Huurrecht
De resultaten van december 2024
Waardering ChatGPT 4o – nog niet beoordeeld
Waardering ChatGPT 4o mini – nog niet beoordeeld
Waardering Claude – nog niet beoordeeld
Waardering Gemini – nog niet beoordeeld
Casus
“Heeft de verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, op grond van het Nederlandse recht wel aanspraak op de wettelijke rente? Wat is hiervoor de grondslag? Het antwoord is bedoeld voor juristen.”
Het antwoord van ChatGPT 4o
Ja, een verhuurder wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, heeft op grond van het Nederlandse recht alsnog aanspraak op de wettelijke rente, mits is voldaan aan de wettelijke vereisten voor het in rekening brengen van wettelijke rente. De aanspraak op wettelijke rente vloeit voort uit artikel 6:119 BW (wettelijke rente bij niet-handelstransacties) of artikel 6:119a BW (wettelijke handelsrente bij handelstransacties) en staat los van de inhoud van de algemene voorwaarden.
Oneerlijk rentebeding en nietigheid
- Een beding in de algemene voorwaarden kan als ‘oneerlijk’ worden aangemerkt als het, gezien de specifieke omstandigheden, leidt tot een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument. Dit volgt uit artikel 6:233 BW (onredelijk bezwarende bedingen) en de Richtlijn Oneerlijke Bedingen (Richtlijn 93/13/EEG).
- Wanneer een dergelijk rentebeding onredelijk bezwarend wordt bevonden, wordt het beding op grond van artikel 6:233 onder a BW vernietigd. Dit betekent dat het specifieke beding niet meer kan worden ingeroepen.
Wettelijke rente als vangnet
- Ook wanneer het contractuele rentebeding als onredelijk bezwarend wordt aangemerkt en vernietigd, blijft de wettelijke rente van toepassing. Dit vloeit voort uit de algemene regels in artikel 6:119 BW en artikel 6:119a BW:
- Artikel 6:119 BW: Bij te late betaling van een geldsom is wettelijke rente verschuldigd, tenzij een afwijkend (toelaatbaar) beding is overeengekomen.
- Artikel 6:119a BW: Indien sprake is van een handelstransactie, geldt een hogere wettelijke handelsrente.
- De wettelijke rente wordt van rechtswege verschuldigd zodra de schuldenaar in verzuim is (artikel 6:83 BW). Dit verzuim kan intreden zonder ingebrekestelling, bijvoorbeeld bij een overeengekomen fatale termijn of indien redelijkerwijs duidelijk is dat betaling uitblijft.
Grondslag voor wettelijke rente
- De wettelijke rente is een dwingendrechtelijke regeling die schuldeisers bescherming biedt tegen schade door betalingsachterstanden. Het is geen contractuele rente, maar een wettelijke aanspraak die voortvloeit uit het algemene verbintenissenrecht. Deze aanspraak staat dus los van specifieke bedingen in algemene voorwaarden.
- Het vernietigen van een contractueel rentebeding wegens onredelijk bezwarend karakter leidt niet tot verlies van het recht op wettelijke rente, aangezien deze rente uit de wet voortvloeit.
Jurisprudentie
- In het arrest van het Hof van Justitie van de EU in de zaak Banco Español de Crédito (HvJ EU 14 juni 2012, zaak C-618/10) werd bevestigd dat bij vernietiging van een onredelijk bezwarend beding de rechter geen aanvullende, minder strenge voorwaarden mag opleggen dan de wettelijke regeling. Dit betekent dat de wettelijke rente geldt als vangnet zodra een contractueel beding ongeldig is.
- De Nederlandse rechtspraak volgt dit uitgangspunt en bevestigt dat de vernietiging van een onredelijk beding geen afbreuk doet aan de rechten van de verhuurder om wettelijke rente te vorderen op grond van de algemene wettelijke regels.
Conclusie
Een verhuurder wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, heeft op grond van artikel 6:119 BW of artikel 6:119a BW alsnog recht op wettelijke rente. Dit recht ontstaat van rechtswege zodra aan de voorwaarden voor verzuim is voldaan. De vernietiging van een oneerlijk beding staat hieraan niet in de weg, omdat de wettelijke rente een zelfstandige, dwingendrechtelijke basis heeft in het Nederlandse recht.
Het antwoord van ChatGPT 4o mini
Of een verhuurder, wiens algemene voorwaarden een “oneerlijk” rentebeding bevatten, aanspraak heeft op de wettelijke rente op grond van het Nederlandse recht, hangt af van de specifieke omstandigheden en de juridische context waarin het rentebeding wordt toegepast.
De werking van een ‘oneerlijk’ rentebeding
Het oneerlijke karakter van een rentebeding in de algemene voorwaarden kan worden beoordeeld op basis van artikel 6:233 BW (Burgerlijk Wetboek). Dit artikel maakt het mogelijk om bepaalde bedingen in algemene voorwaarden te vernietigen indien deze onredelijk bezwarend zijn voor de consument. Een ‘oneerlijk’ rentebeding valt onder deze beoordeling.
Artikel 6:233 BW – Vernietigbaarheid van een beding
- Artikel 6:233 sub a BW bepaalt dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is als het onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Een rentebeding kan onredelijk bezwarend zijn, zeker wanneer het sterk afwijkt van het gebruikelijke rentepercentage of op andere wijze in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.
- Artikel 6:237 BW bevat een lijst van voorbeelden van oneerlijke bedingen, waaronder bedingen die de consument onterecht benadelen of waarvan het effect niet in verhouding staat tot het doel van de overeenkomst.
Als een rentebeding als oneerlijk wordt aangemerkt op basis van deze bepalingen, dan kan de consument (bijvoorbeeld huurder) het beding vernietigen, wat betekent dat het beding nietig wordt verklaard.
Aanspraak op wettelijke rente
Als het rentebeding in de huurovereenkomst vernietigd wordt, kan de verhuurder geen aanspraak maken op de rente zoals deze in dat beding is afgesproken. De verhuurder kan in dat geval nog wel aanspraak maken op de wettelijke rente als er sprake is van te late betaling door de huurder. Dit volgt uit de Algemene bepalingen omtrent rente zoals geregeld in artikel 6:119 BW en de wettelijke rente voor niet-commerciële transacties.
Artikel 6:119 BW – Wettelijke rente
- Artikel 6:119 BW bepaalt dat de wettelijke rente verschuldigd is als er sprake is van een verzuim van de schuldenaar, en als er geen andere afspraken zijn gemaakt over de rente (of het rentebeding wordt vernietigd). Dit geldt ook voor huurbetalingen, mits het verzuim zich heeft voorgedaan.
- De wettelijke rente kan zowel door de schuldenaar (huurder) als door de crediteur (verhuurder) worden geëist, afhankelijk van de omstandigheden van de betalingstermijn en het verzuim.
Jurisprudentie en toepassing in de praktijk
De rechtspraak heeft bevestigd dat onredelijke of ongeldige rentebedingen niet zonder meer kunnen leiden tot het recht op rente. In gevallen waarin een beding wordt vernietigd, komt de wettelijke rente in plaats van het vernietigde rentebeding.
- Hoge Raad, 13 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:669: In deze zaak bevestigde de Hoge Raad dat wanneer een beding in de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is, het beding nietig wordt verklaard en de wettelijke rente in de plaats kan komen.
Conclusie
Als een verhuurder een oneerlijk rentebeding in de algemene voorwaarden heeft en dit wordt vernietigd, heeft de verhuurder geen aanspraak op de rente die voortvloeit uit dat beding. De verhuurder kan echter wel aanspraak maken op de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW, op voorwaarde dat er sprake is van verzuim in de betaling van de huurder. De wettelijke rente kan dan de plaats innemen van het vernietigde rentebeding. De grondslag hiervoor is de wet, met name artikel 6:119 BW, en de relevante bepalingen over de vernietigbaarheid van oneerlijke bedingen uit de artikelen 6:233 BW en 6:237 BW.
Het antwoord van Claude
Nee, in het algemeen heeft de verhuurder, wiens algemene voorwaarden een oneerlijk rentebeding bevatten, geen aanspraak op de wettelijke rente.
Waarom is dit zo?
De grondslag voor deze uitspraak ligt in de bescherming van de consument tegen oneerlijke bedingen. Als een beding in algemene voorwaarden oneerlijk is, dan wordt dit beding vernietigd. Dit betekent dat het alsof het nooit heeft bestaan.
- Oneerlijk beding: Een beding is oneerlijk als het, in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid, het belang van de consument onevenredig benadeelt ten opzichte van het belang van de professionele partij.
- Vernietiging: Als een beding wordt vernietigd, heeft dit ook gevolgen voor andere bedingen in de overeenkomst. Zo kan de vernietiging van een oneerlijk rentebeding ertoe leiden dat ook de aanspraak op de wettelijke rente vervalt.
Waarom vervalt ook de aanspraak op de wettelijke rente?
- Samenhang: De wettelijke rente is vaak nauw verbonden met het contractuele rentebeding. Als het contractuele rentebeding wordt vernietigd, dan wordt daarmee ook de basis voor de wettelijke rente ondermijnd.
- Sanctie: Het verlies van de aanspraak op de wettelijke rente is een extra sanctie voor de verhuurder die een oneerlijk beding heeft opgenomen in zijn algemene voorwaarden.
Belangrijke uitzonderingen
Hoewel de hoofdregel is dat de verhuurder geen aanspraak heeft op de wettelijke rente als het contractuele rentebeding oneerlijk is, zijn er uitzonderingen denkbaar. Zo kan het zijn dat de rechter in een concreet geval oordeelt dat de verhuurder wel recht heeft op een andere vorm van vergoeding, bijvoorbeeld op grond van onverschuldigde betaling.
Conclusie
Het is belangrijk om te benadrukken dat de beoordeling van de vraag of een beding oneerlijk is en of de aanspraak op de wettelijke rente vervalt, altijd afhankelijk is van de concrete omstandigheden van het geval. Het is daarom raadzaam om in geval van twijfel juridisch advies in te winnen.
Kortom: Als een verhuurder een oneerlijk rentebeding heeft opgenomen in zijn algemene voorwaarden, dan kan hij in de regel geen aanspraak maken op de wettelijke rente. Dit is een belangrijke bescherming voor consumenten tegen oneerlijke contracten.
Het antwoord van Gemini
Nee, in het algemeen heeft de verhuurder, wiens algemene voorwaarden een oneerlijk rentebeding bevatten, geen aanspraak op de wettelijke rente.
Waarom is dit zo?
De grondslag voor deze uitspraak ligt in de bescherming van de consument tegen oneerlijke bedingen. Als een beding in algemene voorwaarden oneerlijk is, dan wordt dit beding vernietigd. Dit betekent dat het alsof het nooit heeft bestaan.
- Oneerlijk beding: Een beding is oneerlijk als het, in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid, het belang van de consument onevenredig benadeelt ten opzichte van het belang van de professionele partij.
- Vernietiging: Als een beding wordt vernietigd, heeft dit ook gevolgen voor andere bedingen in de overeenkomst. Zo kan de vernietiging van een oneerlijk rentebeding ertoe leiden dat ook de aanspraak op de wettelijke rente vervalt.
Waarom vervalt ook de aanspraak op de wettelijke rente?
- Samenhang: De wettelijke rente is vaak nauw verbonden met het contractuele rentebeding. Als het contractuele rentebeding wordt vernietigd, dan wordt daarmee ook de basis voor de wettelijke rente ondermijnd.
- Sanctie: Het verlies van de aanspraak op de wettelijke rente is een extra sanctie voor de verhuurder die een oneerlijk beding heeft opgenomen in zijn algemene voorwaarden.
Belangrijke uitzonderingen
Hoewel de hoofdregel is dat de verhuurder geen aanspraak heeft op de wettelijke rente als het contractuele rentebeding oneerlijk is, zijn er uitzonderingen denkbaar. Zo kan het zijn dat de rechter in een concreet geval oordeelt dat de verhuurder wel recht heeft op een andere vorm van vergoeding, bijvoorbeeld op grond van onverschuldigde betaling.
Conclusie
Het is belangrijk om te benadrukken dat de beoordeling van de vraag of een beding oneerlijk is en of de aanspraak op de wettelijke rente vervalt, altijd afhankelijk is van de concrete omstandigheden van het geval. Het is daarom raadzaam om in geval van twijfel juridisch advies in te winnen.
Kortom: Als een verhuurder een oneerlijk rentebeding heeft opgenomen in zijn algemene voorwaarden, dan kan hij in de regel geen aanspraak maken op de wettelijke rente. Dit is een belangrijke bescherming voor consumenten tegen oneerlijke contracten.
Aanwinstenlijsten week 18 en 19 online
Vandaag hebben we de nieuwe aanwinstenlijsten op deze pagina geplaatst, het gaat om boeken en tijdschriftartikelen. Lees meer
Advertentie