Bestuursrecht
De resultaten van oktober 2024
Waardering ChatGPT 4o – ****
Waardering ChatGPT 4o mini – ***
Waardering Claude – nog niet beoordeeld
Waardering Gemini – nog niet beoordeeld
Casus
Nieuwe casusvraag:
Hoe specifiek mag de Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur? Wat is de grondslag hiervoor? Het antwoord is bedoeld voor een jurist.
Oude casusvraag:
Hoe specifiek mag de bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur?
Ons antwoord:
Prof. mr. A.C. Hendriks heeft onderzoek gedaan (NTB 2022/304) naar in hoeverre de bestuursrechter in tussenuitspraken specifieke aanwijzingen geeft aan een arts-adviseur van het bestuur, meer in het bijzonder van het UWV.
Geconstateerd is dat de wetsgeschiedenis over de aanwijzingsbevoegdheid in art. 8:80a lid 2 Awb beperkt is. Er lijkt op basis van de parlementaire geschiedenis en jurisprudentie aarzeling te bestaan om deze bevoegdheid ruim uit te leggen.
Uit de door Hendriks bestudeerde uitspraken volgt dat de bestuursrechter steeds specifiekere aanwijzingen formuleert richting het UWV om zo nodig een nieuw medisch onderzoek te verrichten. Dat gebeurt in het bijzonder de afgelopen jaren, waarbij deze aanwijzingen ook instructies bevatten voor de (verzekerings)artsen van het UWV.
Los van de vraag dat we ons kunnen afvragen of het aan de bestuursrechter is om aldus op de stoel van het bestuur te gaan zitten, miskent de bestuursrechter volgens Hendriks met deze specifieke aanwijzingen de professionele autonomie en tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van (verzekerings)artsen. Sterker, de bestuursrechter gaat aldus op de stoel zitten van de arts. Hendriks geeft aan dat dit niet de bedoeling is geweest van de bevoegdheid om aanwijzingen te geven.
Les uit dit alles is dat de bestuursrechter bij het geven van aanwijzingen op grond van art. 8:80a Awb zijn eigen bevoegdheden en beperkingen moet onderkennen. Aanwijzingen zijn er om te komen tot finale geschilbeslechting. Dit mooie doel rechtvaardigt niet dat de bestuursrechter via specifieke inhoudelijke aanwijzingen zich taken toe-eigent die niet aan hem zijn.
Het antwoord van ChatGPT 4o
De Nederlandse bestuursrechter mag in tussenuitspraken specifieke aanwijzingen geven aan de arts-adviseur van het bestuur, maar de mate waarin deze aanwijzingen gedetailleerd mogen zijn, wordt begrensd door de rechtsstatelijke taakverdeling tussen de rechter en het bestuur. De rechter dient namelijk de rol van de bestuursrechter als “herstellende rechter” in acht te nemen, maar mag niet op de stoel van het bestuur gaan zitten. De grondslag hiervoor ligt in de Awb en in de jurisprudentie, met name over de rol van de rechter in het herstel van gebreken in de besluitvorming.
Grondslag en juridische context
Tussenuitspraken en de herstelmogelijkheid (artikel 8:51a Awb)
De bestuursrechter kan op grond van artikel 8:51a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan de gelegenheid geven om een gebrek in het besluit te herstellen via een tussenuitsprakenprocedure. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een gebrekkige medische onderbouwing in een zaak waar de medische advisering door een arts-adviseur van het bestuursorgaan centraal staat. De bestuursrechter kan daarbij ook concrete aanwijzingen geven over de manier waarop het gebrek kan worden hersteld, zoals het herformuleren van de medische vragen of het uitvoeren van aanvullend onderzoek door de arts-adviseur. De rechter mag echter niet zo ver gaan dat hij zelf de beoordeling van de medische situatie volledig overneemt.
Inhoudelijke grenzen van de aanwijzingen
Hoewel de rechter aanwijzingen mag geven, moet hij terughoudend zijn bij het voorschrijven van inhoudelijke medische beoordelingen. De kern van de aanwijzingen ligt in het waarborgen van een zorgvuldige besluitvorming door het bestuursorgaan. Dit betekent dat de rechter kan oordelen over de zorgvuldigheid van de medische advisering, maar niet zelf medische conclusies mag trekken. De rechter kan bijvoorbeeld voorschrijven dat een arts-adviseur bepaalde aspecten van de gezondheidssituatie nader moet onderzoeken of dat er aanvullende informatie moet worden ingewonnen bij de behandelend artsen, maar hij mag niet zelf bepalen welke diagnose of beperkingen de arts-adviseur zou moeten vaststellen.
Jurisprudentie over de rol van de rechter
Uit jurisprudentie blijkt dat de rechter zijn aanwijzingen moet beperken tot het herstel van procedurele of motiveringsgebreken. In bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB 22 februari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012) werd geoordeeld dat de rechter wel mag aangeven dat een medische advisering onvolledig is of dat het bestuur onvoldoende rekening heeft gehouden met bepaalde feiten, maar dat hij niet zelf de feitelijke medische beoordeling mag verrichten. De rechter mag dus vragen om nader medisch onderzoek, aanvullende motivering of verduidelijking van de bevindingen van de arts-adviseur, maar hij moet de inhoudelijke medische beoordeling aan de arts overlaten.
Conclusie
De Nederlandse bestuursrechter mag in een tussenuitsprakenprocedure concrete aanwijzingen geven aan de arts-adviseur van het bestuur, maar de aanwijzingen moeten zich richten op de zorgvuldigheid en volledigheid van de medische advisering, zonder dat de rechter zelf een medische beoordeling overneemt. De grondslag hiervoor is te vinden in artikel 8:51a Awb en wordt ondersteund door jurisprudentie die de rechter opdraagt om gebreken in de besluitvorming te herstellen zonder de taak van het bestuursorgaan over te nemen.
Het antwoord van ChatGPT 4o mini
Aanwijzingen door de bestuursrechter aan arts-adviseurs in het Nederlandse bestuursrecht
In het Nederlandse bestuursrecht mag de bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur. Deze aanwijzingen moeten echter zorgvuldig en met inachtneming van de onafhankelijkheid van de arts-adviseur worden geformuleerd. De specificiteit van deze aanwijzingen hangt af van de omstandigheden van het geval en de noodzaak om het bestuur te helpen bij het nemen van een weloverwogen besluit.
Grondslagen voor aanwijzingen door de bestuursrechter
- Algemene wet bestuursrecht (Awb): De bevoegdheid van de bestuursrechter om aanwijzingen te geven, is te vinden in Artikel 8:69a Awb. Dit artikel stelt dat de rechter op verzoek van partijen of ambtshalve kan voorzien in de nodige aanwijzingen die het bestuur helpen om een gebrek te herstellen, en dit kan ook betrekking hebben op deskundigen zoals arts-adviseurs.
- Onafhankelijkheid van de arts-adviseur: Hoewel de bestuursrechter aanwijzingen mag geven, moet de onafhankelijkheid van de arts-adviseur gewaarborgd blijven. Dit betekent dat de rechter niet mag ingrijpen in de inhoudelijke beoordeling door de arts-adviseur, maar wel kan aangeven welke informatie of inzichten relevant zijn voor het bestuur om tot een zorgvuldig besluit te komen. De rechter moet erop toezien dat de aanwijzingen niet als een direct bevel aan de arts-adviseur worden opgevat, maar eerder als suggesties die het bestuur in staat stellen om zijn besluitvorming te verbeteren.
- Rechtersrol: De rol van de rechter in deze context is ondersteunend en corrigerend. De rechter kan bijvoorbeeld aangeven dat het noodzakelijk is om bepaalde informatie te verkrijgen of om specifieke vragen aan de arts-adviseur voor te leggen, zonder de uiteindelijke medische beoordeling te beïnvloeden.
Conclusie
De Nederlandse bestuursrechter heeft de bevoegdheid om in tussenuitspraken aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur van het bestuur, mits deze aanwijzingen zorgvuldig zijn geformuleerd en de onafhankelijkheid van de arts-adviseur wordt gerespecteerd. De grondslag hiervoor ligt voornamelijk in de Algemene wet bestuursrecht en de jurisprudentie die de rol van de rechter in het bestuursrecht verduidelijkt. Dit garandeert een evenwicht tussen de rechterlijke controle en de noodzakelijke autonomie van medische deskundigen in de besluitvorming van het bestuur.
Het antwoord van Claude
De vraag naar de specifieke aanwijzingen die de Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken mag geven aan een arts-adviseur van het bestuur, raakt aan de kern van de taakafbakening tussen rechter en bestuur in het bestuursrecht. Het antwoord hierop vereist een analyse van de wettelijke kaders, jurisprudentie en bestuursrechtelijke beginselen.
Grondslag
De primaire grondslag voor het geven van aanwijzingen door de bestuursrechter is artikel 8:51a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel bepaalt dat de bestuursrechter het bestuursorgaan in de gelegenheid kan stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen.
Jurisprudentie en doctrine hebben deze bevoegdheid nader ingevuld, waarbij de volgende principes leidend zijn:
- Marginale toetsing: De bestuursrechter dient terughoudendheid te betrachten bij het geven van aanwijzingen om niet op de stoel van het bestuur te gaan zitten (zie o.a. ABRvS 28 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1674).
- Finale geschilbeslechting: De tussenuitspraak dient bij te dragen aan een efficiënte en definitieve beslechting van het geschil (artikel 8:41a Awb).
- Evenredigheidsbeginsel: De aanwijzingen moeten in verhouding staan tot het te bereiken doel (artikel 3:4 lid 2 Awb).
Specifieke aanwijzingen aan arts-adviseur
Wat betreft aanwijzingen aan een arts-adviseur van het bestuur, kan de bestuursrechter binnen de bovengenoemde kaders het volgende doen:
- Procedurele aanwijzingen: De rechter kan aanwijzingen geven over de te volgen procedure bij het medisch onderzoek, zoals het horen van de betrokkene of het raadplegen van specifieke medische informatie.
- Inhoudelijke richtlijnen: De rechter kan aangeven welke medische aspecten nader onderzocht of gemotiveerd dienen te worden, zonder daarbij een specifieke uitkomst voor te schrijven.
- Kwaliteitseisen: De rechter kan wijzen op de noodzaak van een onafhankelijk en deskundig advies, conform de eisen gesteld in jurisprudentie (zie bijv. CRvB 30 juni 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2226).
- Motiveringsgebreken: De rechter kan aangeven op welke punten de motivering van het medisch advies tekortschiet en nadere onderbouwing behoeft.
Grenzen aan de aanwijzingen
De bestuursrechter dient zich te onthouden van:
- Het voorschrijven van specifieke medische conclusies.
- Het dicteren van de precieze onderzoeksmethoden die de arts-adviseur moet hanteren.
- Het maken van eigen medische beoordelingen die de expertise van de arts-adviseur zouden vervangen.
Recente jurisprudentie
De Centrale Raad van Beroep heeft in diverse uitspraken de grenzen van de rechterlijke bevoegdheid in dit kader nader afgebakend. Zo oordeelde de CRvB op 30 juni 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:2226) dat de bestuursrechter wel mag aangeven dat een medisch onderzoek onvolledig of onzorgvuldig is uitgevoerd, maar niet zelf mag bepalen welke medische conclusies getrokken moeten worden.
Conclusie
De Nederlandse bestuursrechter mag in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar dient daarbij de grenzen van de rechterlijke toetsing te respecteren. De aanwijzingen moeten gericht zijn op het herstellen van gebreken in de besluitvorming, zonder daarbij op de stoel van het bestuur of de medisch adviseur te gaan zitten. De rechter kan wel procedurele en inhoudelijke richtlijnen geven voor nader onderzoek of motivering, maar mag geen specifieke medische conclusies voorschrijven.
Deze benadering vindt haar grondslag in de Awb, met name artikel 8:51a, en wordt verder vormgegeven door de jurisprudentie van de hoogste bestuursrechters, waarbij de beginselen van marginale toetsing, finale geschilbeslechting en evenredigheid leidend zijn.
Het antwoord van Gemini
Hoe specifiek mag de Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur?
Een delicate balans
De vraag naar de specifiekheid waarmee een Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen kan geven aan een arts-adviseur van het bestuur is een interessante. Het antwoord hierop vereist een zorgvuldige afweging van verschillende belangen. Enerzijds is het van belang dat de rechter voldoende duidelijkheid verschaft over de vereisten die aan het medisch advies gesteld moeten worden. Anderzijds dient de rechter de medische expertise van de arts-adviseur te respecteren en mag hij niet te vergaande instructies geven die de onafhankelijkheid van het medisch oordeel in gevaar brengen.
Grondslag en begrenzing
De grondslag voor het geven van aanwijzingen door de bestuursrechter ligt in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter heeft de taak om te toetsen of een besluit zorgvuldig is voorbereid en of de daarbij gebruikte feiten juist zijn. Als een medisch advies een essentiële rol speelt bij de besluitvorming, dan kan de rechter daarover ook uitspraken doen.
De begrenzing van de rechterlijke bevoegdheid is echter gelegen in het feit dat de rechter geen medisch expert is. Hij kan dus niet zelfstandig medische oordelen geven. Wel kan hij aangeven welke medische informatie relevant is voor de besluitvorming en of het advies voldoende onderbouwd is.
Factoren die de specifiekheid bepalen
De mate van specifiekheid waarmee de rechter aanwijzingen kan geven, hangt af van verschillende factoren, waaronder:
- De complexiteit van de medische vraag: Hoe complexer de medische vraag, hoe moeilijker het is voor de rechter om specifieke aanwijzingen te geven.
- De kwaliteit van het bestaande medisch advies: Als het bestaande advies al zeer uitgebreid en goed onderbouwd is, is er minder behoefte aan aanvullende instructies.
- De fase van de procedure: In een vroeg stadium van de procedure kan de rechter algemenere aanwijzingen geven, terwijl hij in een later stadium specifieker kan zijn.
- De aard van het geschil: Als het geschil vooral draait om de interpretatie van medische gegevens, dan kan de rechter meer specifieke aanwijzingen geven dan wanneer het gaat om de algemene medische toestand van een persoon.
Voorbeeld van aanwijzingen
De rechter kan bijvoorbeeld aangeven dat het medisch advies onvoldoende onderbouwd is, dat er aanvullend onderzoek nodig is naar bepaalde aspecten, of dat het advies niet consistent is met andere medische informatie. De rechter kan ook aangeven welke medische criteria relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
Belang van een evenwichtige benadering
Het is van belang dat de rechter een evenwichtige benadering kiest. Enerzijds moet hij zorgen voor voldoende duidelijkheid over de vereisten die aan het medisch advies gesteld moeten worden. Anderzijds moet hij de medische expertise van de arts-adviseur respecteren en mag hij niet te vergaande instructies geven die de onafhankelijkheid van het medisch oordeel in gevaar brengen.
Conclusie
De specifiekheid waarmee een Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen kan geven aan een arts-adviseur van het bestuur is afhankelijk van verschillende factoren. De rechter heeft een belangrijke taak bij het waarborgen van een zorgvuldige besluitvorming, maar moet daarbij wel rekening houden met de beperkingen van zijn eigen expertise.
Let op: Dit antwoord is bedoeld als algemene informatie en vormt geen juridisch advies. Voor persoonlijk advies dient u contact op te nemen met een advocaat.
Korting bij De Scheidingsdeskundige
Advocaten die deelnemen aan het project ter ondersteuning van de sociale advocatuur krijgen nu ook korting op cursussen van De Scheidingsdeskundige. De Scheidingsdeskundige is de partner van professionals die bij scheidingen betrokken zijn en is gespecialiseerd in het opleiden en ondersteunen bij de beroepspraktijk. De korting van 50% geldt Lees meer
Advertentie