Personen- en Familierecht
De resultaten van oktober 2024
Waardering ChatGPT 4o – ****
Waardering ChatGPT 4o mini – ***
Waardering Claude – nog niet beoordeeld
Waardering Gemini – nog niet beoordeeld
Casus
Nieuwe casusvraag:
Valt de wens om een gezin te stichten onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM? Waar is dit op gebaseerd? Het antwoord is bedoeld voor juristen.
Oude casusvraag:
Valt de wens om een gezin te stichten onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM?
Ons antwoord:
In een artikel uit FJR 2023/3 genaamd ‘‘De meerderjarigheidsgrens gepasseerd: kunt u nog worden geadopteerd?’ wordt het volgende gezegd: ‘De wens om een gezin te stichten valt namelijk niet onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM. Dit beschermt alleen gezinsleven dat al bestaat.’ ( EHRM 26 februari 2002, nr. 36515/97 (Fretté t. Frankrijk) Volgens het EHRM is het echter niet uitgesloten dat een Staat onder bepaalde omstandigheden toch een positieve verplichting heeft om de vorming en ontwikkeling van familiebanden toe te staan.(EHRM 27 april 2010, nr. 16318/07 (Moretti en Benedetti t. Italië). Met dit oordeel lijkt het EHRM de deur voorzichtig op een kier te hebben gezet, al blijft wel onduidelijk of het EHRM de vorming van feitelijke of juridische familiebanden bedoelde.
Het antwoord van ChatGPT 4o
Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit artikel beschermt het recht op respect voor privéleven, gezinsleven, woning en correspondentie. De wens om een gezin te stichten valt onder het begrip “gezinsleven” en “privéleven” zoals beschermd door artikel 8 EVRM. Deze bescherming is gebaseerd op jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en de ruime interpretatie die het Hof aan artikel 8 geeft.
Grondslag en juridische context
Artikel 8 EVRM
Artikel 8 EVRM beschermt zowel het gezinsleven als het privéleven. Het Europees Hof heeft in verschillende arresten erkend dat deze begrippen ruim moeten worden geïnterpreteerd en ook de keuze om een gezin te stichten en kinderen te krijgen omvatten. Dit recht wordt niet alleen gezien als een negatieve verplichting voor staten (niet inmengen in het gezinsleven), maar kan ook een positieve verplichting omvatten om ervoor te zorgen dat individuen dit recht in de praktijk kunnen uitoefenen.
Jurisprudentie van het EHRM
Het EHRM heeft bevestigd dat het recht om een gezin te stichten onder artikel 8 EVRM valt. In de zaak Evans v. Verenigd Koninkrijk (EHRM, 10 april 2007, nr. 6339/05) erkende het Hof expliciet dat de wens om biologische kinderen te krijgen deel uitmaakt van het privéleven en gezinsleven in de zin van artikel 8. Dit arrest ging over de vraag of een vrouw, na het beëindigen van een relatie, nog gebruik mocht maken van ingevroren embryo’s die zij met haar ex-partner had laten bevruchten. Het Hof benadrukte dat beslissingen die samenhangen met het krijgen van kinderen en het stichten van een gezin tot de “meest intieme keuzes” behoren die een persoon kan maken, en dat deze daarom onder de bescherming van artikel 8 EVRM vallen.
Privéleven en zelfbeschikking
Naast gezinsleven omvat het recht op privéleven ook het recht van individuen op zelfbeschikking en autonomie over belangrijke keuzes die hun persoonlijke leven raken. De beslissing om wel of geen gezin te stichten valt binnen deze zelfbeschikking. Het Hof heeft in andere arresten, zoals Dickson v. Verenigd Koninkrijk (EHRM, 4 december 2007, nr. 44362/04), aangegeven dat beslissingen over voortplanting nauw samenhangen met de persoonlijke autonomie, en dat het voor individuen essentieel is om controle te hebben over zulke ingrijpende levenskeuzes.
Positieve verplichtingen van de staat
Hoewel artikel 8 EVRM primair een negatief recht is (bescherming tegen inmenging door de staat), kunnen er in bepaalde omstandigheden positieve verplichtingen voor de staat voortvloeien uit dit artikel. Dit houdt in dat staten soms maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat individuen hun rechten daadwerkelijk kunnen uitoefenen. In de context van het stichten van een gezin kan dit bijvoorbeeld inhouden dat staten passende regelingen treffen om voortplantingstechnieken mogelijk te maken, zoals in S.H. en anderen v. Oostenrijk (EHRM, 3 november 2011, nr. 57813/00), waar het ging om beperkingen op kunstmatige inseminatie.
Conclusie
De wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM, zowel onder het begrip “gezinsleven” als “privéleven”. Dit is gebaseerd op de ruime interpretatie van artikel 8 door het EHRM, dat de keuze om kinderen te krijgen als een fundamentele vorm van zelfbeschikking en persoonlijke autonomie beschouwt. De juridische basis hiervoor is de jurisprudentie van het EHRM, zoals in de arresten Evans v. Verenigd Koninkrijk en Dickson v. Verenigd Koninkrijk, waarin wordt benadrukt dat beslissingen over voortplanting en gezinsvorming onder artikel 8 vallen.
Het antwoord van ChatGPT 4o mini
Bescherming van de wens om een gezin te stichten onder artikel 8 EVRM
Ja, de wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit artikel waarborgt het recht op respect voor privé- en gezinsleven, wat ook de mogelijkheid om een gezin te stichten omvat.
Grondslagen
Artikel 8 EVRM
Artikel 8 beschermt zowel het privéleven als het gezinsleven van individuen. In de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is erkend dat dit recht ook het recht om een gezin te stichten omvat, inclusief de mogelijkheid om kinderen te krijgen. Het EHRM heeft in verschillende uitspraken bevestigd dat deze bescherming niet alleen geldt voor bestaande gezinnen, maar ook voor de wensen en verwachtingen van individuen met betrekking tot gezinsvorming.
Jurisprudentie van het EHRM
In de zaak S.H. en anderen v. Oostenrijk (EHRM, 1.7.2010, nr. 57813/00) oordeelde het Hof dat de wens om een gezin te stichten een essentieel onderdeel is van het gezinsleven zoals bedoeld in artikel 8. Het Hof stelde dat staten verplicht zijn om een omgeving te creëren waarin individuen hun gezinsleven kunnen ontwikkelen.
Daarnaast wordt in de zaak D.H. en anderen v. Tsjechië (EHRM, 13.11.2007, nr. 57325/00) benadrukt dat artikel 8 EVRM ook de mogelijkheid tot gezinsvorming en de keuze van individuen om een gezin te stichten beschermt.
Aansluiting bij nationale wetgeving
De bescherming van het recht om een gezin te stichten komt ook overeen met de nationale wetgeving van veel Europese landen, die de rechten van ouders en het recht op gezinsleven benadrukken. Dit versterkt de positie dat artikel 8 EVRM de wens om een gezin te stichten beschermt.
Conclusie
De wens om een gezin te stichten valt onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM, zoals bevestigd door de jurisprudentie van het EHRM. Dit artikel garandeert het recht op respect voor zowel privé- als gezinsleven, wat de mogelijkheid om een gezin te vormen en kinderen te krijgen omvat. De verplichting van staten om een omgeving te bieden waarin deze rechten kunnen worden uitgeoefend, onderstreept de bescherming van dit recht op internationaal niveau.
Het antwoord van Claude
De vraag of de wens om een gezin te stichten onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM valt, is een belangrijke kwestie in het Europees mensenrechtenrecht. Voor juristen is het essentieel om de jurisprudentiële ontwikkeling en de interpretatie van artikel 8 EVRM door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te begrijpen.
Antwoord:
Ja, de wens om een gezin te stichten valt inderdaad onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM. Dit antwoord is gebaseerd op de volgende juridische grondslagen en overwegingen:
Tekst van artikel 8 EVRM
Artikel 8 lid 1 EVRM luidt: “Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.” Hoewel de tekst niet expliciet spreekt over de wens om een gezin te stichten, heeft het EHRM een ruime interpretatie gegeven aan de begrippen “privéleven” en “familie- en gezinsleven”.
Jurisprudentie van het EHRM
Het EHRM heeft in verschillende arresten bevestigd dat de wens om een gezin te stichten onder de bescherming van artikel 8 EVRM valt. Enkele belangrijke uitspraken zijn:
- Evans v. Verenigd Koninkrijk (EHRM 10 april 2007, nr. 6339/05): Het Hof overwoog dat het recht om te beslissen om al dan niet ouder te worden een aspect is van het recht op respect voor het privéleven.
- Dickson v. Verenigd Koninkrijk (EHRM 4 december 2007, nr. 44362/04): Het Hof bevestigde dat artikel 8 ook van toepassing is op de beslissing van een echtpaar om een kind te krijgen en gebruik te maken van medisch begeleide voortplanting voor dat doel.
- S.H. en anderen v. Oostenrijk (EHRM 3 november 2011, nr. 57813/00): Het Hof stelde dat het recht van een echtpaar om gebruik te maken van medisch begeleide voortplanting om een kind te krijgen valt onder de bescherming van artikel 8, als een uiting van privé- en familieleven.
Interpretatie en reikwijdte
Het EHRM hanteert een dynamische interpretatie van het EVRM, waarbij rekening wordt gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen. De bescherming van artikel 8 strekt zich uit tot verschillende aspecten van het gezinsleven, waaronder:
- De wens om biologische kinderen te krijgen
- De keuze voor adoptie
- Het gebruik van kunstmatige voortplantingstechnieken
Beperkingen en belangenafweging
Hoewel de wens om een gezin te stichten onder artikel 8 valt, betekent dit niet dat er een absoluut recht bestaat om een gezin te stichten. Staten hebben een zekere beoordelingsmarge bij het reguleren van deze materie, mits beperkingen voldoen aan de criteria van lid 2 van artikel 8 EVRM (voorzien bij wet, noodzakelijk in een democratische samenleving, legitiem doel).
Positieve verplichtingen
Uit de jurisprudentie volgt ook dat staten in sommige gevallen positieve verplichtingen hebben om het recht om een gezin te stichten te faciliteren, bijvoorbeeld door het bieden van toegang tot bepaalde medische behandelingen of het erkennen van ouderschap in specifieke situaties.
Conclusie
Voor juristen is het van belang te erkennen dat de wens om een gezin te stichten, als onderdeel van het recht op respect voor privé- en familieleven, onder de bescherming van artikel 8 EVRM valt. Dit is gebaseerd op een consistente lijn in de jurisprudentie van het EHRM, die een ruime en dynamische interpretatie van artikel 8 hanteert.
Bij de toepassing van dit principe in concrete zaken moet rekening worden gehouden met:
- De specifieke omstandigheden van het geval
- De beoordelingsmarge van staten
- De mogelijke beperkingen conform artikel 8 lid 2 EVRM
- De eventuele positieve verplichtingen die voor staten kunnen voortvloeien uit dit recht
Deze interpretatie van artikel 8 EVRM heeft verstrekkende gevolgen voor nationale wetgeving en beleid op gebieden als voortplantingsgeneeskunde, adoptie en gezinsplanning, en vormt een belangrijk aandachtspunt in zaken die betrekking hebben op gezinsvorming en ouderschap.
Het antwoord van Gemini
Valt de wens om een gezin te stichten onder de reikwijdte van artikel 8 EVRM?
Ja, de wens om een gezin te stichten valt in veel gevallen onder de bescherming van artikel 8 EVRM. Dit artikel garandeert het recht op eerbiediging van het privéleven, het familie- en gezinsleven.
Waarom valt de wens om een gezin te stichten onder artikel 8 EVRM?
- Kern van het familieleven: Het stichten van een gezin is een fundamentele aspect van het familieleven. Het EHRM heeft in talloze uitspraken benadrukt dat het recht op familie- en gezinsleven niet alleen betrekking heeft op bestaande familiebanden, maar ook op de wens om een gezin te stichten.
- Bescherming van de persoonlijke levenssfeer: De keuze om al dan niet kinderen te krijgen is een zeer persoonlijke en intieme beslissing die valt binnen de beschermingskring van artikel 8 EVRM.
- Bescherming tegen inmenging: Overheidsmaatregelen die deze wens bemoeilijken of onmogelijk maken, kunnen inbreuk maken op dit recht. Denk bijvoorbeeld aan beperkingen op voortplantingstechnologieën of discriminatie op grond van geslacht of seksuele oriëntatie.
Waar is dit op gebaseerd?
Deze interpretatie van artikel 8 EVRM is gebaseerd op een uitgebreide jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het EHRM heeft in talloze zaken benadrukt dat het recht op familie- en gezinsleven een breed begrip is dat niet alleen betrekking heeft op bestaande familiebanden, maar ook op de wens om een gezin te stichten.
Belangrijke aspecten
- Relativiteit van het recht: Het recht op familie- en gezinsleven is niet absoluut. Het kan worden beperkt, maar dan alleen als deze beperking bij wet is voorzien, een legitiem doel dient en noodzakelijk is in een democratische samenleving.
- Afweging van belangen: Bij de beoordeling of een inmenging in het recht op familie- en gezinsleven gerechtvaardigd is, moet een afweging worden gemaakt tussen de belangen van het individu en de belangen van de gemeenschap.
Conclusie
De wens om een gezin te stichten is een fundamenteel recht dat in veel gevallen wordt beschermd door artikel 8 EVRM. Het EHRM heeft duidelijk gemaakt dat dit recht ook van toepassing is op personen die nog geen gezin hebben, maar wel de wens hebben om er een te stichten.
Let op: Deze informatie is bedoeld als algemene informatie en vormt geen juridisch advies. Voor persoonlijk advies dient u contact op te nemen met een advocaat.
Wilt u meer weten over een specifiek aspect van dit onderwerp?
Ik kan u bijvoorbeeld meer vertellen over:
- De gevolgen van artikel 8 EVRM voor bepaalde groepen, zoals homoseksuele stellen of alleenstaande vrouwen;
- De beperkingen van het recht op familie- en gezinsleven;
- De rol van de Nederlandse wetgeving in relatie tot artikel 8 EVRM.
De VSAN is er voor de sociale advocatuur
De VSAN fungeert als spreekbuis van sociaal advocaten bij media en politiek en behartigt hun belangen bij ketenpartners als de NOvA, de Raad voor Rechtsbijstand, het ministerie van justitie. De VSAN heeft de afgelopen jaren actief gelobbyd bij de politiek voor een noodzakelijke verhoging van vergoedingen en kaartte misstanden Lees meer
Advertentie