Huurrecht

De resultaten van oktober 2024

Waardering ChatGPT 4o – ****

Waardering ChatGPT 4o mini – ***

Waardering Claude – nog niet beoordeeld

Waardering Gemini – nog niet beoordeeld

Casus

Nieuwe casusvraag:
Heeft de verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, op grond van het Nederlandse recht wel aanspraak op de wettelijke rente? Wat is hiervoor de grondslag? Het antwoord is bedoeld voor juristen.

Oude casusvraag:
Heeft de verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, wel aanspraak op de wettelijke rente?

Ons antwoord:
In een arrest van 27 januari 2021, ECLI:EU:C:2021:68 (Dexia) heeft het HvJ EU op deze vraag antwoord gegeven. Dat antwoord luidt:

“Richtlijn 93/13 moet aldus worden uitgelegd dat een verkoper die – in die hoedanigheid – de consument een beding heeft opgelegd dat door de nationale rechter oneerlijk is verklaard en dus is vernietigd, wanneer de overeenkomst zonder dat beding kan voortbestaan, geen aanspraak kan maken op de in een bepaling van aanvullend nationaal recht vastgestelde wettelijke schadevergoeding die zonder dat beding van toepassing zou zijn geweest.”

Kort samengevat kan uit bovengenoemd arrest worden geconcludeerd dat, indien een beding oneerlijk wordt bevonden waardoor geen aanspraak bestaat op nakoming daarvan, (ook) geen aanspraak bestaat op (vervangende) wettelijke schadevergoeding.

Het antwoord van ChatGPT 4o

Ja, de verhuurder kan op grond van het Nederlandse recht aanspraak maken op de wettelijke rente, zelfs als zijn algemene voorwaarden een oneerlijk rentebeding bevatten, mits dit beding nietig is verklaard of vernietigd. De grondslag hiervoor ligt in het verschil tussen een contractueel overeengekomen rente en de wettelijke rente die voortvloeit uit de wet zelf (artikel 6:119 BW en 6:119a BW).

Grondslag en juridische context

Oneerlijk beding onder de Richtlijn 93/13/EEG:
Wanneer een rentebeding in de algemene voorwaarden als oneerlijk wordt aangemerkt volgens de Europese Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, leidt dit ertoe dat het specifieke beding niet bindend is. In Nederland wordt deze richtlijn toegepast via artikel 6:233 BW, waarin staat dat een beding vernietigbaar is als het onredelijk bezwarend is.
Als een beding vernietigd wordt omdat het een onredelijk hoge rente voorschrijft, wordt alleen dat specifieke beding buiten toepassing verklaard. Dit betekent dat het contract niet volledig ongeldig is, maar dat de betreffende bepaling geen werking heeft.

Wettelijke rente als vangnet (artikel 6:119 BW en 6:119a BW):
Wanneer een contractueel overeengekomen rentebeding nietig of vernietigd wordt, vervalt daarmee het recht op de overeengekomen rente. De verhuurder behoudt echter zijn recht op wettelijke rente volgens artikel 6:119 BW (voor niet-handelstransacties) of 6:119a BW (voor handelstransacties). Deze wettelijke rente wordt dan van rechtswege verschuldigd zonder dat een contractuele basis nodig is.
De wettelijke rente fungeert in dit geval als een vangnetbepaling en vervangt de onredelijke contractuele rente. Dit wordt ondersteund door de gedachte dat rente verschuldigd is vanwege het uitblijven van tijdige betaling, en dat de vernietiging van het onredelijke beding niet betekent dat de schuldeiser helemaal geen rente zou mogen vorderen.

Jurisprudentie en rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU:
De Europese rechtspraak heeft verduidelijkt dat wanneer een oneerlijk beding in een consumentenovereenkomst wordt vernietigd, dit niet betekent dat de schuldeiser verstoken blijft van elke vorm van vergoeding. Zo heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) in het Kásler-arrest (C-26/13) geoordeeld dat nationale rechterlijke instanties, na vernietiging van een beding, het contract kunnen handhaven zonder dat oneerlijke beding, mits de werking van de overeenkomst zonder dat beding mogelijk blijft.
In lijn met deze jurisprudentie is het in Nederland mogelijk om een onredelijk rentebeding te vernietigen, terwijl de verhuurder wel aanspraak behoudt op wettelijke rente op grond van de wet.

Rechtvaardiging van wettelijke rente:
De wettelijke rente is bedoeld om compensatie te bieden voor de schade die de schuldeiser lijdt doordat hij niet tijdig over zijn geld beschikt. Dit beginsel blijft onverkort gelden, ook als een contractueel beding wordt vernietigd. De verhuurder die te laat betaald wordt, lijdt nog steeds schade, en de wettelijke rente biedt compensatie voor deze vertraging.
Het vernietigen van een onredelijk beding betekent niet dat de schuldenaar wordt vrijgesteld van iedere rentebetaling, maar dat de schuldenaar niet aan een onredelijk bezwarend beding kan worden gehouden. De verhuurder kan dus nog steeds aanspraak maken op een rechtvaardige compensatie in de vorm van de wettelijke rente.

Conclusie
Hoewel de verhuurder geen aanspraak kan maken op een contractueel overeengekomen rente als dit beding als oneerlijk wordt aangemerkt en vernietigd, behoudt hij op grond van het Nederlandse recht wel aanspraak op de wettelijke rente. De grondslag hiervoor is te vinden in de artikelen 6:119 BW en 6:119a BW, die bepalen dat wettelijke rente verschuldigd is bij niet-tijdige betaling, ook in gevallen waarin een contractueel beding buiten toepassing wordt verklaard. Dit wordt ondersteund door de Europese en Nederlandse jurisprudentie die de werking van de wettelijke rente bevestigt als compensatie bij vertraging in betalingen.

Het antwoord van ChatGPT 4o mini

Ja, een verhuurder die algemene voorwaarden hanteert waarin een ‘oneerlijk’ rentebeding is opgenomen, kan op grond van het Nederlandse recht alsnog aanspraak maken op de wettelijke rente. Dit is echter afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de specifieke omstandigheden van de zaak en de toepassing van de relevante wetgeving.

Oneerlijke bedingen en de Wet oneerlijke handelspraktijken
Oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden worden in Nederland gereguleerd door de artikelen 6:233 en 6:234 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze artikelen geven de rechter de bevoegdheid om een beding dat in strijd is met de redelijkheid en billijkheid of dat onredelijk bezwarend is, te vernietigen. Als een rentebeding als oneerlijk wordt aangemerkt, kan dit beding nietig of vernietigbaar zijn. Dit betekent echter niet automatisch dat de verhuurder geen aanspraak kan maken op wettelijke rente.

Wettelijke rente
De wettelijke rente is geregeld in artikel 6:119 BW. Dit artikel bepaalt dat de schuldeiser (in dit geval de verhuurder) recht heeft op wettelijke rente over het verschuldigde bedrag, tenzij anders is overeengekomen. Indien het oneerlijke rentebeding wordt vernietigd, betekent dit niet dat er geen verplichting tot betaling van rente meer bestaat. De wettelijke rente kan nog steeds van toepassing zijn, omdat deze rente automatisch geldt voor onbetaalde bedragen die voortvloeien uit een verbintenis.

Jurisprudentie
In verschillende uitspraken heeft de rechter bevestigd dat het nietigheid of de vernietigbaarheid van een beding, zoals een oneerlijk rentebeding, niet uitsluit dat de verhuurder aanspraak kan maken op wettelijke rente. Dit werd bijvoorbeeld bevestigd in de zaak HR 22 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:223, waarin de Hoge Raad oordeelde dat ook bij vernietiging van een contractueel beding recht kan bestaan op wettelijke rente over de hoofdvordering. De reden hiervoor is dat de wettelijke rente is bedoeld om de schuldeiser te compenseren voor de periode waarin de betaling uitblijft, ongeacht de aard van de rente die oorspronkelijk was overeengekomen.

Conclusie
Een verhuurder wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, heeft op grond van het Nederlandse recht wel degelijk aanspraak op de wettelijke rente. Dit is gebaseerd op de relevante bepalingen in het Burgerlijk Wetboek, met name de artikelen 6:119 (wettelijke rente) en 6:233/234 (oneerlijke bedingen), alsook op de jurisprudentie die bevestigt dat het ontbreken van een geldig rentebeding niet uitsluit dat de verhuurder aanspraak kan maken op wettelijke rente over de verschuldigde bedragen.

Het antwoord van Claude

Aanspraak van verhuurder op wettelijke rente bij oneerlijk rentebeding
De vraag of een verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, op grond van het Nederlandse recht aanspraak kan maken op de wettelijke rente, vereist een analyse van het contractenrecht, de regelgeving omtrent oneerlijke bedingen, en de jurisprudentie hieromtrent. In principe heeft de verhuurder in deze situatie wel aanspraak op de wettelijke rente, maar dit is niet zonder nuance. Hieronder volgt een uiteenzetting van de juridische grondslagen en overwegingen:

Oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden

  • Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is in Nederland geïmplementeerd in afdeling 6.5.3 BW (art. 6:231-247 BW).
  • Vernietigbaarheid: Art. 6:233 sub a BW bepaalt dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is indien het, gelet op de aard en overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij.
  • Zwarte lijst: Art. 6:236 sub i BW bestempelt een beding dat voorziet in een vergoeding van meer dan de wettelijke rente als onredelijk bezwarend.

Gevolgen van een oneerlijk beding

  • Vernietiging: Art. 6:233 BW stelt dat een onredelijk bezwarend beding vernietigbaar is.
  • Gedeeltelijke instandhouding: Art. 3:41 BW bepaalt dat indien een rechtshandeling nietig is of vernietigd wordt, zij partieel nietig of vernietigd is indien de strekking van de handeling zich niet tegen gedeeltelijke instandhouding verzet.

Wettelijke rente als vangnet

  • Vangnet: Art. 6:119 BW voorziet in de verschuldigdheid van wettelijke rente bij vertraging in de voldoening van een geldsom en fungeert als een vangnet bij het ontbreken van een geldig contractueel rentebeding.

Jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU

  • Kásler en Káslerné Rábai (C-26/13): Het Hof oordeelde dat nationale rechters oneerlijke bedingen buiten toepassing moeten laten, maar dat de overeenkomst voor het overige in stand kan blijven indien dit mogelijk is.
  • Banco Español de Crédito (C-618/10): Het Hof stelde dat nationale rechters niet bevoegd zijn om de inhoud van oneerlijke bedingen te herzien, maar deze bedingen eenvoudigweg buiten toepassing moeten laten.

Nederlandse rechtspraak

  • HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:773: De Hoge Raad bevestigde in lijn met de Europese jurisprudentie dat een oneerlijk beding in beginsel geheel buiten toepassing moet worden gelaten, zonder dat de rechter de bevoegdheid heeft het beding te matigen.

Conclusie en grondslag
Op basis van bovenstaande analyse kan geconcludeerd worden dat een verhuurder wiens algemene voorwaarden een oneerlijk rentebeding bevatten, in principe wel aanspraak kan maken op de wettelijke rente. De grondslag hiervoor is als volgt:

  • Het oneerlijke rentebeding wordt op grond van art. 6:233 BW jo. art. 6:236 sub i BW als vernietigbaar beschouwd.
  • Na vernietiging van het oneerlijke beding blijft de rest van de overeenkomst in stand (art. 3:41 BW).
  • Bij het wegvallen van het contractuele rentebeding treedt de wettelijke regeling van art. 6:119 BW in werking als vangnet.

Deze benadering is in lijn met het Europese recht, dat beoogt oneerlijke bedingen te elimineren zonder de gehele overeenkomst te vernietigen, en met de Nederlandse jurisprudentie die deze lijn volgt. Het is echter belangrijk op te merken dat de concrete omstandigheden van het geval altijd een rol spelen bij de beoordeling door de rechter. Factoren zoals de aard van de overeenkomst, de hoedanigheid van partijen (consument of niet), en de specifieke formulering van het rentebeding kunnen van invloed zijn op de uiteindelijke beslissing.

Het antwoord van Gemini

Aanspraak op wettelijke rente bij een oneerlijk rentebeding

Kort antwoord:
Nee, in het algemeen heeft een verhuurder die een oneerlijk rentebeding heeft opgenomen in zijn algemene voorwaarden geen recht op de wettelijke rente.

Uitleg:
Het Nederlandse recht biedt consumenten bescherming tegen oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden. Als een rechter oordeelt dat een rentebeding in een huurovereenkomst oneerlijk is, betekent dit dat dit beding vernietigbaar is. Het gevolg van vernietiging is dat het beding geacht wordt nooit te hebben bestaan.

Waarom heeft de verhuurder dan geen recht op wettelijke rente?

  • Geen basis meer voor rente: Als het overeengekomen rentebeding vernietigd is, is er geen contractuele basis meer voor het vorderen van rente.
  • Wettelijke rente vult niet automatisch aan: De wettelijke rente is bedoeld als aanvulling op een contractueel afgesproken rente. Als er geen geldig contractueel rentebeding meer is, kan de wettelijke rente daar niet op worden gebaseerd.
  • Doel van de bescherming van consumenten: Het doel van de wetgeving is om consumenten te beschermen tegen oneerlijke bedingen. Het zou in strijd zijn met dit doel als een verhuurder, na vernietiging van een oneerlijk beding, toch nog aanspraak zou kunnen maken op de wettelijke rente.

Grondslag:
Deze uitleg is gebaseerd op de jurisprudentie en de wetgeving, met name op de artikelen over algemene voorwaarden in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Let op:

  • Uitzonderingen: Hoewel de hoofdregel is dat een verhuurder geen recht heeft op wettelijke rente bij een oneerlijk rentebeding, zijn er altijd uitzonderingen mogelijk. Zo kunnen er specifieke omstandigheden zijn waarin de verhuurder toch een andere rechtsgrond vindt om rente te vorderen.
  • Complexiteit: De beoordeling of een beding oneerlijk is en de gevolgen daarvan kunnen in complexe gevallen lastig zijn. Het is daarom altijd raadzaam om juridisch advies in te winnen.

Conclusie:
In de meeste gevallen zal een verhuurder die een oneerlijk rentebeding heeft opgenomen in zijn algemene voorwaarden geen recht hebben op de wettelijke rente. De vernietiging van het oneerlijke beding betekent dat er geen contractuele basis meer is voor het vorderen van rente.

Belangrijk:
Deze informatie is bedoeld als algemene informatie en vormt geen juridisch advies. Voor persoonlijk advies dient u contact op te nemen met een advocaat.

De Praktizijn test nu ook DeepSeek

Als een duvel uit een AI-doosje is onlangs DeepSeek opgekomen als (serieus) alternatief voor ChatGPT en andere large language models (LLM’s). Zoals bekend, test de Praktizijn al sinds september 2023 AI-systemen op de kwaliteit van de beantwoording van telkens 10 dezelfde zoekvragen. We stellen deze Lees meer

4 februari | 2025|
Advertentie

 

Ga naar de bovenkant