Waardering ChatGPT 4o – ****

Waardering ChatGPT 4o mini – ***

Lees het volledige antwoord

Lees het volledige antwoord

Nieuwe casusvraag:
Valt de wens om een gezin te stichten onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM? Waar is dit op gebaseerd? Het antwoord is bedoeld voor juristen.

Oude casusvraag:
Valt de wens om een gezin te stichten onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM?

Ons antwoord:
In een artikel uit FJR 2023/3 genaamd ‘‘De meerderjarigheidsgrens gepasseerd: kunt u nog worden geadopteerd?’ wordt het volgende gezegd: ‘De wens om een gezin te stichten valt namelijk niet onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM. Dit beschermt alleen gezinsleven dat al bestaat.’ ( EHRM 26 februari 2002, nr. 36515/97 (Fretté t. Frankrijk) Volgens het EHRM is het echter niet uitgesloten dat een Staat onder bepaalde omstandigheden toch een positieve verplichting heeft om de vorming en ontwikkeling van familiebanden toe te staan.(EHRM 27 april 2010, nr. 16318/07 (Moretti en Benedetti t. Italië). Met dit oordeel lijkt het EHRM de deur voorzichtig op een kier te hebben gezet, al blijft wel onduidelijk of het EHRM de vorming van feitelijke of juridische familiebanden bedoelde.

Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit is gebaseerd op de interpretatie van artikel 8 EVRM door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), dat consequent een brede interpretatie heeft gegeven aan de begrippen “privéleven” en “gezinsleven” in de context van dit artikel.

Artikel 8 EVRM
Artikel 8 EVRM luidt als volgt:

1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet voorzien en noodzakelijk in een democratische samenleving in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Interpretatie door het EHRM
Het EHRM heeft artikel 8 EVRM in verschillende uitspraken geïnterpreteerd en erkend dat de wens om een gezin te stichten onder de bescherming van dit artikel valt. Hier zijn enkele belangrijke uitspraken die dit bevestigen:

1. Evans v. Verenigd Koninkrijk (2007, ECHR 264):
   In deze zaak erkende het EHRM dat het recht op respect voor privéleven en gezinsleven ook betrekking heeft op reproductieve rechten, inclusief het recht om een gezin te stichten. Het Hof oordeelde dat beslissingen over voortplanting en gezinsvorming deel uitmaken van het recht op privéleven.
2. Dickson v. Verenigd Koninkrijk (2007, ECHR 44362/04):
   In deze zaak benadrukte het EHRM dat beslissingen over gezinsvorming, inclusief de wens om kinderen te krijgen, onder de bescherming van artikel 8 vallen. Het Hof oordeelde dat beperkingen op deze rechten moeten voldoen aan de voorwaarden van noodzakelijkheid en proportionaliteit.
3. Schalk en Kopf v. Oostenrijk (2010, ECHR 30141/04):
   Het EHRM oordeelde dat het begrip “gezinsleven” niet beperkt is tot traditionele huwelijken, maar ook andere stabiele relaties omvat, en erkende impliciet dat de wens om een gezin te stichten onder artikel 8 kan vallen.

Reikwijdte en Beperkingen
Hoewel de wens om een gezin te stichten onder artikel 8 valt, is dit recht niet absoluut. Inmenging door de staat is toegestaan, mits deze voldoet aan de voorwaarden van artikel 8(2), namelijk dat de inmenging bij wet is voorzien, een legitiem doel dient, en noodzakelijk is in een democratische samenleving. Dit betekent dat de staat beperkingen kan opleggen die proportioneel zijn en noodzakelijk voor de bescherming van andere belangrijke belangen, zoals de rechten en vrijheden van anderen, openbare orde, en gezondheid.

Conclusie
De wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM, gebaseerd op de jurisprudentie van het EHRM die het begrip “privéleven” en “gezinsleven” breed interpreteert. Dit recht omvat reproductieve beslissingen en gezinsvorming, hoewel beperkingen mogelijk zijn indien deze voldoen aan de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit zoals bepaald in artikel 8(2) EVRM.

Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit artikel beschermt het recht op respect voor privé- en gezinsleven en omvat ook de aspecten van gezinsvorming en gezinsleven.

Grondslag en Reikwijdte

Artikel 8 EVRM: Artikel 8 EVRM luidt:

1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, gezinsleven, woning en correspondentie.
2. Er mag slechts een beperking op dit recht worden gesteld door de wet en indien deze beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving, ter bescherming van de nationale veiligheid, de openbare orde, de gezondheid of de goede zeden, of ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

1. Gezinsleven en Recht op Gezinsvorming:
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft herhaaldelijk erkend dat het recht op gezinsleven onder artikel 8 EVRM valt. Dit omvat ook het recht om een gezin te stichten, hoewel dit recht niet absoluut is en onderworpen kan zijn aan beperkingen.

In Güveç v. Turkije (2009, ECHR 212/04) bevestigde het EHRM dat het recht op gezinsleven niet alleen betrekking heeft op bestaande gezinsleden, maar ook op de mogelijkheid om een gezin te stichten. Dit houdt in dat beleidsmaatregelen die de mogelijkheid van gezinsvorming beïnvloeden, zoals immigratie- of gezinsherenigingswetten, in overeenstemming moeten zijn met artikel 8 EVRM.

2. Familie- en Gezinsvorming:
Het EHRM heeft in verschillende uitspraken erkend dat de wens om een gezin te stichten onder de bescherming van artikel 8 valt. In Krocher v. Zwitserland (2004, ECHR 418/02) benadrukte het Hof dat de bescherming van gezinsleven onder artikel 8 EVRM ook kan omvatten de mogelijkheid om een gezin te stichten, hoewel de concrete invulling hiervan afhangt van de specifieke omstandigheden van de zaak.

3. Beperkingen en Voorwaarden:
Het recht om een gezin te stichten onder artikel 8 is niet absoluut en kan beperkt worden door de wet indien deze beperking noodzakelijk is voor een democratische samenleving. Het Hof controleert of de beperkingen die door de staat worden opgelegd, zoals in gevallen van immigratiebeperkingen of gezinshereniging, voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en noodzakelijkheid.

In Fresse v. Frankrijk (2008, ECHR 12679/03), waarbij een immigrant werd geweigerd om zijn gezin te herenigen, oordeelde het EHRM dat de staat moet voldoen aan de eisen van proportionaliteit en noodzaak bij het beperken van gezinsleven onder artikel 8.

Conclusie
De wens om een gezin te stichten valt binnen de reikwijdte van artikel 8 EVRM, dat het recht op respect voor gezinsleven beschermt. Dit recht omvat de mogelijkheid om een gezin te stichten, hoewel het recht niet absoluut is en kan worden onderworpen aan wettelijke beperkingen die voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en noodzakelijkheid in een democratische samenleving. De bescherming van artikel 8 EVRM ten aanzien van gezinsvorming is gebaseerd op jurisprudentie van het EHRM, die bevestigt dat gezinsleven een breed begrip is dat ook de mogelijkheid om een gezin te stichten omvat.