jurisprudentie van de Hoge Raad, die stelt dat een redelijke schatting van het voordeel toegestaan is, mits deze voldoende gefundeerd en aannemelijk is.

Antwoord: Ja, de regel geldt ook bij een abstracte berekeningsmethode. Grondslag: art. 36e Sv en jurisprudentie van de Hoge Raad.

Vacature Juridisch informatie-medewerker

Wegens vertrek van een van onze collega’s zijn wij op zoek naar een Juridisch informatiemedewerker voor 24-32 uur per week. De belangrijkste werkzaamheden zijn: Het verrichten van literatuuronderzoek, jurisprudentieonderzoek, maar ook wetgeving en parlementaire geschiedenis. De advocaat schetst een casus en/of een onderwerp waarover hij/zij Lees meer

27 mei | 2024|
Advertentie

 

Ga naar de bovenkant