Bestuursrecht februari 2025
De resultaten van februari 2025
Waardering ChatGPT 4o
Waardering ChatGPT 4o mini
Waardering Claude
Waardering Gemini
Waardering Deepseek
Waardering Qwen
Casus
Hoe specifiek mag de Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur? Wat is de grondslag hiervoor? Het antwoord is bedoeld voor een jurist.
Het antwoord van ChatGPT 4o
De Nederlandse bestuursrechter mag in een tussenuitspraken specifieke aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar moet daarbij de taakverdeling tussen bestuur en rechter respecteren. Dit betekent dat de rechter richtinggevende aanwijzingen kan geven over de wijze waarop het medisch onderzoek moet worden uitgevoerd of welke aspecten nader moeten worden onderzocht, zonder zelf de inhoudelijke medische beoordeling over te nemen.
Grondslag: Artikel 8:80a en 8:51a Awb (Tussenuitspraken en bestuurlijke lus)
De mogelijkheid om een bestuurlijke lus toe te passen is verankerd in artikel 8:51a Awb, dat de bestuursrechter de bevoegdheid geeft om het bestuursorgaan in de gelegenheid te stellen een geconstateerd gebrek te herstellen. Daarbij kan de rechter aanwijzingen geven over de wijze van herstel.
- In zaken waarbij medische advisering een rol speelt (zoals WIA, Wajong, of participatierecht), kan de rechter een bestuursorgaan opdragen om een nieuw of aanvullend medisch onderzoek te laten verrichten.
- De aanwijzingen kunnen betrekking hebben op aspecten zoals de volledigheid van het onderzoek, de onderbouwing van de conclusies en de wijze waarop de medische feiten zijn gewogen.
- De rechter mag echter niet zelf de medische beoordeling verrichten of de arts-adviseur dwingen tot een specifieke medische conclusie.
Jurisprudentie: Grenzen aan rechterlijke aanwijzingen
Uit rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) blijkt dat de bestuursrechter zich niet op de stoel van de medisch adviseur mag begeven, maar wel de zorgvuldigheid en consistentie van het medisch advies mag toetsen.
- CRvB 9 mei 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1417: De CRvB oordeelde dat een rechter in een tussenuitspraak het UWV mocht opdragen om de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) nader te onderbouwen, maar niet zelf mocht bepalen welke beperkingen een verzekeringsarts moest vaststellen.
- ABRvS 26 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3077: Hier werd bevestigd dat de bestuursrechter kan eisen dat een nieuw medisch advies expliciet ingaat op door de rechter geconstateerde gebreken, maar de medische inhoudelijke beoordeling bij het bestuursorgaan blijft.
Praktische toepassing in een tussenuitspraak
Een bestuursrechter kan bijvoorbeeld in een tussenuitspraak oordelen:
- Onderbouwing en volledigheid: Het bestuursorgaan moet nader onderbouwen waarom een bepaalde medische aandoening al dan niet leidt tot functionele beperkingen.
- Specifieke onderzoeksvragen: De arts-adviseur moet bijvoorbeeld nader ingaan op een specialistisch medisch rapport dat onvoldoende is meegenomen.
- Methodologische correcties: Indien een onderzoek niet conform richtlijnen is uitgevoerd, kan de rechter opdragen dit te corrigeren.
De rechter mag echter niet bepalen welke diagnose gesteld moet worden of zelf medische beperkingen formuleren.
Conclusie
De bestuursrechter mag in een tussenuitspraak specifieke aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar deze aanwijzingen moeten gericht zijn op de zorgvuldigheid en volledigheid van het onderzoek en mogen niet de medische inhoudelijke beoordeling overnemen. De grondslag hiervoor ligt in artikel 8:51a Awb, en dit wordt bevestigd door jurisprudentie van de CRvB en ABRvS.
Het antwoord van ChatGPT 4o mini
Tussenuitspraken en aanwijzingen van de bestuursrechter aan een arts-adviseur
De Nederlandse bestuursrechter mag in een tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar deze aanwijzingen moeten voldoen aan de grenzen van de rechterlijke taak en de procesautonomie van de bestuursorganen. Het verstrekken van aanwijzingen moet zorgvuldig en gemotiveerd gebeuren en mag de onafhankelijke positie van de arts-adviseur niet schenden.
Grondslag voor aanwijzingen in tussenuitspraken
De mogelijkheid voor de bestuursrechter om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur is gebaseerd op de bredere bevoegdheden die de rechter heeft in het kader van de procedure en het waarborgen van de rechtsbescherming van de betrokkenen. Dit kan gebaseerd zijn op:
- Artikel 8:69 Algemene wet bestuursrecht (Awb)
De bestuursrechter heeft de bevoegdheid om in een tussenuitsprak aanwijzingen te geven die kunnen bijdragen aan de besluitvorming. Dit houdt in dat de rechter kan sturen op het verkrijgen van aanvullende informatie, bijvoorbeeld door een arts-adviseur in te schakelen, zonder de beoordelingsruimte van het bestuursorgaan te overschrijden. De aanwijzingen zijn bedoeld om de beslissing van het bestuursorgaan te kunnen toetsen op volledigheid en rechtmatigheid, en om een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen.
- Artikel 8:77 Awb
Dit artikel stelt dat de bestuursrechter de procesgang kan beïnvloeden door bijvoorbeeld te bepalen dat bepaalde stukken moeten worden ingediend, en kan in sommige gevallen aangeven dat er aanvullende onderzoeken moeten plaatsvinden. Dit is van toepassing in gevallen waarin er specifieke deskundigheid nodig is (bijvoorbeeld in medisch-deskundige geschillen).
Beperkingen van de rechterlijke aanwijzingen aan een arts-adviseur
Hoewel de bestuursrechter aanwijzingen kan geven, moet deze zorgvuldig zijn in de uitvoering van zijn taak. Enkele belangrijke punten:
- Onafhankelijkheid van de arts-adviseur: De rechter mag geen bindende conclusies trekken over de medische beoordeling die door de arts-adviseur wordt uitgevoerd. De arts-adviseur moet zijn eigen deskundigheid behouden, en de rechter kan geen richting geven aan de inhoudelijke beoordeling van het medisch onderzoek.
- Informatieaanvulling: De rechter kan wel aanwijzingen geven in de zin van het opvragen van aanvullende informatie of nadere uitleg over het medisch oordeel dat reeds is gegeven, indien dit noodzakelijk is voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming.
- Geen beleidsruimte van bestuursorgaan beperken: De aanwijzingen van de rechter mogen niet de beleidsvrijheid van het bestuursorgaan beperken. De rechter kan bijvoorbeeld vragen om nadere medische onderbouwing, maar moet het bestuursorgaan wel de ruimte geven om die beoordeling zelf te maken.
Jurisprudentie
In verschillende arresten heeft de Raad van State aangegeven dat de bestuursrechter aanwijzingen kan geven, maar deze aanwijzingen moeten indirect zijn en mogen de onafhankelijke beoordeling van de arts-adviseur niet verstoren. Bijvoorbeeld in gevallen waar aanvullende medische rapportages of vervolgonderzoeken nodig zijn om tot een voldoende onderbouwd besluit te komen.
- Raad van State, 27 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:82
De Raad van State heeft bevestigd dat de rechter aanwijzingen mag geven in het kader van de procesgang, zoals het verkrijgen van aanvullende medische informatie, maar dit mag niet het oordeel van de arts-adviseur zelf beïnvloeden.
Conclusie
De bestuursrechter mag in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar deze aanwijzingen moeten zich beperken tot praktische of informatieve richting en mogen niet de onafhankelijke beoordeling van de arts-adviseur beïnvloeden. De grondslag hiervoor is artikel 8:69 Awb, dat de bestuursrechter bevoegd maakt om aanwijzingen te geven ter bevordering van een zorgvuldige besluitvorming, zonder de beoordelingsruimte van het bestuursorgaan of de arts-adviseur te schenden.
Het antwoord van Claude
De Nederlandse bestuursrechter heeft op grond van artikel 8:51a Awb een ruime bevoegdheid om in een tussenuitspraak aanwijzingen te geven aan het bestuur, maar deze bevoegdheid kent wel grenzen waar het gaat om aanwijzingen aan een arts-adviseur.
De grondslag en reikwijdte worden bepaald door:
- Artikel 8:51a Awb (bestuurlijke lus) in samenhang met artikel 3:2 Awb (zorgvuldigheidsbeginsel)
- Het beginsel van de formele rechtskracht en de taakafbakening tussen bestuur en rechter
- De medische autonomie van de arts-adviseur zoals beschermd door de Wet BIG
Uit jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep blijkt dat de bestuursrechter:
- Wel mag aangeven welke aspecten nader medisch onderzoek behoeven
- Wel mag wijzen op inconsistenties of hiaten in de medische onderbouwing
- Wel mag aangeven welke medische stukken betrokken moeten worden
- Niet mag voorschrijven welke specifieke medische onderzoeksmethoden gebruikt moeten worden
- Niet mag voorschrijven welke medische conclusies getrokken moeten worden
De CRvB heeft dit onder meer bevestigd in uitspraken: ECLI:NL:CRVB:2019:2016 ECLI:NL:CRVB:2017:1008
De ratio hierachter is dat de rechter wel moet kunnen sturen op een zorgvuldige besluitvorming (art. 3:2 Awb), maar daarbij de professionele autonomie van de arts-adviseur moet respecteren en niet op diens stoel mag gaan zitten.
Zou u geïnteresseerd zijn in een nadere analyse van specifieke uitspraken waarin deze grenzen zijn afgebakend?
Het antwoord van Gemini
De Nederlandse bestuursrechter kan in tussenuitspraken concrete aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur.
Grondslag:
- Artikel 8:51a Awb: Deze bepaling geeft de bestuursrechter de mogelijkheid om een tussenuitspraak te doen als nader onderzoek nodig is. De rechter kan het bestuursorgaan opdragen om binnen een bepaalde termijn een nader onderzoek te verrichten.
- Goede procesorde: De bestuursrechter is verantwoordelijk voor een goede procesorde. Dit houdt in dat de rechter kan ingrijpen om te voorkomen dat de procedure onnodig wordt vertraagd of dat er onduidelijkheid ontstaat over de uit te voeren onderzoeken.
Specificiteit van de aanwijzingen:
De aanwijzingen van de bestuursrechter kunnen specifiek zijn, maar moeten wel binnen de grenzen van de wet blijven. De rechter kan bijvoorbeeld aangeven welke aspecten van het medisch onderzoek nader moeten worden onderzocht of welke vragen aan de arts-adviseur moeten worden gesteld.
Grenzen:
De bestuursrechter mag geen নির্দেশ geven over de inhoud van de adviezen van de arts-adviseur. De arts-adviseur moet zijn oordeel onafhankelijk en professioneel kunnen vormen. De rechter mag de arts-adviseur ook niet opdragen om een bepaalde uitkomst te bereiken.
Voorbeelden van concrete aanwijzingen:
- Het opvragen van specifieke medische gegevens bij de behandelend arts.
- Het laten verrichten van een aanvullend onderzoek door een onafhankelijke medisch specialist.
- Het stellen van concrete vragen aan de arts-adviseur over de interpretatie van de medische gegevens.
Belang:
Concrete aanwijzingen van de bestuursrechter kunnen bijdragen aan een zorgvuldige en efficiënte besluitvorming. Ze kunnen voorkomen dat onduidelijkheden blijven bestaan of dat er onnodige vertraging optreedt in de procedure.
Het antwoord van Deepseek
De Nederlandse bestuursrechter heeft de bevoegdheid om in tussenuitspraken aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar deze bevoegdheid is niet onbeperkt. De rechter moet zich houden aan de grenzen van zijn rol en de wetgeving. Hieronder wordt toegelicht hoe specifiek deze aanwijzingen mogen zijn en wat de grondslag hiervoor is.
Hoe specifiek mogen de aanwijzingen zijn?
De bestuursrechter mag aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar deze moeten:
- Relevant zijn voor de beslissing: De aanwijzingen moeten betrekking hebben op de feiten en omstandigheden die van belang zijn voor de beslissing in de zaak.
- Niet vooringenomen zijn: De rechter mag de arts-adviseur niet sturen naar een bepaalde uitkomst of conclusie. De arts-adviseur moet onafhankelijk en objectief blijven.
- Binnen de juridische kaders blijven: De rechter mag geen medische oordelen vervangen of zich mengen in de medische expertise van de arts-adviseur. De aanwijzingen moeten zich beperken tot het verduidelijken van vragen of het aanvullen van informatie die nodig is voor een goede beslissing.
Voorbeelden van aanwijzingen kunnen zijn:
- Het verzoek om aanvullende medische informatie te verstrekken.
- Het verduidelijken van bepaalde medische bevindingen of diagnoses.
- Het vragen om een nadere onderbouwing van een conclusie.
De rechter mag echter niet:
- De arts-adviseur opdragen om een specifieke medische conclusie te trekken.
- Zich mengen in de inhoudelijke medische beoordeling, tenzij deze duidelijk onredelijk of onvoldoende gemotiveerd is.
Grondslag voor de aanwijzingen
De bevoegdheid van de bestuursrechter om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur is gebaseerd op:
Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb):
- Dit artikel regelt de bevoegdheid van de bestuursrechter om aanvullende onderzoeken te gelasten of partijen te verzoeken om bepaalde informatie te verstrekken. Dit kan ook het vragen om aanvullende medische informatie of een nadere onderbouwing van een advies omvatten.
- De rechter heeft hierbij een zekere mate van discretionaire bevoegdheid om te bepalen welke informatie nodig is voor een goede beslissing.
Het beginsel van een zorgvuldige procedure (artikel 3:2 Awb):
- De rechter moet ervoor zorgen dat de procedure zorgvuldig verloopt en dat alle relevante feiten en omstandigheden in de beslissing worden betrokken. Dit kan betekenen dat de rechter aanvullende informatie moet vragen als de huidige informatie onvoldoende is.
Het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM):
- Dit recht verplicht de rechter om ervoor te zorgen dat de procedure eerlijk verloopt en dat alle partijen voldoende gelegenheid hebben om hun standpunt naar voren te brengen. Dit kan inhouden dat de rechter aanvullende aanwijzingen geeft om de feiten te verduidelijken.
De onafhankelijkheid van de arts-adviseur:
- Hoewel de rechter aanwijzingen mag geven, moet de arts-adviseur onafhankelijk blijven in zijn medische beoordeling. Dit is gebaseerd op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de rol van deskundigen in bestuursrechtelijke procedures.
Praktijk van de bestuursrechter
In de praktijk geeft de bestuursrechter vaak aanwijzingen aan arts-adviseurs in zaken waar medische expertise een cruciale rol speelt, zoals bij:
- WIA-zaken (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).
- WAO-zaken (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering).
- Wajong-zaken (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten).
De rechter zal hierbij meestal vragen om aanvullende informatie of verduidelijking, maar zal zich onthouden van het geven van inhoudelijke medische opdrachten.
Conclusie
De Nederlandse bestuursrechter mag in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar deze moeten relevant zijn voor de beslissing, niet vooringenomen, en binnen de juridische kaders blijven. De rechter mag zich niet mengen in de medische inhoudelijke beoordeling, tenzij deze onredelijk of onvoldoende gemotiveerd is. De grondslag hiervoor is te vinden in artikel 8:54 Awb, het beginsel van een zorgvuldige procedure (artikel 3:2 Awb), het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) en de onafhankelijkheid van de arts-adviseur.
Dit antwoord is bedoeld voor juristen en gaat uit van de geldende wetgeving en rechtspraak op het moment van schrijven.
Het antwoord van Qwen
Antwoord:
De Nederlandse bestuursrechter heeft beperkte maar specifieke bevoegdheden om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur van het bestuur in tussenuitspraken. Deze bevoegdheden zijn gebaseerd op de rechtspraak en wetgeving die de rolverdeling tussen de rechter en deskundigen regelt. Hieronder volgt een gedetailleerde uitleg:
Bevoegdheid van de bestuursrechter:
De bestuursrechter kan in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar deze aanwijzingen mogen zich niet uitstrekken tot medische vragen of de inhoudelijke waardeoordeling van medische adviezen. De grondslag hiervoor ligt in de scheiding van taken tussen de rechter en deskundigen:
- Artikel 6 Europese Convention voor de Rechten van de Mens (EVRM): Garandeert het recht op een eerlijk proces. Dit houdt in dat de rechter onafhankelijk moet blijven en niet mag interfereren met de deskundige taak van de arts-adviseur.
- Algemene Wet Bestuursrecht (AWB), artikel 6:39: Reguleert de procedure voor het oproepen en gebruik van deskundigen in administratieve procedures. Hoewel dit artikel vooral gericht is op deskundigen in algemene zin, geldt ook hier dat de rechter geen directe invloed mag uitoefenen op de medische onderzoeksuitkomsten.
Specificiteit van aanwijzingen:
De bestuursrechter mag aanwijzingen geven over procedurale aspecten, zoals:
- Tijdschema’s: De rechter kan de arts-adviseur een redelijke termijn opleggen om een advies of rapport uit te brengen. Dit is gebaseerd op de noodzaak om de procedure doeltreffend en tijdig af te ronden.
- Informatieverlening: De rechter kan verlangen dat de arts-adviseur expliciet antwoord geeft op specifieke vragen die relevant zijn voor de zaak, mits deze vragen binnen de medische expertise van de adviseur vallen.
- Toelichting: De rechter kan vragen om toelichting op medische conclusies als deze onduidelijk of ontoereikend zijn. Dit is belangrijk om de rechtsvinding te onderbouwen.
Beperkingen:
- De rechter mag geen richtlijnen geven over de medische diagnose, behandelingsopties of prognoses.
- De rechter mag ook niet vooruitschrijven welke conclusies de arts-adviseur moet trekken.
Grondslag voor deze aanpak:
Rechtspraak van de Raad van State:
- In verschillende uitspraken heeft de Raad van State vastgesteld dat de rechter zich moet onthouden van ingrijpen in de deskundige taak van artsen-adviseurs. Het advies van de arts-adviseur dient te worden geëvalueerd op basis van de feiten en argumenten in de zaak, maar de rechter mag niet zelf medische conclusies trekken.
- Voorbeeld: Als een arts-adviseur een onvolledig rapport indient, kan de rechter vragen om aanvullingen, maar mag hij/zij niet aandringen op een bepaalde diagnose of conclusie.
Principe van deskundigheidsonafhankelijkheid:
- Artikel 6 EVRM vereist dat deskundigen onafhankelijk kunnen opereren. Dit betekent dat de rechter geen druk mag uitoefenen op de arts-adviseur om een bepaalde mening te verkondigen.
Doelmatigheid van de procedure:
- Artikel 6:39 AWB streeft naar een efficiënte procedure. Daarom mag de rechter aanwijzingen geven over de timing en structuur van het advies, zolang dit niet leidt tot ingrijpen in de inhoudelijke beoordeling door de arts-adviseur.
Praktische toepassing:
In praktijk wordt vaak geadviseerd dat de bestuursrechter:
- Vraagt om heldere en relevante antwoorden op specifieke vragen (bv. “Kunt u toelichten hoe u tot deze diagnose bent gekomen?” of “Welke functionaliteiten zijn volgens u beperkt?”).
- Aandringt op correcte en volledige informatie als het rapport tekortkomt.
- Geen eigen medische theorieën introduceert of probeert op te leggen aan de arts-adviseur.
Conclusie:
De Nederlandse bestuursrechter mag specifieke aanwijzingen geven aan een arts-adviseur in tussenuitspraken, maar deze moeten zich beperken tot procedurale kwesties, zoals tijdschema’s, informatieverlening en toelichting. De rechter mag niet ingrijpen in de medische inhoudelijke beoordeling van de arts-adviseur. Deze beperkingen zijn gebaseerd op artikel 6 EVRM, artikel 6:39 AWB en de rechtspraak van de Raad van State, die de onafhankelijkheid van deskundigen garanderen terwijl ze tegelijkertijd een efficiënte procedure nastreven.
50% korting op SDU-content voor sociaal advocaten
Uitgeverij SDU komt met een uniek aanbod voor sociaal advocaten: wie via de Praktizijns-Sociëteit een abonnement op Rechtsorde afsluit tegen een sterk gereduceerd tarief, krijgt tijdelijk tot 30 september 50% korting op alle juridische content van SDU. Dit aanbod geldt voor alle sociaal advocaten die deelnemen Lees meer
Advertentie