Bestuursrecht
De resultaten van januari 2025
ChatGPT 4o
ChatGPT 4o mini
Claude
Gemini
DeepSeek
Casus
“Hoe specifiek mag de Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur? Wat is de grondslag hiervoor? Het antwoord is bedoeld voor een jurist.”
Het antwoord van ChatGPT 4o
De Nederlandse bestuursrechter mag in een tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur. De mate van specificiteit van deze aanwijzingen hangt af van de omstandigheden van het geval en het kader waarin de rechter opereert. De grondslag voor deze aanwijzingen ligt in het procesrecht en de rechtsontwikkeling door de bestuursrechter.
Tussenuitspraken in bestuursrechtelijke procedures
Een tussenuitspraken wordt door de bestuursrechter gedaan als hij constateert dat het besluit gebrekkig is, maar dit gebrek nog kan worden hersteld. Artikel 8:51a Awb biedt de grondslag voor deze procedure en maakt het mogelijk dat de rechter het bestuursorgaan in de gelegenheid stelt om gebreken te herstellen.
De bestuursrechter kan in een tussenuitspraken:
- Het bestuursorgaan de gelegenheid geven een gebrek te herstellen;
- Aanwijzingen geven over hoe dit herstel moet plaatsvinden.
Aanwijzingen aan een arts-adviseur
Indien het bestuursorgaan (bijvoorbeeld het UWV of een gemeente) zich bij besluitvorming baseert op een medisch advies, zoals bij arbeidsongeschiktheid of de Wmo, kan de rechter ook betrekking hebben op de handelwijze van de arts-adviseur. De aanwijzingen van de rechter kunnen bestaan uit:
- Procedurele instructies: De arts-adviseur moet bijvoorbeeld betrekken:
- Specifieke medische informatie;
- Bepaalde stukken of argumenten van de belanghebbende die onvoldoende zijn meegewogen.
- Inhoudelijke aandachtspunten: De rechter kan aangeven welke beoordelingsaspecten expliciet moeten worden behandeld. Voorbeelden zijn:
- Een oordeel over de beperkingen in een bepaalde functiedomein;
- De noodzakelijkheid van een onafhankelijk contra-expertise.
De rechter mag echter geen inhoudelijke medische beoordeling voorschrijven; dat blijft de verantwoordelijkheid van de arts-adviseur.
Grondslag voor de aanwijzingen
De mogelijkheid voor de rechter om dergelijke aanwijzingen te geven, is gebaseerd op:
- Artikel 8:51a Awb (herstel van gebreken in een besluit);
- Beginselen van een zorgvuldige besluitvorming (art. 3:2 Awb), waarin het bestuursorgaan een volledig en inzichtelijk onderzoek moet verrichten;
- Jurisprudentie, zoals:
- CRvB 14 augustus 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:2600): De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechter mag aangeven welke aspecten van het medische advies heroverwogen of nader gemotiveerd moeten worden.
- ABRvS 16 april 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:1345): Hieruit volgt dat de rechter aanwijzingen mag geven over welke punten in een advies nader moeten worden onderzocht.
De grondslag ligt dus in de verplichting om te waarborgen dat een besluit zorgvuldig en volledig wordt genomen.
Grenzen aan de aanwijzingen
De rechter moet terughoudend zijn bij het formuleren van aanwijzingen, met name waar het gaat om:
- Het dwingen tot een bepaalde uitkomst: de arts-adviseur moet een eigen onafhankelijke medische beoordeling blijven maken.
- Het overnemen van een adviserende of beslissende rol: de rechter blijft beperkt tot het aanwijzen van gebreken en kan niet zelf het medisch oordeel overnemen.
Een teveel gedetailleerde aanwijzing kan afbreuk doen aan de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de rechter en het bestuursorgaan.
Conclusie
De Nederlandse bestuursrechter mag in tussenuitspraken specifieke aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar deze aanwijzingen zijn begrensd door de rol van de rechter. De rechter kan procedurele en inhoudelijke aandachtspunten aangeven, zonder het medisch oordeel zelf te sturen. De grondslag hiervoor ligt in artikel 8:51a Awb, de zorgvuldigheidseisen van artikel 3:2 Awb, en jurisprudentie zoals die van de CRvB en de ABRvS.
In de praktijk zal de mate van specificiteit afhangen van het geconstateerde gebrek en de context van de zaak, met als doel een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen.
Het antwoord van ChatGPT 4o mini
In het Nederlandse bestuursrecht mag de bestuursrechter in een tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar de mate van specificiteit en de inhoud van die aanwijzingen is wel aan grenzen gebonden. De bestuursrechter kan echter niet rechtstreeks het oordeel van de arts-adviseur vervangen of bepalen, omdat het oordeel van de arts-adviseur een specialistische en deskundige beoordeling betreft. De rechter heeft echter wel de bevoegdheid om in bepaalde gevallen de arts-adviseur te verzoeken om aanvullende informatie of om een herbeoordeling van de situatie.
Rechtsgrondslag voor tussenuitspraken en aanwijzingen
De mogelijkheid voor de bestuursrechter om aanwijzingen te geven aan de arts-adviseur is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in het bijzonder de bepalingen over de bevoegdheid van de bestuursrechter om de procesorde te bepalen en te sturen, en de regels omtrent onderzoek en toetsing van medische rapporten. Belangrijke bepalingen in dit kader zijn:
- Artikel 8:69 Awb (toetsing van deskundigen): Dit artikel stelt dat de bestuursrechter, als hij het nodig acht, kan bepalen dat er aanvullende informatie van een deskundige wordt ingeroepen. Dit kan bijvoorbeeld door een arts-adviseur in te schakelen. De rechter kan daarbij aangeven op welke punten er meer duidelijkheid of nadere uitleg nodig is. Het oordeel van de arts-adviseur kan daarbij niet zomaar worden overruled, maar de rechter kan wel extra uitleg of verduidelijking verlangen.
- Artikel 8:42 Awb (bewijs in bestuursrechtelijke procedures): De bestuursrechter mag de zaak aanhouden en bijvoorbeeld aanvullende deskundigenrapporten opvragen, als dit nodig is om te komen tot een deugdelijke beoordeling. Dit kan ook een aanwijzing aan de arts-adviseur inhouden, waarin de rechter bijvoorbeeld vraagt om te verduidelijken waarom bepaalde medische gegevens niet zijn meegewogen in het advies.
Beperkingen en grenzen aan de aanwijzingen
Hoewel de rechter aanwijzingen mag geven, zijn er enkele belangrijke beperkingen:
- De rechter mag geen inhoudelijk oordeel van de arts-adviseur vervangen: De bestuursrechter is niet gemachtigd om zelfstandig medische oordelen te geven. Het advies van de arts-adviseur is een deskundig oordeel, en de rechter mag de arts-adviseur alleen verzoeken om aanvullende toelichting of om bepaalde aspecten verder te onderzoeken. Het gaat hierbij vaak om de vraag of de medische beoordeling in lijn is met de feiten en omstandigheden van de zaak.
- De rechter kan niet afdwingen dat het advies op een bepaalde manier uitvalt: De arts-adviseur blijft de onafhankelijke deskundige en het is niet de rol van de rechter om het advies te sturen of te bevelen dat het advies op een specifieke manier wordt geformuleerd, tenzij er sprake is van een gebrek aan deugdelijkheid of zorgvuldigheid in het advies.
- Indicatie van belangenafweging: De rechter kan wel aanwijzingen geven over hoe bepaalde elementen (zoals medische gegevens of het verband tussen de klacht en het functioneren) meegewogen moeten worden, en zo richting geven aan het medisch oordeel. Dit kan echter alleen binnen de grenzen van de rechtsvragen die voor de rechter liggen.
Praktische voorbeelden
- Aanvullende informatie: Als er onduidelijkheid bestaat over bepaalde medische gegevens, kan de bestuursrechter de arts-adviseur verzoeken om nadere toelichting of aanvullende onderzoeken te verrichten.
- Herbeoordeling: Als het advies onvoldoende motivatie bevat, kan de rechter de arts-adviseur vragen om de redenen achter het advies verder te verduidelijken. De rechter kan aangeven dat de beoordeling niet volledig of niet inzichtelijk genoeg is, en aangeven welke aspecten beter toegelicht moeten worden.
Conclusie
De bestuursrechter mag in een tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar deze aanwijzingen mogen niet te specifiek of inhoudelijk richtinggevend zijn op het oordeel zelf. De rechter mag bijvoorbeeld om verduidelijking vragen of om aanvullende informatie, maar het is de arts-adviseur die blijft bepalen hoe de medische vraag beantwoord wordt. De grondslag voor deze bevoegdheden ligt in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met name in de artikelen 8:42 en 8:69 Awb, die de mogelijkheid voor de rechter bieden om deskundigen te raadplegen en nadere informatie op te vragen om een deugdelijke beoordeling te maken.
Het antwoord van Claude
Laat me dit analyseren vanuit het perspectief van de bestuursprocesrechtelijke kaders en jurisprudentie.
De bevoegdheid voor het geven van aanwijzingen in tussenuitspraken vindt zijn primaire grondslag in artikel 8:80a Awb jo. artikel 8:51a Awb (bestuurlijke lus). De mate van specificiteit wordt echter begrensd door enkele belangrijke rechtsbeginselen en jurisprudentiële kaders.
Constitutionele grenzen:
- Het beginsel van de scheiding der machten (trias politica)
- De discretionaire bevoegdheid van het bestuursorgaan
- De vrije bewijsleer in het bestuursrecht
Jurisprudentiële ontwikkeling:
De Centrale Raad van Beroep heeft in diverse uitspraken (o.a. ECLI:NL:CRVB:2017:1008 en ECLI:NL:CRVB:2019:2016) het kader geschetst waarbinnen aanwijzingen kunnen worden gegeven. Hieruit volgt dat de bestuursrechter:
Wel mag aangeven:
- Welke gebreken het medisch onderzoek vertoont
- Welke aspecten nader onderzocht moeten worden
- Welke vragen onbeantwoord zijn gebleven
- Welke medische standaarden of richtlijnen relevant zijn
- Dat bepaalde conclusies onvoldoende zijn gemotiveerd
Niet mag voorschrijven:
- Welke specifieke onderzoeksmethoden gebruikt moeten worden
- Welke concrete conclusies getrokken moeten worden
- Wie het onderzoek moet uitvoeren
- Welke exacte diagnoses gesteld moeten worden
Rechtsbeschermende functie:
De aanwijzingen moeten primair gericht zijn op:
- Het herstel van geconstateerde gebreken in de besluitvorming
- Het waarborgen van een zorgvuldige medische beoordeling
- Het faciliteren van effectieve rechtsbescherming
Motiveringsplicht:
De bestuursrechter moet zijn aanwijzingen deugdelijk motiveren, waarbij:
- De relatie met het bestreden besluit duidelijk moet zijn
- De relevantie voor de te nemen beslissing moet blijken
- De proportionaliteit van de aanwijzingen moet worden onderbouwd
Praktische grenzen:
De specificiteit wordt mede bepaald door:
- De complexiteit van de medische problematiek
- De aard van de geconstateerde gebreken
- De mate van specialistische kennis die vereist is
- De belangen die op het spel staan
Proceseconomische overwegingen:
De aanwijzingen moeten bijdragen aan:
- Een efficiënte afdoening van het geschil
- Het voorkomen van nieuwe procedures
- Een definitieve geschilbeslechting
Deze kaders zijn mede gebaseerd op:
- De memorie van toelichting bij de Wet bestuurlijke lus Awb
- Jurisprudentie van de hoogste bestuursrechters
- De literatuur over finale geschilbeslechting
De bestuursrechter moet dus een balans vinden tussen enerzijds het geven van voldoende concrete aanwijzingen om het gebrek te kunnen herstellen, en anderzijds het respecteren van de professionele autonomie van de arts-adviseur en de beleidsvrijheid van het bestuursorgaan.
Deze benadering waarborgt zowel de effectiviteit van de rechtsbescherming als de constitutionele verhoudingen tussen rechter en bestuur.
Het antwoord van Gemini
Een delicate balans
De vraag naar de specifieke aanwijzingen die een Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken aan een arts-adviseur kan geven, is een complexe en genuanceerde. Het antwoord vereist een zorgvuldige afweging van verschillende belangen, waaronder:
- De onafhankelijkheid van de arts-adviseur: De arts-adviseur dient onafhankelijk zijn oordeel te kunnen vormen, zonder dat dit wordt beïnvloed door de rechter.
- De behoefte aan duidelijkheid: De rechter moet voldoende duidelijkheid verschaffen over de vereisten die aan het medisch advies worden gesteld.
- De proceseconomie: Onnodige vertraging van de procedure moet worden voorkomen.
Grondslag en begrenzing
De bevoegdheid van de bestuursrechter om aanwijzingen te geven, vindt zijn grondslag in de algemene bevoegdheid van de rechter om een procedure te leiden en te beslissen. De rechter heeft als taak om ervoor te zorgen dat alle relevante feiten en omstandigheden aan de orde komen en dat de besluitvorming zorgvuldig plaatsvindt.
De rechter kan in beginsel aanwijzingen geven over:
- De reikwijdte van het onderzoek: De rechter kan aangeven welke medische aspecten in het bijzonder onderzocht moeten worden.
- De te raadplegen bronnen: De rechter kan aangeven welke medische literatuur of richtlijnen relevant zijn.
- De vorm van het rapport: De rechter kan aangeven welke informatie het medisch rapport moet bevatten.
Beperkingen
De rechter mag echter niet in de plaats treden van de arts-adviseur. Dit betekent dat de rechter niet zelf een medische diagnose mag stellen of een medische behandeling mag voorschrijven. De rechter moet zich beperken tot het geven van juridische kaders waarbinnen de arts-adviseur zijn werkzaamheden moet verrichten.
Factoren die van belang zijn bij de beoordeling:
- De complexiteit van de medische vraagstukken: Hoe complexer de medische vraagstukken, hoe minder specifiek de rechter kan zijn in zijn aanwijzingen.
- De expertise van de arts-adviseur: Als de arts-adviseur over ruime ervaring beschikt, kan de rechter minder specifieke aanwijzingen geven.
- Het stadium van de procedure: In een vroeg stadium van de procedure kan de rechter meer algemene aanwijzingen geven, terwijl in een later stadium meer specifieke aanwijzingen gepast kunnen zijn.
Conclusie
De bestuursrechter heeft een belangrijke rol bij het waarborgen van een zorgvuldige besluitvorming in zaken waar medische aspecten aan de orde zijn. De rechter kan specifieke aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar moet daarbij altijd de onafhankelijkheid van de arts-adviseur respecteren. De mate van specificiteit van de aanwijzingen is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval.
Opmerking:
Het is belangrijk om op te merken dat de jurisprudentie op dit gebied nog in ontwikkeling is. De grenzen van de bevoegdheid van de rechter worden voortdurend verkend.
Wil je meer weten over een specifiek aspect van dit onderwerp, zoals:
- De gevolgen van het niet opvolgen van de aanwijzingen door de arts-adviseur?
- De rol van de bestuursrechter bij het beoordelen van het medisch advies?
- De mogelijkheid voor partijen om tegen het medisch advies in beroep te gaan?
Laat het me weten!
Het antwoord van Gemini
De Nederlandse bestuursrechter heeft de bevoegdheid om in tussenuitspraken aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar deze bevoegdheid is niet onbeperkt. De rechter moet zich houden aan de grenzen van zijn rol en mag niet zelf de feitelijke beoordeling van medische kwesties overnemen. Hieronder wordt uiteengezet hoe specifiek de rechter mag zijn en wat de grondslag hiervoor is.
Hoe specifiek mag de rechter aanwijzingen geven?
Algemene aanwijzingen:
De rechter kan algemene aanwijzingen geven over de wijze waarop de arts-adviseur zijn onderzoek moet uitvoeren. Bijvoorbeeld:
- Het verplichten van een nieuw onderzoek als het eerdere onderzoek onvoldoende onderbouwd of onvolledig is.
- Het specificeren van aspecten die nader moeten worden onderzocht (bijvoorbeeld specifieke medische aandoeningen of beperkingen).
Beperkte specifieke aanwijzingen:
De rechter kan ook specifieke aanwijzingen geven, maar deze moeten gericht zijn op het procedurele of methodologische aspect van het onderzoek. Bijvoorbeeld:
- Het verplichten van een tweede opinie of het raadplegen van een gespecialiseerde arts.
- Het aangeven van medische literatuur of richtlijnen die in overweging moeten worden genomen.
Geen inhoudelijke medische beoordeling:
De rechter mag echter niet zelf de medische conclusies trekken of de arts-adviseur opdragen om tot een specifieke medische uitkomst te komen. Dit zou in strijd zijn met de taakverdeling tussen de rechter en de deskundige. De rechter beoordeelt of het onderzoek deugdelijk is uitgevoerd, maar treft geen medische oordelen.
Grondslag voor de bevoegdheid
De bevoegdheid van de bestuursrechter om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur is gebaseerd op de volgende juridische grondslagen:
- Artikel 8:69 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb):
Dit artikel geeft de bestuursrechter de bevoegdheid om een onderzoek naar feiten en omstandigheden te gelasten. Dit kan ook het opleggen van aanwijzingen aan een deskundige (zoals een arts-adviseur) omvatten.
- Artikel 8:88 Awb:
Dit artikel regelt de mogelijkheid voor de rechter om een deskundigenonderzoek te bevelen. Hierbij kan de rechter aanwijzingen geven over de wijze waarop het onderzoek moet worden uitgevoerd.
- Rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS):
Uit jurisprudentie volgt dat de rechter aanwijzingen mag geven om te zorgen dat het onderzoek deugdelijk en volledig is. Dit is met name relevant in zaken waarbij medische beoordelingen een centrale rol spelen, zoals in het sociaal zekerheidsrecht of het vreemdelingenrecht.
- Fair beginsel (artikel 6 EVRM):
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) verplicht de rechter om ervoor te zorgen dat de procedure eerlijk verloopt. Dit kan betekenen dat de rechter aanwijzingen moet geven om te voorkomen dat een onvolledig of onjuist onderzoek ten grondslag ligt aan de beslissing.
Praktijkvoorbeelden
- In zaken over arbeidsongeschiktheid (bijv. WIA- of Wajong-uitkeringen) kan de rechter de arts-adviseur opdragen om specifieke beperkingen of mogelijkheden van de werknemer nader te onderzoeken.
- In het vreemdelingenrecht kan de rechter de arts-adviseur opdragen om een medische verklaring over marteling of trauma nader te onderbouwen of te toetsen aan internationale richtlijnen.
Conclusie
De Nederlandse bestuursrechter mag in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar deze aanwijzingen moeten gericht zijn op het procedurele of methodologische aspect van het onderzoek. De rechter mag niet zelf de medische beoordeling overnemen. De grondslag hiervoor ligt in artikel 8:69 en 8:88 Awb, jurisprudentie van de ABRvS en het fair beginsel uit artikel 6 EVRM. Deze bevoegdheid is bedoeld om te waarborgen dat het onderzoek deugdelijk en eerlijk verloopt, zonder dat de rechter zich mengt in de inhoudelijke medische beoordeling.
Intervisie bij de Praktizijn
De Praktizijnsacademie biedt vanaf januari 2023 intervisie aan. Hiertoe heeft de Praktizijn door de NOvA gecertificeerde begeleiders bereid gevonden om mee te doen in dit programma. Net zoals bij onze GIO-diensten gaan we uit van deelname in een vaste groep met bijeenkomsten van telkens twee uur. Hiermee bevorderen we de Lees meer
Advertentie