Strafrecht

De resultaten van maart 2025

Waardering ChatGPT 4o

Waardering ChatGPT 4o mini

Waardering Claude

Waardering Gemini

Waardering Deepseek

Waardering Qwen

Casus

Zien de inspannings- en aanzegverplichting uit het arrest Max-Planck conform het Nederlandse arbeidsrecht ook op vakantie die is opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan? Het antwoord is bedoeld voor juristen.

Het antwoord van ChatGPT 4o


Toepassing van de abstracte berekeningsmethode bij ontneming na een witwasveroordeling

Ja, in het Nederlandse strafrecht geldt de door de Hoge Raad ontwikkelde regel dat bij een veroordeling wegens witwassen het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden ontnomen op basis van een abstracte berekeningsmethode. De grondslag voor deze regel ligt in artikel 36e Wetboek van Strafrecht (Sr) en de relevante jurisprudentie van de Hoge Raad.

Grondslag: Artikel 36e Sr (Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel)

Op basis van artikel 36e Sr kan de rechter een veroordeelde verplichten tot betaling aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

  • Lid 2 en lid 3 bieden de mogelijkheid om het voordeel te schatten indien het precieze bedrag niet exact kan worden vastgesteld.
  • De rechter heeft beoordelingsvrijheid bij de methode waarmee het voordeel wordt berekend, zolang deze voldoende onderbouwd is.

Ontwikkeling in de jurisprudentie van de Hoge Raad

De Hoge Raad heeft in meerdere arresten geoordeeld dat bij witwassen een abstracte berekeningsmethode mag worden gebruikt, waarbij het totale onverklaarde vermogen als uitgangspunt wordt genomen.

  • HR 7 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2102
    De Hoge Raad oordeelde dat bij de ontneming van voordeel uit witwassen mag worden uitgegaan van het totaal van de contante stortingen en andere inkomsten waarvan geen legale herkomst is gebleken.
  • HR 26 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1325 (Ontneming bij witwassen)
    In dit arrest bevestigde de Hoge Raad dat indien een verdachte is veroordeeld voor witwassen, het voordeel dat uit de bewezen verklaarde gedragingen voortkomt, mag worden geschat aan de hand van de contante geldstroom en onverklaarde inkomsten.
  • HR 14 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:239
    De Hoge Raad oordeelde dat het aannemelijk is dat een volledig criminele bedrijfsvoering (zoals structureel witwassen) ertoe leidt dat de gehele omzet wederrechtelijk verkregen voordeel is.

Abstracte berekeningsmethode bij witwassen

De Hoge Raad heeft bepaald dat bij een witwasveroordeling het voordeel abstract mag worden berekend, onder andere door:

  • Vaststellen van onverklaarde contante geldstromen;
  • Gebruik van een kasopstelling of vermogensvergelijking;
  • Veronderstellen dat alle niet-gerechtvaardigde inkomsten crimineel voordeel zijn.

Indien de veroordeelde geen legale herkomst van zijn vermogen kan aantonen, mag worden aangenomen dat het volledige bedrag ontnomen kan worden. Dit voorkomt dat criminelen profiteren van vaagheid over de precieze bron van hun inkomsten.

Conclusie

Ja, in het Nederlandse strafrecht geldt de door de Hoge Raad ontwikkelde regel dat bij een veroordeling wegens witwassen het wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van een abstracte berekeningsmethode mag worden ontnomen. Dit is gebaseerd op artikel 36e Sr en jurisprudentie zoals HR 7 mei 2013, HR 26 mei 2015 en HR 14 februari 2017. De rechter kan het voordeel schatten, waarbij onverklaarde inkomsten en contante geldstromen als uitgangspunt mogen dienen.

Het antwoord van ChatGPT 4o mini


Het Onthouden van Voordeel na Veroordeling wegens Witwassen in het Nederlandse Strafrecht: Abstracte Berekeningsmethode en de Grondslag

In het Nederlandse strafrecht speelt de mogelijkheid om onterecht verkregen voordeel af te nemen na een veroordeling wegens witwassen een belangrijke rol. De Hoge Raad heeft regels ontwikkeld met betrekking tot het ontnemen van voordeel na een veroordeling, en dit geldt ook wanneer er gebruik is gemaakt van een abstracte berekeningsmethode om het voordeel te berekenen.

De Regel van de Hoge Raad

De Hoge Raad heeft in verschillende arresten vastgesteld dat het ontnemen van voordeel in geval van witwassen kan worden gebaseerd op de economische waarde van het voordeel dat is verkregen door het strafbare feit, ook wanneer een abstracte berekeningsmethode wordt gehanteerd.

De abstracte berekeningsmethode houdt in dat het voordeel niet precies hoeft te worden vastgesteld, maar dat de rechter op basis van de feiten en omstandigheden een schatting kan maken van het verkregen voordeel. De rechter hoeft dus niet exact vast te stellen hoeveel geld of goederen precies zijn witgewassen, maar kan afgaan op een abstracte benadering om het voordeel te berekenen.

Het Arrest van de Hoge Raad: “Witwassen en Abstracte Berekeningsmethode”

De Hoge Raad heeft in een aantal uitspraken bevestigd dat de afname van voordeel niet strikt afhankelijk is van een gedetailleerde berekening van het exacte voordeel dat is behaald. In het arrest HR 24 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:69 (ook wel de “Witwassen-arresten”) werd expliciet bepaald dat de rechter gebruik mag maken van een abstracte berekeningsmethode wanneer het niet mogelijk is om het voordeel nauwkeurig vast te stellen. Dit arrest gaf de rechtbank de ruimte om een schatting te maken van het voordeel dat de verdachte heeft behaald, zelfs als het niet exact te berekenen is.

De Grondslag van de Regel: Artikel 36e Sr

De grondslag voor het ontnemen van voordeel in Nederland is te vinden in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Dit artikel bepaalt dat een rechter het voordeel van een strafbaar feit kan ontnemen. Het doel is om de verdachte niet alleen strafrechtelijk te bestraffen, maar ook om de economische voordelen die door criminaliteit zijn behaald, weer terug te vorderen.

  • Artikel 36e Sr (Voordeelontneming): “De rechter kan, naast de straf, de beschikking nemen over het voordeel dat door het strafbare feit is verkregen.”

In het geval van witwassen kan het voordeel aanzienlijk zijn, maar het is vaak moeilijk om precies vast te stellen welk bedrag of welke goederen zijn witgewassen, vooral als er sprake is van gecompliceerde structuren en financiële transacties. Daarom heeft de Hoge Raad in de bovengenoemde arresten bepaald dat een abstracte berekening van het voordeel mogelijk is. Het is dus niet noodzakelijk om exact te berekenen hoeveel voordeel is behaald, zolang de schatting van het voordeel redelijk is.

De Jurisprudentie en Abstracte Berekeningsmethode

In de jurisprudentie van de Hoge Raad wordt expliciet bevestigd dat de abstracte methode van berekening kan worden toegepast in gevallen waarin het concreet vaststellen van het voordeel moeilijk of zelfs onmogelijk is. De Hoge Raad heeft het primaire doel van de voordeelontneming benadrukt: het is bedoeld om de verdachte niet de vruchten van het strafbare feit te laten behouden, ongeacht of de exacte omvang van het voordeel volledig kan worden berekend.

De Hoge Raad heeft in eerdere arresten, zoals het arrest HR 22 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3602, gesteld dat de rechter een redelijke schatting mag maken van het voordeel, zelfs als dit slechts een indirecte of algemene benadering is.

Het Toepassen van de Abstracte Berekeningsmethode

De abstracte berekeningsmethode wordt doorgaans gebruikt in gevallen waar het moeilijk is om het exacte voordeel vast te stellen door de complexiteit van het witwassen, bijvoorbeeld als er sprake is van meerdere betrokkenen of ingewikkelde financiële structuren. In dergelijke gevallen kan de rechter zich baseren op indicaties, omstandigheden of een algemene schatting van het verkregen voordeel.

  • Casus van een abstracte berekening: Stel dat een persoon bijvoorbeeld via verschillende tussenpersonen geld heeft witgewassen, zonder gedetailleerde bewijsstukken van elke transactie. In zo’n geval kan de rechter bijvoorbeeld schatten hoeveel voordeel er is verkregen door te kijken naar het aantal witgewassen transacties en het gemiddelde bedrag van dergelijke transacties.

Conclusie

Ja, de door de Hoge Raad ontwikkelde regel over het ontnemen van voordeel geldt ook wanneer er een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd bij witwassen. De grondslag voor deze regel ligt in artikel 36e Sr, dat de rechter de mogelijkheid biedt om het voordeel van een strafbaar feit af te nemen. De Hoge Raad heeft bevestigd dat de rechter een abstracte benadering van de berekening van het voordeel mag gebruiken als het niet mogelijk is om het voordeel exact vast te stellen. Dit wordt ondersteund door jurisprudentie waarin de Hoge Raad stelt dat een redelijke schatting van het voordeel voldoende kan zijn voor de ontneming.

Het antwoord van Claude


Ontneming van voordeel na veroordeling voor witwassen bij abstracte berekeningsmethode

In het Nederlandse strafrecht heeft de Hoge Raad inderdaad een specifieke regel ontwikkeld betreffende de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na een veroordeling wegens witwassen waarbij een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd.

De regel

De Hoge Raad heeft bepaald dat bij een veroordeling wegens (onder meer) witwassen, waarbij hetzelfde voordeel reeds is ontnomen bij een eerdere ontnemingsprocedure of in een lopende ontnemingszaak ten aanzien van het gronddelict, het voordeel niet nogmaals kan worden ontnomen. Dit staat bekend als het verbod op “dubbele ontneming”.

In gevallen waarin een abstracte berekeningsmethode is toegepast bij de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit het gronddelict, dient het voordeel uit het witwassen in beginsel te worden aangemerkt als reeds verdisconteerd in het eerder berekende voordeel. Er vindt dan geen separate ontneming plaats voor het witwasdelict.

Juridische grondslag

De grondslag voor deze regel is meervoudig:

Ne bis in idem-beginsel: Hoewel formeel niet rechtstreeks toepasselijk op ontnemingsmaatregelen, heeft de Hoge Raad analogisch het principe gehanteerd dat iemand niet tweemaal kan worden “bestraft” voor hetzelfde economische voordeel.

Artikel 36e Sr: De wetssystematiek van artikel 36e Sr gaat uit van het ontnemen van daadwerkelijk genoten voordeel. De abstracte berekeningsmethode wordt geacht het totale wederrechtelijk verkregen voordeel te omvatten.

Jurisprudentiële grondslagen:

  • HR 19 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013
    (basisarrest)
  • HR 9 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:27 (verdere uitwerking)
  • HR 26 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1587 (recente bevestiging)

Redelijkheid en billijkheid: Artikel 36e lid 5 Sr geeft de rechter de discretionaire bevoegdheid om het te ontnemen bedrag lager vast te stellen “indien de betrokkene aannemelijk maakt dat […] de maatregel hem onevenredig zou treffen”.

Nuances en uitzonderingen

De Hoge Raad heeft wel enkele belangrijke nuances aangebracht:

  • Onderscheiden voordeel: Indien aangetoond kan worden dat het witwassen heeft geleid tot onderscheiden voordeel ten opzichte van het gronddelict, kan dit additionele voordeel wel worden ontnomen.
  • Concrete berekeningsmethode: Bij toepassing van een concrete berekeningsmethode voor het gronddelict bestaat meer ruimte voor een separate ontneming van witwasvoordeel, mits dit niet leidt tot dubbele ontneming.
  • Specifieke kosten van witwassen: Indien het witwassen gepaard is gegaan met specifieke kosten die in mindering zijn gebracht op het voordeel uit het gronddelict, kan het voordeel dat is ontstaan door het vermijden van die kosten wel worden ontnomen.

Deze jurisprudentie past in de bredere jurisprudentiële ontwikkeling waarbij de Hoge Raad de ontnemingsprocedure minder als een punitieve sanctie en meer als een herstelgerichte maatregel heeft vormgegeven.

Het antwoord van Gemini


Ja, de door de Hoge Raad ontwikkelde regel over het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel na een veroordeling wegens witwassen geldt ook als er een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd. Hier is een uitleg voor juristen:

Grondslag en Kern van de Regel

  • De grondslag voor de regel is te vinden in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Dit artikel maakt het mogelijk om wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen.
  • De Hoge Raad heeft in zijn jurisprudentie verduidelijkt dat bij witwassen, waarbij de herkomst van het geld vaak moeilijk te traceren is, een abstracte berekeningsmethode kan worden toegepast.
  • De kern van de regel is dat, als er sprake is van witwassen, de rechter mag aannemen dat het vermogen van de veroordeelde, dat niet op legale wijze kan worden verklaard, afkomstig is van strafbare feiten.
  • Dit betekend dat de bewijslast bij de verdachte ligt.

Abstracte Berekeningsmethode

  • Bij een abstracte berekeningsmethode wordt het wederrechtelijk verkregen voordeel niet exact berekend, maar wordt er een schatting gemaakt op basis van het verschil tussen het legale en het illegale vermogen van de veroordeelde.
  • De rechter kan hierbij gebruikmaken van een zogeheten ‘kasopstelling’, waarin de inkomsten en uitgaven van de veroordeelde worden vergeleken.
  • De Hoge Raad heeft geoordeeld dat deze methode toegestaan is, mits de schatting op een concrete en redelijke wijze is onderbouwd.

Belangrijke Aspecten

  • De Hoge Raad benadrukt dat de abstracte berekeningsmethode niet mag leiden tot een onredelijk resultaat.
  • De veroordeelde moet de gelegenheid krijgen om aan te tonen dat zijn vermogen een legale herkomst heeft.
  • De bewijslast ligt dus bij de verdachte.
  • De rechter moet zijn beslissing goed motiveren en de berekening inzichtelijk maken.

Conclusie

De regel van de Hoge Raad over het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel is ook van toepassing bij een abstracte berekeningsmethode. Het is echter essentieel dat de berekening redelijk en onderbouwd is, en dat de veroordeelde de kans krijgt om tegenbewijs te leveren.

Het antwoord van Deepseek


In het Nederlandse strafrecht geldt de door de Hoge Raad ontwikkelde regel dat het ontnemen van voordeel na een veroordeling wegens witwassen mogelijk is, ook als er een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd. Hieronder wordt de grondslag voor deze regel uiteengezet en toegelicht.

Grondslag van de regel

  • Artikel 36e Wetboek van Strafrecht (Sr): De wettelijke basis voor het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel is te vinden in artikel 36e Sr. Dit artikel bepaalt dat de rechter het voordeel dat de verdachte door het plegen van het strafbare feit heeft verkregen, kan ontnemen.
  • Doel van de maatregel: Het doel van de maatregel is om te voorkomen dat de dader profiteert van zijn misdrijf en om het herstel van de rechtsorde te bevorderen. Dit sluit aan bij het algemene strafrechtelijke beginsel dat crimineel gedrag niet mag lonen.

Abstracte berekeningsmethode

  • Hoge Raad jurisprudentie: De Hoge Raad heeft in verschillende arresten (waaronder HR 6 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6095) bevestigd dat het ontnemen van voordeel ook mogelijk is wanneer het voordeel niet exact kan worden vastgesteld en er een abstracte berekeningsmethode wordt gehanteerd. Dit betekent dat de rechter een schatting mag maken van het verkregen voordeel, bijvoorbeeld op basis van indicatieve gegevens of gemiddelden.
  • Redelijkheid en proportionaliteit: Bij het hanteren van een abstracte berekeningsmethode moet de rechter wel voldoen aan de eisen van redelijkheid en proportionaliteit. De schatting moet gebaseerd zijn op aannemelijke gegevens en mag niet willekeurig zijn.

Toepassing bij witwassen

  • Witwassen (artikel 420bis Sr): Bij witwassen gaat het om het verhullen van de herkomst van wederrechtelijk verkregen vermogen. Het ontnemen van voordeel bij witwassen kan betrekking hebben op het bedrag dat is witgewassen, maar ook op het voordeel dat de dader heeft verkregen door het witwassen zelf (bijvoorbeeld provisies of vergoedingen).
  • Abstracte berekening bij witwassen: In de praktijk kan het moeilijk zijn om exact vast te stellen welk voordeel de dader heeft verkregen, vooral bij complexe witwasconstructies. De Hoge Raad heeft daarom aanvaard dat een abstracte berekeningsmethode kan worden gebruikt, mits deze methode voldoet aan de eisen van redelijkheid en proportionaliteit.

Rechtvaardiging van de regel

  • Effectiviteit van het strafrecht: De regel draagt bij aan de effectiviteit van het strafrecht door te voorkomen dat daders hun wederrechtelijk verkregen voordeel behouden, ook wanneer exacte berekeningen niet mogelijk zijn.
  • Preventieve werking: Het ontnemen van voordeel heeft een preventieve werking, omdat het potentiële daders afschrikt en het financiële motief voor crimineel gedrag ondermijnt.
  • Rechtvaardigheid: De regel zorgt ervoor dat daders niet onterecht worden bevoordeeld door gebrek aan exacte bewijsvoering, terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen dat onredelijk hoge bedragen worden ontnomen.

Conclusie

In het Nederlandse strafrecht geldt de door de Hoge Raad ontwikkelde regel dat het ontnemen van voordeel na een veroordeling wegens witwassen mogelijk is, ook als er een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd. De grondslag voor deze regel ligt in artikel 36e Sr en de jurisprudentie van de Hoge Raad, waarbij het doel is om te voorkomen dat daders profiteren van hun misdrijf. De abstracte berekeningsmethode moet wel voldoen aan de eisen van redelijkheid en proportionaliteit.

Mocht u verdere vragen hebben of specifieke casuïstiek willen bespreken, dan sta ik u graag ter beschikking.

Het antwoord van Qwen


Inleiding en kern van de vraag

De vraag betreft de toepassing van de door de Hoge Raad ontwikkelde regel inzake het ontnemen van voordeel na een veroordeling wegens witwassen, specifiek wanneer er een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd om het criminele voordeel vast te stellen. De kernvraag is of deze regel ook geldt in dergelijke gevallen en wat de grondslag hiervoor is.

Rechtsgrondslag: Artikel 36e Ww

Het ontnemen van crimineel verkregen voordeel is geregeld in artikel 36e van de Wetboek van Wetten en Verordeningen (Ww). Deze bepaling stelt dat de rechter, naast of in plaats van straffen, kan bevelen tot het ontnemen van het voordeel dat de verdachte heeft behaald uit de strafbare feiten waarvan hij is veroordeeld. Dit wordt ook wel confiscatie van crimineel voordeel genoemd.

Belangrijk is dat de regeling gericht is op het voorkomen dat verdachten profiteren van hun strafbare feiten. Het doel is preventief en maatschappelijk: het combineren van strafrechtelijke sancties met economische sancties om de aantrekkelijkheid van criminaliteit te verminderen.

Hoge Raad-arrest: “Ontnemen van voordeel”

De Hoge Raad heeft in zijn arrestenlijn een belangrijke regel ontwikkeld die relevant is voor deze vraag. Deze regel luidt:

“Indien een verdachte is veroordeeld voor witwassen, mag bij de berekening van het te ontnemen voordeel geen rekening worden gehouden met bedragen die al eerder zijn ontnomen als crimineel voordeel uit de onderliggende strafbare feiten.”

Deze regel voorkomt dubbele confiscatie, oftewel het tweemaal ontnemen van hetzelfde voordeel. De grondslag hiervoor ligt in de beginselen van redelijkheid en billijkheid, zoals verankerd in artikel 6:233 BW en in bredere zin in het rechtssysteem. Daarnaast speelt hierbij ook de eis van duidelijkheid en proportionele toepassing van sancties binnen het strafrecht.

Abstracte berekeningsmethode

Een abstracte berekeningsmethode houdt in dat het criminele voordeel niet exact wordt vastgesteld op basis van concrete financiële gegevens, maar wordt geschat op basis van een globale inschatting of een vooraf bepaalde formule. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een percentage van de omzet of winst toe te wijzen aan het criminele voordeel.

De vraag is nu of de door de Hoge Raad ontwikkelde regel (geen dubbele confiscatie) ook geldt wanneer een abstracte berekeningsmethode is gebruikt.

Toepassing van de regel bij een abstracte berekeningsmethode

Ja, de regel blijft gelden, ook bij een abstracte berekeningsmethode. De grondslag hiervoor is als volgt:

  1. Doel van de regel: Voorkomen van dubbele confiscatie

De regel is ontwikkeld om te voorkomen dat een verdachte tweemaal wordt gesanctioneerd voor hetzelfde criminele voordeel. Dit principe geldt ongeacht de methode die wordt gebruikt om het voordeel vast te stellen. Of het nu gaat om een exacte berekening of een schatting, de essentie blijft dat hetzelfde voordeel niet mag worden gedubbeld.

  1. Redelijkheid en billijkheid

Artikel 6:233 BW vereist dat sancties redelijk en billijk zijn. Een abstracte berekeningsmethode mag niet leiden tot een onevenredige of onterechte confiscatie. Als bijvoorbeeld al eerder een bedrag is ontnomen als crimineel voordeel uit de onderliggende strafbare feiten, mag dit niet opnieuw worden meegenomen in de berekening van het voordeel uit witwassen.

  1. Jurisprudentie Hoge Raad

De Hoge Raad heeft herhaaldelijk benadrukt dat de regel tegen dubbele confiscatie van toepassing is, ongeacht de methode van berekening. Zie bijvoorbeeld arresten zoals HR 21 december 2010, NJ 2011/298 . In deze jurisprudentie wordt gesteld dat de rechter moet controleren of er geen overlap bestaat tussen de ontnomen bedragen uit verschillende strafbare feiten.

Praktische implicaties

Bij het hanteren van een abstracte berekeningsmethode moet de rechter dus extra zorgvuldig zijn om te voorkomen dat er sprake is van dubbele confiscatie. Dit betekent:

  • Dat de rechter expliciet moet onderzoeken of er al eerder crimineel voordeel is ontnomen uit de onderliggende strafbare feiten.
  • Dat de schatting van het criminele voordeel bij witwassen rekening houdt met deze eerdere confiscatie.

Indien blijkt dat er overlap bestaat, dient de rechter dit te corrigeren om te voldoen aan de regel van de Hoge Raad.

Conclusie

De door de Hoge Raad ontwikkelde regel over het ontnemen van voordeel na een veroordeling wegens witwassen blijft gelden, zelfs wanneer een abstracte berekeningsmethode is gehanteerd. De grondslag voor deze regel ligt in de beginselen van redelijkheid en billijkheid, zoals verankerd in artikel 6:233 BW, en in de jurisprudentie van de Hoge Raad. Deze regel voorkomt dubbele confiscatie en zorgt ervoor dat de sancties proportioneel en rechtvaardig blijven, ongeacht de gebruikte berekeningsmethode.

Antwoord: Ja, de regel blijft gelden bij een abstracte berekeningsmethode. De grondslag is het voorkomen van dubbele confiscatie, zoals gebaseerd op redelijkheid en billijkheid (art. 6:233 BW) en de jurisprudentie van de Hoge Raad.

Cursus tuchtrecht voor advocaten

De Praktizijns-Sociëteit en advocatenkantoor Van Rijckevorsel Mencke organiseren op 22 mei 2025 vanaf 15.00 uur de cursus Tuchtrecht voor advocaten. Tijdens deze cursus worden de belangrijkste thema’s binnen het gedrags- en tuchtrecht van de advocatuur besproken. Er wordt aandacht besteed aan kwesties die veelvuldig aan Lees meer

15 april | 2025|
Advertentie

 

Ga naar de bovenkant