Waardering ChatGPT 4o – nog niet beoordeeld

Waardering ChatGPT 4o mini – nog niet beoordeeld

Waardering Claude – nog niet beoordeeld

Waardering Gemini – nog niet beoordeeld

Lees het volledige antwoord

Lees het volledige antwoord

Lees het volledige antwoord

Lees het volledige antwoord

“Hoe ruim is het normvereiste bij toepassing van de Principal Purpose Test (PPT)? waar wordt dit op gebaseerd? Het antwoord is bedoeld voor juristen.”

Het normvereiste bij de toepassing van de Principal Purpose Test (PPT) is relatief ruim. De PPT, zoals opgenomen in artikel 7 van het Multilateraal Instrument (MLI) en in veel bilaterale belastingverdragen, richt zich op het doel (de “principal purpose”) van een specifieke transactie of constructie. Het centrale criterium is of een van de voornaamste doelen van een transactie of structuur is om verdragsvoordelen te verkrijgen op een manier die in strijd is met het doel en de strekking van het verdrag.

Ruimte in het normvereiste

Het normvereiste bij de PPT is ruim vanwege de volgende aspecten:

• Focus op “een van de voornaamste doelen”:

• Het is niet vereist dat het verkrijgen van een verdragsvoordeel het enige of dominante doel is van een transactie of constructie. Het is voldoende dat een van de voornaamste doelen verdragsmisbruik is. Dit lage drempelvereiste maakt de toets ruim toepasbaar.

• Doel en strekking van het verdrag:

• De PPT vereist een beoordeling of het verkrijgen van een verdragsvoordeel in strijd is met het doel en de strekking van het belastingverdrag. Dit vraagt om een contextuele interpretatie van het verdrag, waarbij verdragsbepalingen breed worden geïnterpreteerd in lijn met het voorkomen van verdragsmisbruik.

• Bewijslast en motivering:

• Hoewel belastingautoriteiten moeten aantonen dat een van de voornaamste doelen verdragsvoordeel was, ligt de nadruk vaak op de belastingplichtige om aan te tonen dat het behalen van voordelen in lijn is met het doel en de strekking van het verdrag. Dit maakt de toetsing in de praktijk afhankelijk van de feiten en omstandigheden en biedt ruimte voor interpretatie.

Grondslagen voor de PPT

• OESO-commentaar bij het Multilateraal Instrument (MLI):

• De PPT is gebaseerd op de aanbevelingen in het OESO-rapport over Base Erosion and Profit Shifting (BEPS), specifiek in Actiepunt 6: “Preventing the Granting of Treaty Benefits in Inappropriate Circumstances”. Hierin wordt benadrukt dat belastingverdragen niet bedoeld zijn om kunstmatige belastingstructuren te faciliteren.

• Tekst van artikel 7 MLI:

• Artikel 7, lid 1, MLI stelt dat verdragsvoordelen niet worden toegekend als het redelijk is om te concluderen dat een van de voornaamste doelen van een constructie of transactie was om verdragsvoordelen te verkrijgen, tenzij het toekennen van die voordelen in lijn is met het doel en de strekking van de verdragsbepalingen.

• Jurisprudentie en nationale wetgeving:

• In landen waar de PPT al in verdragen of nationale rechtssystemen is toegepast, zoals in India en het Verenigd Koninkrijk, hebben rechters benadrukt dat een economische en inhoudelijke analyse van de feiten en omstandigheden leidend is. Deze jurisprudentie benadrukt het ruime karakter van de toets en het belang van de doelstelling van belastingverdragen.

• Objectieve en subjectieve elementen:

• De PPT bevat zowel een objectief element (het doel en de strekking van de verdragsbepaling) als een subjectief element (de intentie achter de transactie). Het subjectieve element vereist een inschatting van de bedoelingen van de belastingplichtige, wat de toets ruimte geeft voor interpretatie.

Praktische toepassing en proportionaliteit

Hoewel de PPT ruim is geformuleerd, kan de praktische toepassing beperkt worden door:

• Feitelijke context: Het moet aannemelijk zijn dat verdragsvoordelen niet de kern van de constructie waren.

• Proportionaliteit en redelijkheid: Autoriteiten moeten aantonen dat het onthouden van verdragsvoordelen in lijn is met het doel van het belastingverdrag, waardoor misbruik niet te breed wordt gedefinieerd.

Conclusie

Het normvereiste bij de toepassing van de PPT is ruim omdat het voldoende is dat een van de voornaamste doelen van een transactie of constructie het verkrijgen van verdragsvoordelen was, mits dit in strijd is met het doel en de strekking van het belastingverdrag. De PPT is gebaseerd op de aanbevelingen in BEPS Actiepunt 6, artikel 7 van het MLI en de bijbehorende OESO-commentaren, en bevat een subjectieve toets gecombineerd met een contextuele interpretatie van het verdrag. Deze ruime formulering maakt de PPT een krachtig middel tegen verdragsmisbruik, maar vraagt om zorgvuldige toepassing door belastingautoriteiten en rechters.

De Principal Purpose Test (PPT) is een belangrijke antimisbruikmaatregel die wordt toegepast in de context van belastingverdragen en internationale belastingplanning, en die is opgenomen in de OESO Model Tax Convention en de OESO BEPS-richtlijnen (Base Erosion and Profit Shifting). Het normvereiste van de PPT is relatief breed en wordt gebruikt om belastingontwijking of -misbruik te voorkomen, zelfs wanneer belastingbesparende structuren technisch gezien niet in strijd zijn met de letter van een belastingverdrag. De PPT heeft tot doel situaties te voorkomen waarbij belastingvoordelen worden behaald met als hoofddoel belastingontwijking, zelfs als er geen directe inbreuk wordt gemaakt op de formele tekst van een verdrag.

Normvereiste bij de toepassing van de Principal Purpose Test (PPT)

Het normvereiste voor de PPT is vrij ruim, omdat de test niet kijkt naar een enkele transactie, maar naar het primaire doel van een transactie of structuur. De toepassing van de PPT kan plaatsvinden als het hoofd doel van een transactie of regeling belastingvoordelen zijn, en dit is niet afhankelijk van andere, secundaire doeleinden.

De test vereist dat er wordt gekeken naar de bedoeling achter een bepaalde handeling, waarbij de belastingvoordelen een centrale rol spelen. De PPT is daarmee breed en kan in veel gevallen van toepassing zijn wanneer belastingstructuren of -regelingen primair gericht zijn op belastingbesparing zonder economische rechtvaardiging die een belastingvoordeel rechtvaardigt.

Grondslag voor het normvereiste

De grondslag voor de PPT en het ruime normvereiste is te vinden in de OESO BEPS Actie 6 (Prevention of Tax Treaty Abuse) en de bijbehorende richtlijnen. De OESO introduceerde de PPT als onderdeel van haar BEPS (Base Erosion and Profit Shifting)-initiatieven om belastingontwijking via belastingverdragen tegen te gaan. Het idee is om belastingverdragen te beschermen tegen misbruik en te zorgen dat belastingverdragen niet worden gebruikt voor doeleinden die niet in lijn zijn met de onderliggende bedoeling van de verdragen.

De PPT is dus ontworpen om belastingstructuren te bestrijden die voornamelijk zijn opgezet met het doel om belasting te ontwijken door middel van bijvoorbeeld:

• Mismatch arrangements: Structuren die de belastingvoordelen verkrijgen door misbruik te maken van verschillen in belastingbehandeling tussen verschillende jurisdicties.

• Low or no-tax jurisdictions: Het verkrijgen van belastingvoordelen via structuren die weinig tot geen belasting betalen in een rechtsgebied.

In de OESO-richtlijnen wordt benadrukt dat belastingverdragen niet bedoeld zijn om belastingontwijking te faciliteren. Het hoofdcriterium van de PPT is dat als het primaire doel van een transactie of regeling het verkrijgen van belastingvoordelen is, de regeling in principe onder de antimisbruikbepalingen van de PPT valt, tenzij er voldoende andere economische of zakelijke redenen zijn.

Wat houdt de toepassing van de PPT in?

• De PPT vereist dat een belastingautoriteit kan vaststellen dat het hoofd doel van een belastingconstructie of transactie belastingbesparing is. Dit moet breder worden geïnterpreteerd dan alleen belastingontwijking door een letterlijke toepassing van belastingregels. Er moet worden gekeken naar het algemene doel van de transactie en de context waarin deze plaatsvond.

• De test kijkt niet alleen naar de transactie zelf, maar ook naar de algemene opzet van de belastingstructuur, inclusief de achtergrond en de bedoeling van de partijen.

• De belastingautoriteiten kunnen de PPT toepassen in gevallen waarin er onvoldoende zakelijke redenen zijn voor de gekozen structuur, en de belastingvoordelen een voorname rol spelen bij de beslissing om een bepaalde structuur te kiezen.

Grondslag voor de normvereiste

De basis voor de ruime toepassing van de PPT is de OESO BEPS Actie 6, die voorziet in een breed toetsingskader voor belastingverdragen en belastingontwijking. De OESO benadrukt dat belastingverdragen geen instrument mogen zijn voor belastingontwijking via kunstmatige structuren die weinig economische rechtvaardiging hebben.

Conclusie:

Het normvereiste bij de toepassing van de Principal Purpose Test (PPT) is relatief ruim. De test richt zich op het hoofd doel van een transactie of regeling, waarbij belastingbesparing centraal staat, zelfs als deze structuren niet in strijd zijn met de letter van de wet. Het doel is om belastingontwijking te voorkomen door belastingvoordelen te blokkeren die voornamelijk behaald worden door kunstmatige of misbruikstructuren. De grondslag voor de PPT is te vinden in de OESO BEPS-richtlijnen (Actie 6), die belastingontwijking door middel van belastingverdragen moeten tegengaan.

Juridische analyse van de reikwijdte van het normvereiste bij de Principal Purpose Test (PPT):

Normvereiste De Principal Purpose Test kent een ruime en objectieve toetsingsnorm die beoordeelt of het verkrijgen van verdragsvoordelen als een van de principale doeleinden kan worden aangemerkt van een rechtshandeling of constructie.

Rechtelijke grondslagen

• OESO-modelverdrag inzake belastingheffing

• Multilateraal Verdrag ter implementatie van belastingverdragen (MLI)

• Verdragsuitleg conform het Verdrag van Wenen inzake het Verdragsrecht

• Jurisprudentie internationale belastingrechtbanken

Toetsingscriteria

• Objectieve beoordeling van de feitelijke omstandigheden

• Analyse van de economische realiteit achter de rechtshandeling

• Beoordeling van de intentie vanuit een objectief perspectief

• Ruime uitleg van het begrip ‘principale doeleinde’

Interpretatieve kenmerken

• Geen strikte kwantitatieve maatstaf

• Nadruk op substance over form

• Mogelijkheid tot integrale belangenafweging

• Dynamische uitleg gericht op het tegengaan van verdragsmisbruik

Conclusie: Het normvereiste bij de PPT kent een breed en flexibel toetsingskader dat is gericht op substantiële toetsing van de werkelijke bedoeling achter grensoverschrijdende rechtshandelingen.

De Principal Purpose Test (PPT) is een economische analyse die wordt gebruikt om te bepalen of een bepaalde constructie of transactie hoofdzakelijk is opgezet om belasting te ontwijken. De norm die hierbij gehanteerd wordt, is relatief ruim.

Wat betekent “ruim”?

• Subjectieve bedoelingen: De PPT kijkt niet alleen naar de objectieve feiten en omstandigheden, maar ook naar de subjectieve bedoelingen van de betrokken partijen. Dit betekent dat de fiscus kan proberen aan te tonen dat er een belastingontwijkingsbedoeling was, zelfs als de formele structuur van de transactie op zichzelf legitiem lijkt.

• Meerdere doelen: Een transactie kan meerdere doelen hebben. Zolang belastingontwijking een van de belangrijkste doelen was, kan de PPT worden toegepast.

• Vergelijking met alternatieve opties: De PPT vergeleek de gekozen constructie met alternatieve opties die dezelfde economische resultaten zouden hebben opgeleverd, maar die minder belastingvoordelig zouden zijn. Als de gekozen constructie duidelijk complexer of minder efficiënt is dan de alternatieve opties, kan dit een aanwijzing zijn voor een belastingontwijkingsbedoeling.

Op welke gronden is deze ruime norm gebaseerd?

• Bestrijding van belastingontwijking: De PPT is een instrument dat is ontwikkeld om belastingontwijking tegen te gaan. Door een ruime norm te hanteren, kan de fiscus effectiever optreden tegen constructies die zijn opgezet om op onrechtmatige wijze belasting te besparen.

• Rechtvaardige belastingheffing: Het idee achter de PPT is dat iedereen een eerlijk aandeel moet bijdragen aan de financiering van de overheid. Constructies die gericht zijn op het ontlopen van belasting zijn in strijd met dit beginsel.

• Internationale ontwikkelingen: De PPT is geïnspireerd op internationale ontwikkelingen op het gebied van belastingrecht. Ook in andere landen wordt deze test gebruikt om belastingontwijking te bestrijden.

Kritiek op de PPT

Hoewel de PPT een belangrijk instrument is in de strijd tegen belastingontwijking, wordt er ook kritiek op geuit. Zo wordt gesteld dat de norm te ruim is en dat bedrijven hierdoor onzekerheid ervaren over de fiscale gevolgen van hun transacties. Daarnaast kan de toepassing van de PPT leiden tot juridische onzekerheid en langdurige procedures.

Conclusie

De norm die wordt gehanteerd bij de toepassing van de PPT is relatief ruim. Dit betekent dat de fiscus een ruime beoordelingsvrijheid heeft om te bepalen of een bepaalde constructie is opgezet met als hoofddoel belastingontwijking. Deze ruime norm is bedoeld om belastingontwijking effectief tegen te gaan en te zorgen voor een rechtvaardige belastingheffing.

Let op: Dit is een algemene uitleg van de PPT. De concrete toepassing van de PPT kan complex zijn en is afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval. Het is daarom raadzaam om juridisch advies in te winnen als je vragen hebt over de PPT.