Ondernemingsrecht

De resultaten van december 2024

Waardering ChatGPT 4o – nog niet beoordeeld

Waardering ChatGPT 4o mini – nog niet beoordeeld

Waardering Claude – nog niet beoordeeld

Waardering Gemini – nog niet beoordeeld

Casus

Biedt het ondernemingsbegrip in het Nederlandse ondernemingsrecht, als economische eenheid, op zichzelf grondslag voor toerekening van aansprakelijkheid voor inbreukmakend gedrag van een bepaalde entiteit aan een of meer andere entiteiten binnen eenzelfde concern?

En wat is de grondslag voor die toerekening van aansprakelijkheid?

Het antwoord is bedoeld voor juristen.

Het antwoord van ChatGPT 4o

Het ondernemingsbegrip in het Nederlandse ondernemingsrecht, als economische eenheid, biedt op zichzelf geen grondslag voor de toerekening van aansprakelijkheid voor inbreukmakend gedrag van een bepaalde entiteit aan andere entiteiten binnen een concern. In het Nederlandse recht is de aansprakelijkheid in beginsel gebaseerd op het juridische entiteitsbeginsel, waarbij vennootschappen afzonderlijke rechtspersonen zijn met eigen rechten en verplichtingen (artikel 2:5 BW). De toerekening van aansprakelijkheid aan andere entiteiten binnen een concern kan echter plaatsvinden op grond van specifieke rechtsgronden en omstandigheden.

Grondslag voor toerekening van aansprakelijkheid

De toerekening van aansprakelijkheid aan andere entiteiten binnen een concern is afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval. De belangrijkste grondslagen zijn:

  1. Concernleiding en feitelijke zeggenschap
  • Grondslag: Het leerstuk van feitelijke leiding of sturing binnen een concern. Als kan worden aangetoond dat een moedermaatschappij of andere groepsentiteit feitelijk leiding heeft gegeven aan het inbreukmakende gedrag, kan aansprakelijkheid worden aangenomen.
  • Jurisprudentie: Het Chevron-arrest (HR 18 maart 2005, NJ 2005/191) benadrukt dat een moedermaatschappij aansprakelijk kan zijn als zij direct betrokken is bij de onrechtmatige daad van haar dochter of daarin heeft berust. Zeggenschap over de dochtermaatschappij is hierbij een belangrijke factor.
  1. Doorbraak van aansprakelijkheid (vereenzelviging)
  • Grondslag: Vereenzelviging kan worden aangenomen wanneer er sprake is van een zodanige verwevenheid tussen de activiteiten van entiteiten binnen een concern dat ze als één juridische entiteit moeten worden beschouwd. Dit is echter een uitzonderlijk geval.
  • Jurisprudentie: In het Albada Jelgersma-arrest (HR 13 oktober 2000, NJ 2000/659) werd gesteld dat vereenzelviging mogelijk is wanneer misbruik wordt gemaakt van het onderscheid tussen rechtspersonen, bijvoorbeeld om aansprakelijkheid te ontlopen.
  1. Onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW)
  • Grondslag: Als een moedermaatschappij (of andere groepsentiteit) wist of behoorde te weten van het inbreukmakend gedrag van een dochtermaatschappij en dit gedrag faciliteert of niet ingrijpt, kan aansprakelijkheid ontstaan op grond van onrechtmatige daad.
  • Jurisprudentie: In het Equatorial-arrest (HR 17 februari 1989, NJ 1990/427) werd vastgesteld dat een moedermaatschappij aansprakelijk kan zijn als zij zich onvoldoende inspant om schade door een dochtermaatschappij te voorkomen, terwijl zij een zorgplicht heeft jegens derden.
  1. Economische eenheid en mededingingsrecht
  • Grondslag: In het mededingingsrecht kan een concern als economische eenheid worden aangemerkt, waardoor inbreukmakend gedrag van één entiteit kan worden toegerekend aan andere entiteiten binnen dezelfde economische eenheid.
  • Jurisprudentie: Het Akzo Nobel-arrest (HvJ EU 10 september 2009, zaak C-97/08) bevestigde dat in het mededingingsrecht de moedermaatschappij aansprakelijk kan worden gehouden voor gedragingen van een dochtermaatschappij als zij beslissende invloed uitoefent op het gedrag van die dochter.

Ondernemingsbegrip en toerekening

Hoewel het ondernemingsbegrip als economische eenheid nuttig kan zijn om de verwevenheid tussen entiteiten binnen een concern vast te stellen, biedt het op zichzelf geen juridische grondslag voor toerekening van aansprakelijkheid. Het ondernemingsbegrip is voornamelijk een economische of organisatorische notie en geen zelfstandige juridische basis voor aansprakelijkheid.

  1. Conclusie

Het ondernemingsbegrip in het Nederlandse ondernemingsrecht biedt op zichzelf geen grondslag voor de toerekening van aansprakelijkheid aan andere entiteiten binnen een concern. Aansprakelijkheid kan worden gebaseerd op rechtsgronden zoals feitelijke leiding, onrechtmatige daad, of in specifieke contexten (zoals mededingingsrecht) het concept van de economische eenheid. De toepasselijkheid van deze grondslagen hangt af van de mate van betrokkenheid, zeggenschap, en verwevenheid tussen de entiteiten.

Het antwoord van ChatGPT 4o mini

In het Nederlandse ondernemingsrecht biedt het ondernemingsbegrip als economische eenheid op zichzelf geen directe grondslag voor de toerekening van aansprakelijkheid voor inbreukmakend gedrag van een bepaalde entiteit aan een andere entiteit binnen eenzelfde concern. De aansprakelijkheid binnen een concern wordt in de meeste gevallen niet automatisch door de juridische structuur van het concern overgedragen van de ene entiteit naar de andere. De basis voor aansprakelijkheid en toerekening van inbreukmakend gedrag moet in het algemeen gezocht worden in aansprakelijkheidsregels, zoals die in het Burgerlijk Wetboek (BW) en andere specifieke regelgeving zijn neergelegd.

Juridische zelfstandigheid van entiteiten binnen een concern

In Nederland wordt een concern vaak juridisch gestructureerd in de vorm van meerdere rechtspersonen (bijvoorbeeld dochtermaatschappijen en moedermaatschappijen), die op zichzelf als zelfstandige entiteiten worden beschouwd. Dit betekent dat in beginsel elke entiteit binnen een concern aansprakelijk is voor haar eigen handelingen, inclusief inbreukmakend gedrag, en dat er geen automatische aansprakelijkheidsovername is van de ene entiteit naar de andere.

  • Dit principe is in lijn met de zelfstandigheid van rechtspersonen die in het Nederlands recht geldt, zoals verankerd in artikel 2:5 BW (wat betreft de oprichting en het bestaan van rechtspersonen) en het algemene uitgangspunt dat de rechtspersoonlijkheid recht doet aan een entiteit die zelfstandig kan handelen en verplichtingen aangaan.

Toerekening van aansprakelijkheid binnen een concern

Hoewel het ondernemingsbegrip als economische eenheid geen directe grondslag biedt voor de toerekening van aansprakelijkheid, kunnen er in bepaalde gevallen juridische grondslagen zijn voor de toerekening van aansprakelijkheid aan een andere entiteit binnen een concern. Dit kan in specifieke situaties gebeuren, bijvoorbeeld:

  • Inbreukmakend gedrag door een dochtermaatschappij: De moedermaatschappij kan aansprakelijk worden gesteld voor de daden van een dochtermaatschappij, maar dan moet er een grondslag voor doorbreking van de rechtspersoonlijkheid zijn. Dit kan onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld in geval van misbruik van rechtspersoonlijkheid of fraude, zoals geregeld in het BW of op basis van jurisprudentie. Bijvoorbeeld, als de moedermaatschappij zodanig invloed uitoefent op de dochtermaatschappij dat deze als haar verlengstuk wordt beschouwd, kan in uitzonderlijke gevallen de aansprakelijkheid van de dochtermaatschappij aan de moedermaatschappij worden toegerekend.
  • Toerekening op basis van verantwoordelijkheid: Als een moedermaatschappij invloed heeft op de beslissingen van haar dochtermaatschappij, bijvoorbeeld in geval van concentraties of bij wettelijke aansprakelijkheid, kan de moedermaatschappij aansprakelijk zijn voor inbreuken die worden gepleegd door de dochtermaatschappij. Dit gebeurt echter doorgaans alleen als er sprake is van een vorm van verantwoordelijkheid die wordt toegerekend aan de moedermaatschappij, zoals bij artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad), waarbij de moedermaatschappij verantwoordelijk kan worden gehouden voor bepaalde inbreuken die in de uitoefening van het concern plaatsvinden.
  • Fiscale aansprakelijkheid: In het geval van belastingverplichtingen kan er onder omstandigheden ook sprake zijn van aansprakelijkheid van de moedermaatschappij voor de schulden van dochtermaatschappijen, bijvoorbeeld op grond van artikel 34 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (in verband met het vooropgestelde concernbeleid bij fiscale aansprakelijkheid).

Grondslag voor toerekening van aansprakelijkheid

De toerekening van aansprakelijkheid kan plaatsvinden op basis van verschillende juridische grondslagen:

  • Artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad): Hierin wordt bepaald dat een persoon die een onrechtmatige daad verricht, aansprakelijk kan worden gesteld. In sommige gevallen kan de moedermaatschappij aansprakelijk worden gesteld voor handelingen van haar dochter, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een ongeoorloofde sturing of ingrijpen in de bedrijfsvoering van de dochtermaatschappij.
  • Misbruik van rechtspersoonlijkheid: De rechtspraak heeft enkele gevallen gekend waarin de rechtspersoonlijkheid van een dochtermaatschappij werd doorbroken, en de moedermaatschappij aansprakelijk werd gesteld voor haar handelingen, bijvoorbeeld in gevallen van fraude of het misbruiken van de rechtspersoon. Dit is vaak het geval wanneer de dochtermaatschappij slechts een “letterlijk” vehikel is zonder wezenlijke economische activiteiten van zichzelf.
  • Fiscale wetgeving: Zoals eerder genoemd kan er op basis van fiscale wetgeving en regeling zoals de artikel 34 AWR fiscale aansprakelijkheid worden toegerekend aan een moedermaatschappij voor belastingverplichtingen van haar dochter.

Jurisprudentie en rechtspraak

De rechtspraak speelt een belangrijke rol bij de interpretatie van wanneer de aansprakelijkheid van een dochtermaatschappij kan worden toegerekend aan de moedermaatschappij. In enkele gevallen wordt aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden of fiscale verplichtingen naar de moedermaatschappij doorgetrokken, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een misbruik van rechtspersoonlijkheid of van een inbreukmakende coördinatie binnen het concern. In andere gevallen blijft de aansprakelijkheid beperkt tot de entiteit die de handeling zelf heeft verricht.

Conclusie

Het ondernemingsbegrip in het Nederlandse ondernemingsrecht biedt als economische eenheid op zichzelf geen directe grondslag voor de toerekening van aansprakelijkheid voor inbreukmakend gedrag van een entiteit aan een andere entiteit binnen hetzelfde concern. Toerekening van aansprakelijkheid kan plaatsvinden op basis van specifieke aansprakelijkheidsregels, zoals de onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW), de doorbraak van de rechtspersoonlijkheid, of fiscale aansprakelijkheid. De rechtspraak en wetgeving bieden de kaders waarin een dergelijke aansprakelijkheid kan worden toegerekend, maar dit is geen automatische situatie en vereist een gedegen juridische beoordeling van de feiten en omstandigheden van het geval.

Het antwoord van Claude

Juridische analyse van toerekening van aansprakelijkheid binnen concernverhoudingen:

Principiële beoordeling Het enkele feit dat sprake is van een economische eenheid binnen een concern biedt op zichzelf onvoldoende grondslag voor automatische toerekening van aansprakelijkheid voor onrechtmatige gedragingen.

Toerekeningsgrondslagen

  • Feitelijke zeggenschap en instructiemacht
  • Eenheid van beleid en organisatorische verwevenheid
  • Doorbraak van aansprakelijkheid op basis van Staat der Nederlanden/Slavenburg-criteria
  • Beginsel van eigen rechtspersoonlijkheid

Juridische toetsingscriteria

  • Mate van feitelijke betrokkenheid bij onrechtmatige gedraging
  • Mogelijkheid tot preventief ingrijpen
  • Bewuste of verwijtbare aanvaarding van onrechtmatig handelen
  • Functionele beschikkingsmacht over de gedraging

Rechtsbronnen

  • HR 25 april 2008, NJ 2008/253 (Spijkers-maatstaf)
  • HR 6 oktober 1989, NJ 1990/305 (Staat/Slavenburg)
  • Beginselen van Corporate Governance
  • Artikel 2:24c BW inzake economische eenheid

Conclusie: Toerekening van aansprakelijkheid vereist meer dan enkel het bestaan van een economische eenheid en vergt een gedetailleerde, contextuele beoordeling van de specifieke omstandigheden.

Het antwoord van Gemini

De vraag naar de toerekening van aansprakelijkheid binnen een concern, waarbij het ondernemingsbegrip als economische eenheid centraal staat, is een complex vraagstuk in het Nederlandse ondernemingsrecht.

Het ondernemingsbegrip als economische eenheid

Het ondernemingsbegrip in het Nederlandse recht is inderdaad gericht op het vaststellen van een economische eenheid. Deze eenheid wordt gekenmerkt door een duurzame organisatie die gericht is op het verrichten van economische activiteiten. Het gaat hierbij om een functionele benadering, waarbij de juridische vorm van de betrokken entiteiten minder bepalend is dan de feitelijke verwevenheid van hun activiteiten.

Toerekening van aansprakelijkheid

De vraag is nu of deze economische eenheid op zichzelf al voldoende grondslag biedt om aansprakelijkheid voor inbreukmakend gedrag van één entiteit toe te rekenen aan een andere entiteit binnen hetzelfde concern.

Het antwoord hierop is genuanceerd en hangt af van verschillende factoren, waaronder:

  • De aard van de inbreuk: Bij sommige inbreuken, zoals mededingingsrechtelijke overtredingen, wordt sneller aangenomen dat er sprake is van een economische eenheid en dat daarom aansprakelijkheid kan worden toegerekend aan het gehele concern.
  • De mate van verwevenheid: Hoe groter de verwevenheid tussen de verschillende entiteiten, hoe eerder aansprakelijkheid kan worden toegerekend. Factoren die hierbij een rol spelen zijn onder meer:
  • Gemeenschappelijke leiding
  • Gedeelde financiële middelen
  • Geïntegreerde bedrijfsvoering
  • Eenheid van beleid
  • De bedoeling van de wet: De wetgever kan in bepaalde wetgeving specifiek regels hebben opgenomen over de toerekening van aansprakelijkheid binnen een concern.

Grondslagen voor toerekening

Als er voldoende aanwijzingen zijn dat verschillende entiteiten binnen een concern in feite als één economische eenheid functioneren, kunnen de volgende grondslagen voor toerekening van aansprakelijkheid worden overwogen:

  • Schijn van vertegenwoordiging: Als een entiteit zich zo gedraagt dat derden gerechtvaardigd op kunnen maken dat zij namens een andere entiteit handelt, kan deze laatste aansprakelijk worden gesteld.
  • Onrechtmatige daad: Als een entiteit onrechtmatig handelt en een andere entiteit daaruit voordeel heeft, kan onder bepaalde voorwaarden aansprakelijkheid worden toegerekend aan deze laatste entiteit.
  • Doorbreking van de rechtspersoonlijkheid: In uitzonderlijke gevallen kan de rechtspersoonlijkheid van een vennootschap worden doorbroken, waardoor de aandeelhouders of bestuurders persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

Jurisprudentie

De Nederlandse rechtspraak biedt verschillende voorbeelden van gevallen waarin de rechter heeft geoordeeld dat aansprakelijkheid voor inbreukmakend gedrag van één entiteit kon worden toegerekend aan een andere entiteit binnen hetzelfde concern. Belangrijke arresten op dit gebied zijn onder meer het Skanska-arrest en het Yukos-arrest.

Conclusie

Het ondernemingsbegrip als economische eenheid kan een belangrijke rol spelen bij de vraag of aansprakelijkheid voor inbreukmakend gedrag van één entiteit kan worden toegerekend aan een andere entiteit binnen hetzelfde concern. Er is echter geen eenduidig antwoord op deze vraag, omdat het afhangt van de concrete omstandigheden van het geval. De rechter zal een afweging moeten maken tussen de verschillende belangen en de toepasselijke wetgeving.

Let op: Dit is een algemene beschrijving van een complex juridisch onderwerp. Voor een concrete situatie is het raadzaam om juridisch advies in te winnen.

Krijg (zonder kosten) ondersteuning bij uw inkoop – Update

U wilt uw kantoor efficiënt en rendabel runnen, maar u heeft niet de tijd of de kennis om de juiste diensten en producten te vinden. Voor de goede Orde is gespecialiseerd in de inkoop voor kleine en middelgrote advocatenkantoren. Van laptop tot kopieermachines, van softwarelicenties Lees meer

1 juli | 2024|
Advertentie

 

Ga naar de bovenkant