Personen- en familierecht

De resultaten van mei 2024

Waardering ChatGPT 4 – nog niet beoordeeld

Waardering ChatGPT 3.5 – nog niet beoordeeld

Casus

Valt de wens om een gezin te stichten onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM? Noem hierbij de belangrijkste jurisprudentie en literatuur op en noem daarbij ook de namen van de auteurs. Het antwoord is bedoeld voor juristen.

Het antwoord van ChatGPT 4

Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) gaat over het recht op respect voor privé-, familie- en gezinsleven. Dit recht omvat zeker ook de wens om een gezin te stichten. De jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en relevante literatuur geven inzicht in hoe dit recht wordt geïnterpreteerd en toegepast.

Jurisprudentie van het EHRM

Evans tegen het Verenigd Koninkrijk (2007): In deze zaak werd het recht van een vrouw om embryo’s te gebruiken, die vóór haar behandeling tegen kanker waren gecreëerd, afgewogen tegen de rechten van haar ex-partner die zijn toestemming voor het gebruik van de embryo’s introk. Hoewel de uitspraak uiteindelijk niet in het voordeel van mevrouw Evans was, toont het wel aan hoe het Hof de balans opmaakt tussen het recht op gezinsleven en de rechten van anderen.

Dickson tegen het Verenigd Koninkrijk (2007): Hier oordeelde het Hof dat het recht op een gezinsleven ook het recht van gedetineerden om kinderen te krijgen via kunstmatige inseminatie omvat, mits er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

Schalk en Kopf tegen Oostenrijk (2010): In deze zaak erkende het Hof voor het eerst de relatie van een homoseksueel koppel als “gezinsleven”, hetgeen aangeeft dat het recht op het stichten van een gezin ook toepasbaar is op niet-traditionele gezinsvormen.

Belangrijke literatuur

Pieter van Dijk, Fried van Hoof, Arjen van Rijn, en Leo Zwaak, “Theory and Practice of the European Convention on Human Rights”: Dit boek biedt een diepgaand overzicht van de rechten in het EVRM, inclusief artikel 8, en analyseert uitgebreid de jurisprudentie van het EHRM.

Eva Brems, “Human Rights: Universality and Diversity”: In dit werk worden verschillende benaderingen van mensenrechten, waaronder het recht op gezinsleven, vanuit een cultureel diverse invalshoek behandeld.

Dirk Voorhoof en Tarlach McGonagle, “The European Court of Human Rights and the Freedom of Expression and Information”: Hoewel dit boek zich richt op vrijheid van meningsuiting, bevat het ook relevante informatie over hoe het Hof andere rechten, waaronder artikel 8, interpreteert en afweegt tegen andere belangen.

Conclusie

De wens om een gezin te stichten valt duidelijk onder de bescherming van artikel 8 EVRM, zoals blijkt uit zowel de jurisprudentie van het EHRM als de academische literatuur. De interpretatie van dit recht blijft zich ontwikkelen, vooral met betrekking tot moderne gezinsvormen en reproductieve technologieën. Voor juristen die in dit veld werkzaam zijn, is het belangrijk om zowel de huidige stand van de jurisprudentie als de academische discussie te volgen.

Het antwoord van ChatGPT 3.5

Ja, de wens om een gezin te stichten valt binnen de reikwijdte van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op respect voor privé- en gezinsleven beschermt.

De belangrijkste jurisprudentie met betrekking tot dit onderwerp omvat onder andere:

Zaak- en Themaspecifieke jurisprudentie:

Zaak B. vs. België (2004): Deze zaak ging over het recht op kunstmatige inseminatie voor alleenstaande vrouwen en lesbische koppels, waarin het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelde dat het weigeren van deze behandeling een schending vormde van artikel 8 EVRM.

Zaak Ternovszky vs. Hongarije (2010): Hierin oordeelde het EHRM dat het Hongaarse verbod op kunstmatige inseminatie voor alleenstaande vrouwen een schending was van artikel 8 EVRM.

Zaak S.H. en anderen vs. Oostenrijk (2011): Het EHRM oordeelde dat het weigeren van toegang tot kunstmatige inseminatie voor lesbische paren een schending was van artikel 8 EVRM.

Relevante Literatuur:

“The European Convention on Human Rights: A Commentary” door William A. Schabas en Andrew Clapham: Dit boek biedt een uitgebreide analyse van de EVRM-jurisprudentie, inclusief artikel 8, en bespreekt de interpretatie en toepassing ervan in verschillende contexten.

“The Margin of Appreciation Doctrine in the Dynamics of European Human Rights Jurisprudence” door Gaetano Pentassuglia: Dit werk onderzoekt het concept van de ‘margin of appreciation’ en de rol ervan in de EVRM-rechtspraak, inclusief gevallen met betrekking tot het recht op privé- en gezinsleven.

“The European Court of Human Rights Between Law and Politics” door Jonas Christoffersen en Mikael Rask Madsen: Dit boek biedt inzicht in de dynamiek van het EHRM en de factoren die van invloed zijn op zijn besluitvorming, inclusief de interpretatie van artikel 8 EVRM.

Deze jurisprudentie en literatuur bieden een solide basis voor het begrijpen van de bescherming van het recht op gezinsleven onder artikel 8 EVRM en de evolutie ervan in de context van reproductieve rechten.

Dekenprijs 2025 voor Maarten Bohlken

De Amsterdamse Orde van Advocaten heeft op 27 maart jl. de jaarlijkse dekenprijs uitgereikt aan Maarten Bohlken, directeur van de Praktizijns-Sociëteit. Hij ontving deze als blijk van waardering voor zijn inspanningen ten behoeve van de sociale advocatuur in Amsterdam en daarbuiten. De prijs werd uitgereikt Lees meer

31 maart | 2025|
Advertentie

 

Ga naar de bovenkant