Bestuursrecht

De resultaten van november 2024

Waardering ChatGPT 4o – nog niet beoordeeld

Waardering ChatGPT 4o mini – nog niet beoordeeld

Waardering Claude – nog niet beoordeeld

Waardering Gemini – nog niet beoordeeld

Casus

Zien de inspannings- en aanzegverplichting uit het arrest Max-Planck conform het Nederlandse arbeidsrecht ook op vakantie die is opgebouwd tijdens het jaar waarin langdurig ziekteverlof is ontstaan? Het antwoord is bedoeld voor juristen.

Het antwoord van ChatGPT 4o

De Nederlandse bestuursrechter mag in tussenuitspraken tamelijk specifieke aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, mits deze aanwijzingen betrekking hebben op het correct toepassen van het recht en niet leiden tot een inhoudelijke beoordeling van de medische feiten zelf. Dit vloeit voort uit de rol van de rechter in het bestuursprocesrecht en de eisen die worden gesteld aan de zorgvuldigheid van besluitvorming.

Grondslagen en context

De grondslag voor deze bevoegdheid ligt in het Algemeen bestuursrechtelijk kader en jurisprudentie omtrent de bestuursrechtelijke toetsing, in het bijzonder de artikelen 8:41a en 8:80a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die gaan over zorgvuldigheid en de mogelijkheid van tussenuitspraken.

  • Art. 8:41a Awb: Dit artikel verplicht bestuursorganen om besluiten zorgvuldig voor te bereiden. Als een besluit (zoals een medische beoordeling door een arts-adviseur) onvoldoende zorgvuldig tot stand is gekomen, kan de rechter ingrijpen door in een tussenuitspraak aanwijzingen te geven om dit gebrek te herstellen.
  • Art. 8:80a Awb: Hierin is expliciet bepaald dat de bestuursrechter een tussenuitspraak kan doen en daarbij de gelegenheid kan bieden aan het bestuursorgaan om een geconstateerd gebrek te herstellen.
  • Zorgvuldigheidseisen bij medische beoordelingen: In zaken waarin medische adviezen een rol spelen (bijvoorbeeld WIA, WAO, Wmo of Zvw-zaken), heeft de rechter specifieke ruimte om het bestuursorgaan op te dragen zijn medisch onderzoek te verbeteren. De zorgvuldigheidsnorm vereist namelijk dat medische beoordelingen transparant, consistent en voldoende onderbouwd zijn.

Reikwijdte van aanwijzingen

De bestuursrechter kan aanwijzingen geven die het volgende behelzen:

  • Onderzoeksmethoden: De rechter kan specificeren welke aspecten van het medisch onderzoek moeten worden heroverwogen, bijvoorbeeld of een bepaalde specialist moet worden geraadpleegd of aanvullende informatie moet worden ingewonnen bij een behandelend arts.
  • Onderbouwing en motivering: De rechter kan eisen dat de arts-adviseur een medische conclusie beter motiveert, bijvoorbeeld door meer rekening te houden met bepaalde medische stukken of recente wetenschappelijke inzichten.
  • Specificiteit zonder inhoudelijke beoordeling: De rechter blijft binnen de grenzen van de juridische toetsing en mag niet zelf de medische beoordeling overnemen of voorschrijven wat de medische uitkomst moet zijn. De aanwijzingen moeten gericht zijn op het herstel van gebreken in de besluitvorming en niet op het bepalen van een specifieke medische diagnose of conclusie.

Jurisprudentie

  • CRvB 6 mei 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1626: Hieruit blijkt dat de bestuursrechter de bevoegdheid heeft om zeer specifieke aanwijzingen te geven omtrent de wijze waarop een bestuursorgaan (en diens arts-adviseur) een gebrek moet herstellen, zolang dit binnen de juridische kaders blijft.
  • HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:384 (Eneco-zaak): Hoewel deze uitspraak geen medische casus betrof, werd bevestigd dat de rechter aanwijzingen mag geven om een gebrek zorgvuldig te herstellen, zonder de inhoudelijke beoordeling van het bestuursorgaan volledig over te nemen.
  • ABRvS 24 december 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BG8356: Hier werd onderstreept dat het bestuur verantwoordelijk blijft voor de inhoudelijke beoordeling, maar dat de rechter mag toezien op een correcte en transparante procedure.

Grenzen van rechterlijke aanwijzingen

  • De rechter mag geen medische expertise veronderstellen en zich niet mengen in de inhoudelijke beoordeling van medische kwesties.
  • De aanwijzingen moeten gericht zijn op het herstel van juridische gebreken, zoals een ontoereikende motivering of schending van de zorgvuldigheid.

Conclusie

De bestuursrechter mag in tussenuitspraken vrij specifieke aanwijzingen geven aan de arts-adviseur van het bestuur, zolang deze gericht zijn op het herstellen van juridische gebreken in de besluitvorming en niet op de inhoudelijke medische beoordeling. De grondslag hiervoor ligt in de Awb (art. 8:41a en 8:80a), aangevuld met jurisprudentie die bevestigt dat de rechter binnen zijn rechtsvormende taak dergelijke aanwijzingen mag geven zonder de medische beoordeling over te nemen.

Het antwoord van ChatGPT 4o mini

De Nederlandse bestuursrechter mag in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar de mate van specificiteit waarmee dit gebeurt, is aan bepaalde grenzen gebonden. De grondslag voor deze mogelijkheid ligt in het algemene procesrecht, de beoordeling van de bestuurlijke beslissing door de rechter, en de rol van deskundigen in bestuursprocedures.

Grondslagen voor aanwijzingen door de bestuursrechter

Artikel 8:47 Awb – Deskundigen:

  • In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is geregeld dat een bestuursrechter deskundigen kan inschakelen bij de beoordeling van een geschil (artikel 8:47 Awb). Dit kan bijvoorbeeld een arts-adviseur zijn die betrokken is bij de beoordeling van medische geschillen in bestuursrechtelijke procedures.
  • De rechter heeft de mogelijkheid om een deskundige te benoemen, maar ook de mogelijkheid om aanwijzingen te geven over hoe de deskundige het onderzoek moet uitvoeren of welke aspecten belangrijk zijn bij de beantwoording van de vragen.
  • Artikel 8:47 lid 2 Awb bepaalt dat de rechter aanwijzingen kan geven over de wijze van uitvoering van het deskundigenonderzoek, hetgeen betekent dat de rechter in beginsel enige sturing kan geven. Echter, de specifieke invulling van die aanwijzingen moet binnen de grenzen van het procesrecht en de wet blijven.

De onafhankelijkheid van de deskundige:

  • Het recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM) vereist dat de deskundige onpartijdig en onafhankelijk is. De bestuursrechter mag dus niet zodanig sturen dat de deskundige niet meer objectief kan oordelen.
  • De rechter moet erop toezien dat de arts-adviseur als onafhankelijke deskundige de medische aspecten objectief beoordeelt, zonder dat de aanwijzingen van de rechter leiden tot vooringenomenheid.

Rechterlijke beoordelingsvrijheid en toezicht:

  • De bestuursrechter heeft een beperkte rol bij het sturen van de deskundige. De rechter mag niet de medische beoordeling zelf doen of de conclusie van de arts-adviseur dwingend voorschrijven. De rechter kan wel aanwijzingen geven over de reikwijdte van het onderzoek, de aspecten die relevant zijn, en de methode die de arts-adviseur moet hanteren, bijvoorbeeld als er onduidelijkheden zijn over de medische gegevens die het bestuursorgaan heeft gebruikt.
  • Dit volgt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad en het European Court of Human Rights (EHRM), waaruit blijkt dat de rechter aanwijzingen mag geven zolang deze niet de onpartijdigheid van de deskundige aantasten.

Praktijkvoorbeelden van aanwijzingen:

  • Bij een medische beoordeling kan de bestuursrechter bijvoorbeeld aanwijzingen geven over de noodzaak om specifieke medische informatie mee te nemen, zoals aanvullende rapporten of eerdere medische gegevens.
  • Als de arts-adviseur bijvoorbeeld een bepaald aspect van de gezondheidstoestand niet in zijn rapport heeft meegenomen, kan de rechter aanwijzingen geven om dit alsnog te overwegen. Dit mag echter alleen als dit niet leidt tot onredelijke sturing van de medische beoordeling, maar slechts ter verduidelijking van de onderzoeksopdracht.

Beperkingen aan de aanwijzingen van de rechter

De bestuursrechter moet binnen de grenzen van artikel 8:47 Awb en de beginselen van een eerlijk proces blijven. De rechter mag geen specifieke medische conclusies aandragen of de arts-adviseur expliciet dwingen om een bepaalde conclusie te trekken. Dit zou de onafhankelijkheid van de deskundige aantasten en kan in strijd zijn met het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM).

Daarnaast moet de rechter erop letten dat aanwijzingen over de uitvoering van het deskundigenonderzoek niet zo specifiek zijn dat ze de arts-adviseur in de richting van een bepaalde conclusie duwen, aangezien dit de objectiviteit van de deskundige kan beïnvloeden. De rechter heeft dus de ruimte om de richting van het onderzoek te beïnvloeden, maar mag geen inhoudelijke medische oordelen voorschrijven.

Conclusie

De Nederlandse bestuursrechter mag in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar de specificiteit van deze aanwijzingen moet binnen de grenzen blijven van wat redelijk en noodzakelijk is om het onderzoek te verduidelijken of te richten. De rechter mag de deskundige niet dwingen tot een bepaalde medische conclusie. De grondslag hiervoor ligt in artikel 8:47 Awb, waarin de mogelijkheid wordt gegeven voor het inschakelen van deskundigen en het geven van aanwijzingen, met inachtneming van de onafhankelijkheid van de deskundige en het recht op een eerlijk proces.

Het antwoord van Claude

Juridische analyse van de bevoegdheden van de Nederlandse bestuursrechter ten aanzien van arts-adviseurs:

Principieel kader De bestuursrechter beschikt over een genuanceerde bevoegdheid om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur, met inachtneming van diens onafhankelijke medische oordeelsvorming.

Juridische grondslagen

  • Artikel 8:41a Algemene wet bestuursrecht
  • Beginsel van effectieve rechtsbescherming
  • Jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep en Afdeling Bestuursrechtspraak
  • Algemene beginselen van behoorlijk bestuur

Reikwijdte van de aanwijzingen De bestuursrechter kan:

  • Methodologische tekortkomingen in het medisch onderzoek signaleren
  • Verzoeken om nadere toelichting of aanvullend onderzoek
  • Specifieke onderzoekspunten of aandachtspunten aanwijzen
  • Gebreken in de onderbouwing van het medisch advies blootleggen

Essentiële beperkingen

  • Geen inhoudelijke vervanging van de medische oordeelsvorming
  • Aanwijzingen moeten objectief en toetsbaar zijn
  • Geen oneigenlijke druk op de medische advisering
  • Strikte eerbiediging van de onafhankelijkheid van de arts-adviseur

Toetsingscriteria De rechter hanteert bij tussenuitspraken:

  • Zorgvuldigheid van het medisch onderzoek
  • Navolgbaarheid van het medisch advies
  • Mogelijkheid tot herstel van geconstateerde gebreken
  • Proportionaliteit van de gevraagde nadere onderbouwing

Rechtsbeschermingsperspectief De aanwijzingen zijn primair gericht op:

  • Verbetering van de kwaliteit van de besluitvorming
  • Waarborging van een zorgvuldige totstandkoming van het medisch advies
  • Transparantie in de oordeelsvorming

Conclusie De Nederlandse bestuursrechter mag zeer specifiek, maar tegelijkertijd terughoudend zijn in het geven van aanwijzingen aan een arts-adviseur. De aanwijzingen dienen zich te beperken tot procedurele en methodologische aspecten, zonder te treden in de medisch-inhoudelijke beoordeling.

Wetenschappelijke onderbouwing

  • Grondwettelijke rechtsbeschermingsfunctie
  • Jurisprudentiële kaders van hoogste bestuursrechters
  • Internationale standaarden voor behoorlijke rechtspraak

De analyse is gebaseerd op een geïntegreerde benadering waarbij de rechtsbeschermingsfunctie van de bestuursrechter wordt gebalanceerd met de medische deskundigheid van de arts-adviseur.

Het antwoord van Gemini

Een delicate balans

De Nederlandse bestuursrechter heeft in tussenuitspraken de bevoegdheid om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur van het bestuur. Deze aanwijzingen dienen echter met zorg te worden geformuleerd en binnen bepaalde grenzen te blijven.

Grondslag

De grondslag voor deze bevoegdheid ligt in de taak van de bestuursrechter om een zorgvuldige besluitvorming door het bestuursorgaan te bevorderen. De rechter moet er immers voor zorgen dat het bestuurlijke besluit in overeenstemming is met het recht en dat de belangen van alle betrokkenen worden afgewogen.

Grenzen aan de specificiteit

Hoewel de bestuursrechter dus de mogelijkheid heeft om specifieke aanwijzingen te geven, zijn er wel degelijk grenzen aan de mate van specificiteit. De rechter mag niet in de plaats treden van het bestuursorgaan en zelfstandig een medische beoordeling verrichten. Dit komt doordat de rechter over het algemeen niet beschikt over de medische expertise die nodig is voor een dergelijke beoordeling.

Factoren die de mate van specificiteit bepalen

De mate van specificiteit van de aanwijzingen hangt af van verschillende factoren, waaronder:

  • De complexiteit van de medische vraag: Hoe complexer de medische vraag, hoe moeilijker het voor de rechter is om specifieke aanwijzingen te geven zonder in de medische beoordeling te treden.
  • De duidelijkheid van de stand van de wetenschap: Als de stand van de wetenschap op een bepaald gebied duidelijk is, kan de rechter specifiekere aanwijzingen geven.
  • De aard van het geschil: In sommige gevallen is het noodzakelijk om zeer specifieke aanwijzingen te geven om een geschil te kunnen beslechten.

Voorbeeld van een specifieke aanwijzing

Een voorbeeld van een specifieke aanwijzing zou kunnen zijn: “De arts-adviseur wordt verzocht om in zijn advies nader in te gaan op de vraag of de door [naam] gestelde diagnose van [ziekte] voldoende is onderbouwd met objectieve medische gegevens.”

Voorbeeld van een minder specifieke aanwijzing

Een voorbeeld van een minder specifieke aanwijzing zou kunnen zijn: “De arts-adviseur wordt verzocht om een volledig en zorgvuldig medisch advies uit te brengen.”

Belang van een goede motivering

Het is belangrijk dat de rechter zijn aanwijzingen goed motiveert. De motivering moet duidelijk maken waarom de rechter vindt dat bepaalde informatie ontbreekt of dat de medische beoordeling onvoldoende is onderbouwd.

Conclusie

De bestuursrechter heeft een belangrijke rol bij het waarborgen van een zorgvuldige besluitvorming door het bestuur. De rechter mag in tussenuitspraken specifieke aanwijzingen geven aan een arts-adviseur, maar deze aanwijzingen moeten binnen bepaalde grenzen blijven. De mate van specificiteit hangt af van verschillende factoren, waaronder de complexiteit van de medische vraag, de duidelijkheid van de stand van de wetenschap en de aard van het geschil.

Let op: Deze informatie is bedoeld als algemene informatie en vormt geen juridisch advies. Voor persoonlijk advies dient u contact op te nemen met een jurist.

Praktizijn lanceert marktplaats voor juridische boeken

Op de website van de Praktizijn staat sinds vandaag de markplaats voor juridische boeken. Leden van de Praktizijn kunnen hier oudere edities van juridische boeken aanbieden en aanvragen. De marktplaats brengt aanvrager en aanbieder bij elkaar. De Praktizijn zelf heeft geen bemoeienis met het aanbod Lees meer

20 december | 2022|
Advertentie

 

Ga naar de bovenkant