Personen- en Familierecht

De resultaten van maart 2025

Waardering ChatGPT 4o

Waardering ChatGPT 4o mini

Waardering Claude

Waardering Gemini

Waardering Deepseek

Waardering Qwen

Casus

Zien de inspannings- en aanzegverplichting uit het arrest Max-Planck conform het Nederlandse arbeidsrecht ook op vakantie die is opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan? Het antwoord is bedoeld voor juristen.

Het antwoord van ChatGPT 4o


Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van
artikel 8 EVRM. Dit is gebaseerd op de uitleg die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft gegeven aan het recht op respect voor familie- en privéleven in zijn jurisprudentie.

Juridische grondslag

Artikel 8 EVRM
Artikel 8 EVRM beschermt het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven. De formulering luidt:

“Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.”

Hoewel het artikel op zichzelf geen expliciet recht op gezinsvorming of voortplanting noemt, heeft het EHRM dit recht afgeleid uit het begrip privé- en gezinsleven.

 

Jurisprudentie van het EHRM

  • In Evans t. Verenigd Koninkrijk (EHRM 10 april 2007, nr. 6339/05) over cryopreservatie van embryo’s, bevestigde het Hof dat de keuze om al dan niet een gezin te stichten en kinderen te krijgen een essentieel aspect is van het recht op privéleven onder artikel 8 EVRM.
  • In Dickson t. Verenigd Koninkrijk (EHRM 4 december 2007, nr. 44362/04) erkende het Hof dat zelfs gedetineerden het recht hebben om via kunstmatige inseminatie een gezin te stichten, waarbij werd geoordeeld dat staatsinmenging een legitiem doel moet dienen en proportioneel moet zijn.
  • In A, B en C t. Ierland (EHRM 16 december 2010, nr. 25579/05) werd bevestigd dat voortplantingskeuzes en toegang tot medische faciliteiten in verband met gezinsvorming binnen de werkingssfeer van artikel 8 EVRM vallen.

Beperking door de Staat

  • Hoewel artikel 8 EVRM bescherming biedt aan de wens om een gezin te stichten, is dit recht niet absoluut.
  • Lid 2 van artikel 8 EVRM stelt dat inmenging door de overheid mogelijk is, mits dit:
    Wettelijk is vastgelegd, een legitiem doel dient (zoals bescherming van de rechten van anderen, volksgezondheid, of openbare orde), en noodzakelijk en proportioneel is in een democratische samenleving.
  • Dit betekent dat staten enige beleidsvrijheid (“margin of appreciation”) hebben bij het reguleren van zaken als toegang tot voortplantingstechnieken, draagmoederschap en adoptie.

Conclusie

De wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM, specifiek binnen het recht op privéleven. Dit is bevestigd in verschillende EHRM-uitspraken, waarin het Hof heeft erkend dat voortplantingskeuzes en gezinsvorming fundamentele aspecten zijn van persoonlijke autonomie. Echter, dit recht is niet onbeperkt en kan onder bepaalde voorwaarden door de staat worden gereguleerd.

Het antwoord van ChatGPT 4o mini


De wens om een gezin te stichten en de reikwijdte van artikel 8 EVRM

Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Artikel 8 EVRM beschermt het recht op respect voor privé- en familieleven, en de wens om een gezin te stichten wordt doorgaans beschouwd als onderdeel van het recht op privéleven en gezinsleven.

Grondslag en relevante jurisprudentie

  • Artikel 8 EVRM – Bescherming van privé- en familieleven: Artikel 8 van het EVRM luidt als volgt:


    “1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 2. Er mag geen inmenging zijn door een openbaar gezag in de uitoefening van dit recht, behalve wanneer dit in overeenstemming is met de wet en noodzakelijk is in een democratische samenleving in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid, het economisch welzijn van het land, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.”


    Het recht op gezinsleven in artikel 8 omvat niet alleen de bestaande gezinsrelaties, maar ook de wens om een gezin te stichten, bijvoorbeeld door middel van huwelijk, gezinsplanning of vruchtbaarheidsbehandelingen.
  • Jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM): Het EHRM heeft in verschillende zaken het recht van individuen op het stichten van een gezin als onderdeel van het recht op respect voor privé- en gezinsleven erkend. Een belangrijk arrest in dit verband is Keegan v. Ierland (1994), waarin het Hof benadrukte dat de wens om een gezin te stichten onder de bescherming van artikel 8 EVRM valt. Dit betreft zowel het recht om te trouwen als het recht om een gezin te stichten.

    In Evans v. the United Kingdom (2007) heeft het EHRM eveneens vastgesteld dat het recht op gezinsleven de mogelijkheid omvat voor paren om kinderen te krijgen en een gezin te stichten, wat ook van invloed kan zijn op toegang tot bepaalde vormen van medische behandelingen (zoals vruchtbaarheidsbehandelingen).
  • Uitbreiding van het recht op gezinsleven: De wens om een gezin te stichten is niet alleen beperkt tot biologische ouderschap, maar kan ook de wens om een gezin te vormen door middel van adoptie, ivf-behandeling of andere vormen van gezinsvorming omvatten. Het EHRM heeft in meerdere gevallen aangegeven dat belemmeringen voor het stichten van een gezin (zoals juridische of medische beperkingen) het recht op respect voor het gezinsleven kunnen schenden, indien deze belemmeringen niet gerechtvaardigd kunnen worden op basis van de in artikel 8, lid 2, genoemde uitzonderingen.

Conclusie:

De wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM, aangezien dit recht betrekking heeft op gezinsleven en privéleven. Dit is in lijn met de jurisprudentie van het EHRM, die heeft bevestigd dat het recht om een gezin te stichten onderdeel is van de bescherming die artikel 8 EVRM biedt. Het recht om een gezin te stichten kan implicaties hebben voor bijvoorbeeld gezinsplanning, vruchtbaarheidsbehandelingen en adoptie, en kan worden ingeperkt alleen als dit noodzakelijk en gerechtvaardigd is volgens de beperkingen van artikel 8, lid 2.

Het antwoord van Claude


De wens om een gezin te stichten onder artikel 8 EVRM

De wens om een gezin te stichten valt inderdaad onder de bescherming van artikel 8 EVRM. Deze conclusie is gebaseerd op zowel de tekst van het artikel als de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

Tekst artikel 8 EVRM

Artikel 8 lid 1 EVRM luidt: “Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.”

Jurisprudentiële onderbouwing

Het EHRM heeft in meerdere uitspraken bevestigd dat de wens om een gezin te stichten binnen de reikwijdte van artikel 8 EVRM valt:

  • Evans t. Verenigd Koninkrijk (EHRM 10 april 2007, nr. 6339/05) Het Hof overwoog expliciet dat het recht op respect voor de beslissing om genetisch ouder te worden valt binnen het toepassingsgebied van artikel 8.
  • Dickson t. Verenigd Koninkrijk (EHRM 4 december 2007, nr. 44362/04) Het Hof bevestigde dat artikel 8 van toepassing is op de klachten van gedetineerden die kunstmatige inseminatie wensten om een gezin te kunnen stichten.
  • S.H. e.a. t. Oostenrijk (EHRM 3 november 2011, nr. 57813/00) Het Hof overwoog dat het recht van een paar om een kind te verwekken en daarvoor medisch geassisteerde voortplanting te gebruiken, beschermd wordt door artikel 8, aangezien deze keuze een vorm van expressie is van het privé- en gezinsleven.
  • Paradiso en Campanelli t. Italië (EHRM 24 januari 2017, nr. 25358/12) Het Hof erkende dat het voornemen om een gezin te stichten onder de bescherming van “privéleven” in artikel 8 EVRM valt.

Aanvullende overwegingen

  • Het EHRM interpreteert artikel 8 EVRM doorgaans ruim en dynamisch (“living instrument”-doctrine).
  • De bescherming betreft niet alleen het traditionele gezinsleven, maar ook:
  • Het recht op toegang tot kunstmatige voortplantingstechnieken
  • Draagmoederschap (zij het met een ruime beoordelingsmarge voor staten)
  • Adoptie (in samenhang met artikel 12 EVRM)
  • Staten behouden een aanzienlijke “margin of appreciation” bij de regulering van deze materie, gelet op de ethische en morele dimensies.

Beroep op artikel 8 EVRM in concrete gevallen

Bij een beroep op artikel 8 EVRM inzake de wens om een gezin te stichten, moet rekening worden gehouden met:

  • De proportionaliteitstoets
  • Eventuele botsende rechten en belangen
  • De mate waarin de staat positieve verplichtingen heeft om de wens te faciliteren

De juridische bescherming onder artikel 8 EVRM betekent niet dat er een absoluut recht bestaat op maatregelen die het stichten van een gezin mogelijk maken, maar wel dat beperkingen hiervan moeten voldoen aan de voorwaarden van artikel 8 lid 2 EVRM.

Het antwoord van Gemini


Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit artikel beschermt het recht op eerbiediging van het privéleven, het familie- en gezinsleven.

Hier is een juridische analyse:

Kern van artikel 8 EVRM

  • Artikel 8 EVRM garandeert het recht op respect voor iemands privéleven, familie- en gezinsleven, woning en correspondentie.
  • Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in zijn jurisprudentie een brede interpretatie gegeven aan het begrip ‘familie- en gezinsleven’.

Toepassing op de wens om een gezin te stichten

  • Het EHRM heeft erkend dat de wens om een gezin te stichten een fundamenteel aspect is van het privé- en gezinsleven.
  • Dit betekent dat artikel 8 EVRM bescherming biedt aan personen die de wens hebben om een gezin te stichten, ook als zij nog geen gezin hebben.
  • Dit recht is ook relevant in situaties waarin personen worden geconfronteerd met obstakels bij het vervullen van hun kinderwens, bijvoorbeeld door medische redenen of door wet- en regelgeving.

Grondslag in jurisprudentie

  • De jurisprudentie van het EHRM heeft bevestigd dat artikel 8 EVRM ook van toepassing is op situaties die verband houden met voortplanting en het stichten van een gezin.
  • Het EHRM heeft bijvoorbeeld geoordeeld dat beperkingen op toegang tot vruchtbaarheidsbehandelingen een inbreuk kunnen vormen op artikel 8 EVRM.
  • Daarnaast is artikel 12 van het EVRM ook van belang. Hierin staat dat mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht hebben te huwen en een gezin te stichten.

Belangrijke overwegingen

  • De reikwijdte van artikel 8 EVRM is niet onbeperkt. Inbreuken op dit recht kunnen gerechtvaardigd zijn als zij voldoen aan de eisen van proportionaliteit en noodzakelijkheid in een democratische samenleving.
  • De beoordeling van of een inbreuk op artikel 8 EVRM gerechtvaardigd is, is afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval.

Conclusie

De wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM. Dit artikel beschermt het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven, en de jurisprudentie van het EHRM heeft bevestigd dat dit recht ook van toepassing is op situaties die verband houden met voortplanting en het stichten van een gezin.

Het antwoord van Deepseek


Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van
artikel 8 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens), dat het recht op respect voor het privé- en gezinsleven beschermt. Dit is gebaseerd op de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), dat heeft bepaald dat het recht op gezinsleven ook de wens om een gezin te stichten omvat, inclusief aspecten zoals adoptie, voortplanting en toegang tot vruchtbaarheidsbehandelingen.

Grondslag in artikel 8 EVRM

Artikel 8 EVRM luidt:

  • Eenieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
  • Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Jurisprudentie van het EHRM

Het EHRM heeft in verschillende zaken benadrukt dat de wens om een gezin te stichten onder de bescherming van artikel 8 EVRM valt. Enkele belangrijke arresten zijn:

  • Evans vs. het Verenigd Koninkrijk (2007, appl.nr. 6339/05)
    In deze zaak oordeelde het EHRM dat beslissingen over het gebruik van bevroren embryo’s raken aan het recht op respect voor het privé- en gezinsleven. Het Hof erkende dat de wens om een genetisch eigen kind te krijgen valt onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM.
  • Dickson vs. het Verenigd Koninkrijk (2007, appl.nr. 44362/04)
    Het EHRM oordeelde dat het recht op gezinsleven ook de mogelijkheid om kinderen te verwekken omvat, zelfs in detentieomstandigheden. Het Hof benadrukte dat de staat een zekere mate van respect moet tonen voor de wens van individuen om een gezin te stichten.
  • S.H. en anderen vs. Oostenrijk (2011, appl.nr. 57813/00)
    In deze zaak betrof het de toegang tot vruchtbaarheidsbehandelingen. Het EHRM oordeelde dat beperkingen op het gebruik van bepaalde voortplantingstechnieken een inmenging vormen in het recht op respect voor het privé- en gezinsleven. Het Hof stelde dat de staat een brede beleidsvrijheid heeft, maar dat beperkingen wel proportioneel en gerechtvaardigd moeten zijn.

Relevantie voor Nederland

In Nederland is artikel 8 EVRM van groot belang in zaken die gaan over:

  • Toegang tot vruchtbaarheidsbehandelingen.
  • Adoptieprocedures.
  • Gezinshereniging van migranten.
  • Beperkingen op het recht om kinderen te krijgen (bijvoorbeeld in detentieomstandigheden).

De Nederlandse rechter houdt rekening met de jurisprudentie van het EHRM bij de uitleg van artikel 8 EVRM. Dit betekent dat de wens om een gezin te stichten bescherming geniet, tenzij een inmenging door de overheid voldoet aan de vereisten van artikel 8, lid 2 EVRM (wettelijke grondslag, noodzakelijkheid in een democratische samenleving en proportionaliteit).

Conclusie

De wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM. Dit is gebaseerd op de jurisprudentie van het EHRM, dat heeft erkend dat het recht op gezinsleven ook de wens om kinderen te krijgen omvat. De bescherming strekt zich uit tot zaken zoals vruchtbaarheidsbehandelingen, adoptie en gezinshereniging. Inmenging door de overheid is alleen toegestaan als deze voldoet aan de voorwaarden van artikel 8, lid 2 EVRM.

Dit antwoord is bedoeld voor juristen en is gebaseerd op de geldende jurisprudentie en verdragsbepalingen.

Het antwoord van Qwen


Antwoord

Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Dit is gebaseerd op de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), die het recht op respect voor het privé- en familieleven breed heeft uitgelegd. Hoewel artikel 8 EVRM geen expliciet “recht op een gezin” vermeldt, wordt de wens om een gezin te stichten erkend als een aspect dat valt onder de bescherming van dit artikel.

Artikel 8 EVRM: Beschermde rechten

Artikel 8 EVRM luidt:

“Iedereen heeft recht op eerbiediging van zijn privé- en familieleven, zijn woning en zijn briefwisseling.”

Deze bepaling biedt brede bescherming aan verschillende aspecten van het persoonlijke leven, waaronder relaties, gezinsvorming en -leven. Het EHRM heeft herhaaldelijk benadrukt dat artikel 8 niet alleen bestaande gezinsbanden beschermt, maar ook de mogelijkheid om een gezin te vormen of uit te breiden.

Jurisprudentie van het EHRM

De jurisprudentie van het EHRM laat zien dat de wens om een gezin te stichten onder artikel 8 valt. Enkele belangrijke arresten zijn:

  1. Arrest Marckx v. België (1979)

In dit arrest oordeelde het EHRM dat artikel 8 EVRM ook betrekking heeft op de vorming van gezinsbanden. Hoewel de tekst van artikel 8 geen expliciet “recht op een gezin” vermeldt, werd vastgesteld dat de bescherming van het familieleven ook gericht is op de mogelijkheid om een gezin te stichten.

  1. Arrest Keegan v. Ierland (1994)

Dit arrest benadrukte dat de bescherming van het privé- en familieleven ook van toepassing is op situaties waarin personen het recht nastreven om een gezin te vormen of hun gezinsbanden te behouden.

  1. Arrest Costa en Pavan v. Italië (2012)

In dit arrest veroordeelde het EHRM Italië omdat het land wetgeving had die paren met erfelijke ziekten verbood om toegang te krijgen tot IVF-behandelingen. Het Hof oordeelde dat dit een schending was van artikel 8 EVRM, omdat het de mogelijkheid om een gezin te stichten onredelijk beperkte.

  1. Arrest S.H. en anderen v. Oostenrijk (2011)

In dit arrest werd vastgesteld dat de weigering van een lidstaat om homoseksuele paren dezelfde adoptierechten te geven als heteroseksuele paren een schending was van artikel 8 EVRM. Het Hof benadrukte dat het recht om een gezin te stichten een essentieel onderdeel is van het privé- en familieleven.

Grenzen van artikel 8 EVRM

Hoewel de wens om een gezin te stichten onder artikel 8 EVRM valt, is het belangrijk te benadrukken dat dit artikel geen absoluut recht schept. Lidstaten hebben een zekere marge van waardering bij het bepalen hoe zij de bescherming van dit recht organiseren. Dit betekent dat staten bijvoorbeeld bepaalde restricties kunnen opleggen aan methoden om een gezin te stichten (zoals adoptie of IVF), mits deze restricties gerechtvaardigd zijn en in overeenstemming zijn met de vereisten van artikel 8, lid 2 EVRM:

“Beperkingen die door de wet zijn voorzien en noodzakelijk zijn in een democratische samenleving ter bescherming van de nationale veiligheid, de openbare orde, de gezondheid of de zeden of ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen, worden niet als in strijd met dit artikel aangemerkt.”

Het EHRM evalueert dan of de maatregelen van de staat evenredig en noodzakelijk zijn.

Toepassingen in de praktijk

De bescherming van de wens om een gezin te stichten onder artikel 8 EVRM kan zich uiten in verschillende contexten, zoals:

  • Toegang tot medische hulpmiddelen voor voortplanting (bijvoorbeeld IVF-behandelingen).
  • Adoptierechten voor verschillende soorten paren (bijvoorbeeld homoseksuele paren).
  • Beperkingen op gezinsvorming op grond van migratieregels.
  • Maatregelen die de mogelijkheid om een gezin te stichten onredelijk bemoeilijken (bijvoorbeeld door financiële of bureaucratische obstakels).

Conclusie

De wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM, omdat dit artikel brede bescherming biedt aan het privé- en familieleven. Deze interpretatie is gebaseerd op de jurisprudentie van het EHRM, zoals blijkt uit arresten zoals Marckx , Keegan , Costa en Pavan en S.H. en anderen . Tegelijkertijd is het belangrijk te beseffen dat artikel 8 geen absoluut recht schept en dat lidstaten een marge van waardering hebben bij het implementeren van maatregelen die invloed hebben op de vorming van een gezin.

Antwoord: ⬛ Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder artikel 8 EVRM, gebaseerd op de jurisprudentie van het EHRM, zoals Marckx , Keegan , Costa en Pavan en S.H. en anderen .

50% korting op SDU-content voor sociaal advocaten

Uitgeverij SDU komt met een uniek aanbod voor sociaal advocaten: wie via de Praktizijns-Sociëteit een abonnement op Rechtsorde afsluit tegen een sterk gereduceerd tarief, krijgt tijdelijk tot 30 september 50% korting op alle juridische content van SDU. Dit aanbod geldt voor alle sociaal advocaten die deelnemen Lees meer

17 mei | 2023|
Advertentie

 

Ga naar de bovenkant