Belastingrecht

De resultaten van oktober 2024

Waardering ChatGPT 4o – ****

Waardering ChatGPT 4o mini – ***

Waardering Claude – nog niet beoordeeld

Waardering Gemini – nog niet beoordeeld

Casus

Nieuwe casusvraag:
Hoe ruim is het normvereiste bij toepassing van de Principal Purpose Test (PPT)? Waar wordt dit op gebaseerd? Het antwoord is bedoeld voor juristen.

Oude casusrvaag:
Hoe ruim is het normvereiste bij toepassing van de Principal Purpose Test (PPT)?

Ons antwoord:
Bij toepassing van het normvereiste van de PPT wordt onderscheid gemaakt tussen rule shopping en treaty shopping. Bij rule shopping is de onduidelijkheid omtrent doel en strekking van de verschillende specifieke bepalingen een complicerende factor, waardoor de tegenbewijsregeling beperkt toepasbaar lijkt. Ook dient het meer algemene doel van belastingverdragen in dergelijke casussen indirect in aanmerking te worden genomen. Bij treaty shopping lijkt het normvereiste in het geheel geen uitkomst te bieden, aangezien belastingverdragen erop zijn gericht om geen belastingontwijking mogelijk te maken. Al met al lijkt het normvereiste — behoudens situaties met voldoende economische substance — een beperkte en daarmee weinig effectieve tegenbewijsregeling. Dat maakt de potentiële invloed van de PPT des te groter. (WFR 2022/206: De PPT en het normvereiste).

Het antwoord van ChatGPT 4o

Het normvereiste bij de toepassing van de Principal Purpose Test (PPT) is relatief ruim en richt zich op het voorkomen van verdragsmisbruik in internationale belastingstructuren. De PPT, die onderdeel uitmaakt van het Multilateraal Verdrag (MLI) en van veel belastingverdragen na implementatie van de OECD BEPS Actie 6, is een anti-misbruikbepaling die belastingvoordelen ontzegt wanneer een van de voornaamste doeleinden van een transactie of structuur is om van die verdragsvoordelen te profiteren.

Grondslag en toepassing

Ruime interpretatie van het ‘voornaamste doel’ (principal purpose)
De PPT is gericht op het achterhalen van de motieven achter een bepaalde transactie of structuur. Belastingvoordelen worden geweigerd als “een van de voornaamste doeleinden” (one of the principal purposes) van een bepaalde handeling of transactie is om in aanmerking te komen voor voordelen onder een belastingverdrag. Het gebruik van de term “een van de voornaamste doeleinden” maakt het normvereiste relatief ruim. De aanwezigheid van meerdere doeleinden sluit de toepassing van de PPT niet uit. Het hoeft niet het enige of zelfs het belangrijkste doel te zijn, zolang belastingbesparing een van de significante redenen is voor het aangaan van de transactie of structuur.

Objectieve en subjectieve toetsing
De toepassing van de PPT vereist zowel een objectieve als subjectieve toets. Het objectieve element richt zich op de structuur van de transactie of arrangement en of deze een belastingvoordeel biedt. Het subjectieve element richt zich op de intenties van de belastingplichtige: is het belastingvoordeel een van de voornaamste drijfveren achter de transactie? Deze dubbele toetsing geeft de PPT een zekere mate van flexibiliteit, omdat belastingautoriteiten kunnen kijken naar de feitelijke gang van zaken en de onderliggende motieven om misbruik tegen te gaan, zelfs wanneer de transactie ook andere legitieme zakelijke of economische doeleinden dient.

‘Principal purpose’ versus ‘genuine substance’
De PPT vereist niet dat belastingplichtigen economische of commerciële motieven volledig negeren, maar wel dat het belastingvoordeel niet de drijvende kracht is achter de transactie. Structuren of transacties die een wezenlijk commercieel doel dienen (bijvoorbeeld investeringen in een bepaalde jurisdictie met een daadwerkelijke bedrijfsactiviteit) kunnen buiten de reikwijdte van de PPT vallen, zelfs als ze ook een belastingvoordeel opleveren. Dit onderscheid wordt benadrukt in het commentaar bij de OECD Model Tax Convention en de MLI. Het Hof of belastingautoriteiten moeten beoordelen of het belastingvoordeel in een transactie buitenproportioneel is ten opzichte van het economische doel.

Jurisprudentie en richtlijnen
De ruime formulering van de PPT is inmiddels ondersteund door een groeiende hoeveelheid jurisprudentie in verschillende landen die de MLI of gelijksoortige bepalingen in belastingverdragen hebben geïmplementeerd. Rechtbanken hebben daarbij vaak een genuanceerde benadering gekozen, waarbij ze zowel naar de intenties van de belastingplichtige kijken als naar de economische werkelijkheid van de structuur. In de praktijk biedt de PPT ruimte voor een gedetailleerde feitelijke beoordeling, waarbij belastingvoordelen kunnen worden geweigerd als er sprake is van verdragsmisbruik zonder legitieme economische basis.

Conclusie
Het normvereiste bij de toepassing van de Principal Purpose Test (PPT) is ruim opgezet, omdat belastingvoordelen worden geweigerd als een van de voornaamste doeleinden van een transactie is om van die voordelen te profiteren. De toetsing is flexibel en omvat zowel een objectieve beoordeling van de transactie als een subjectieve beoordeling van de intentie van de belastingplichtige. De grondslag voor deze ruime toepassing is terug te vinden in de OECD BEPS Actie 6, het MLI, en de jurisprudentie die zich inmiddels heeft ontwikkeld rondom verdragsmisbruik.

Het antwoord van ChatGPT 4o mini

De Principal Purpose Test (PPT) is een test die is ontwikkeld om belastingontwijking en misbruik van belastingverdragen tegen te gaan, vooral in de context van internationale belastingplanning. Bij de toepassing van de PPT moet worden vastgesteld of de hoofddoelstelling van een transactie of structuur belastingvoordeel is.

Normvereiste van de Principal Purpose Test

Ruimtelijkheid van het normvereiste
Het normvereiste bij de PPT is relatief ruim. Het gaat erom of het belastingsvoordeel een hoofddoelstelling is van een transactie of een structuur, niet noodzakelijkerwijs het enige doel. Dit betekent dat, zelfs als er andere legitieme commerciële doeleinden zijn, de aanwezigheid van belastingvoordeel als hoofddoel kan leiden tot de toepassing van de PPT. Het kan dus zo zijn dat, als het belastingvoordeel een belangrijke overweging is bij het opzetten van de transactie of structuur, de PPT van toepassing is, zelfs als er ook andere, niet-fiscale overwegingen zijn.

Jurisprudentie en richtlijnen
De PPT is geïnspireerd door de BEPS (Base Erosion and Profit Shifting)-maatregelen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD). De PPT is een centrale component van de aanbevelingen die zijn gedaan in de BEPS-rapporten, met name in het rapport over Action 6, dat zich richt op het voorkomen van misbruik van belastingverdragen. De OECD heeft richtlijnen gepubliceerd die verder toelichten hoe de PPT moet worden toegepast. De richtlijnen benadrukken dat de focus ligt op het hoofddoel en dat het belastingvoordeel niet noodzakelijkerwijs de enige of zelfs de voornaamste motivatie hoeft te zijn, maar wel de belangrijkste.

Toepassing en impact
Bij de beoordeling van de PPT zullen belastingautoriteiten en rechters kijken naar de feiten en omstandigheden van elke specifieke casus. Het feit dat belastingvoordelen een belangrijke overweging zijn bij de structuur van de transactie, kan betekenen dat de belastingverdragen niet worden toegepast zoals bedoeld, wat leidt tot een herkwalificatie van de transacties.

Conclusie
Het normvereiste bij de toepassing van de Principal Purpose Test (PPT) is relatief ruim en richt zich op de aanwezigheid van belastingvoordeel als een van de hoofddoelstellingen van een transactie of structuur. Dit is gebaseerd op de richtlijnen van de OECD en de aanbevelingen van de BEPS-initiatieven, die de toepassing van de PPT in de context van internationale belastingplanning ondersteunen. Juristen dienen zich bewust te zijn van de breedte van deze norm en de implicaties voor hun cliënten in het kader van belastingplanning en -structurering.

Het antwoord van Claude

Het normvereiste bij de toepassing van de Principal Purpose Test (PPT)
Het normvereiste bij de toepassing van de Principal Purpose Test (PPT) is een cruciaal element in de interpretatie en toepassing van deze antimisbruikbepaling in het internationale belastingrecht. De PPT is geïntroduceerd als onderdeel van Actie 6 van het BEPS-project (Base Erosion and Profit Shifting) van de OESO en is opgenomen in artikel 7(1) van het Multilateraal Instrument (MLI).

De ruimte van het normvereiste bij de PPT kan als relatief breed worden beschouwd, maar er zijn belangrijke nuances en beperkingen. Hieronder volgt een analyse van de reikwijdte van het normvereiste, gebaseerd op relevante bronnen en interpretaties:

Tekst van de PPT
De PPT, zoals geformuleerd in het MLI, stelt dat een verdragsvoordeel niet wordt toegekend als redelijkerwijs kan worden geconcludeerd dat het verkrijgen van dat voordeel een van de voornaamste doelen was van een constructie of transactie.

OESO-commentaar
Het OESO-commentaar op de PPT (2017 Update to the OECD Model Tax Convention) geeft nadere duiding:

  • Er wordt een objectieve analyse vereist van alle relevante feiten en omstandigheden.
  • Het is niet noodzakelijk om de subjectieve intenties van betrokken personen vast te stellen.
  • Het verkrijgen van het verdragsvoordeel hoeft niet het enige of overheersende doel te zijn; het is voldoende als het een van de voornaamste doelen was.

Jurisprudentie en doctrine
Hoewel er nog relatief weinig jurisprudentie is specifiek over de PPT, kan worden gekeken naar vergelijkbare antimisbruikbepalingen:

  • Het Europese Hof van Justitie heeft in zaken als Cadbury Schweppes (C-196/04) en Danish Cases (C-116/16 en C-117/16) criteria ontwikkeld voor het beoordelen van misbruikconstructies, waarbij wordt gekeken naar de economische realiteit en het zakelijke doel van transacties.
  • In de Nederlandse context heeft de Hoge Raad in het Credit Suisse-arrest (HR 21 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:397) een vergelijkbare benadering gehanteerd bij de toepassing van fraus legis.

OESO-richtlijnen
De OESO heeft in haar richtlijnen (bijvoorbeeld in het rapport over Actie 6) benadrukt dat de PPT niet mag worden toegepast op transacties met een reëel zakelijk doel, zelfs als het verkrijgen van een verdragsvoordeel een van de overwegingen was.

Conclusie over de ruimte van het normvereiste

  • Brede toepassing: Het normvereiste is ruim geformuleerd, waardoor belastingautoriteiten een relatief brede discretionaire bevoegdheid hebben bij de toepassing ervan.
  • Objectieve benadering: De focus ligt op een objectieve analyse van feiten en omstandigheden, niet op subjectieve intenties.
  • Meerdere doelen mogelijk: Het verdragsvoordeel hoeft niet het enige of dominante doel te zijn, wat de toepasbaarheid verruimt.
  • Beperking door zakelijk doel: Er is een belangrijke beperking in die zin dat transacties met een reëel zakelijk doel in principe niet onder de PPT zouden moeten vallen.
  • Bewijslast: De bewijslast ligt primair bij de belastingautoriteiten om aan te tonen dat het verkrijgen van het verdragsvoordeel een van de voornaamste doelen was.
  • Rechtsonzekerheid: De brede formulering kan leiden tot enige rechtsonzekerheid voor belastingplichtigen, wat kritiek heeft opgeroepen in de fiscale literatuur.

Samenvattend kan worden gesteld dat het normvereiste bij de PPT relatief ruim is geformuleerd, maar dat deze ruimte wordt begrensd door de vereiste van een objectieve analyse, het belang van reële zakelijke doelen, en de noodzaak om de economische realiteit van transacties in acht te nemen. De precieze reikwijdte zal verder worden uitgekristalliseerd door toekomstige jurisprudentie en praktijkervaringen met de toepassing van de PPT.

Het antwoord van Gemini

Het normvereiste bij de Principal Purpose Test (PPT)

Inleiding
De Principal Purpose Test (PPT) is een belangrijke toets die wordt gebruikt om te bepalen of een bepaalde constructie of regeling in de vennootschapsbelasting tot een belastingvermindering leidt die niet in overeenstemming is met de bedoeling van de wetgever. Het normvereiste speelt hierbij een cruciale rol.

Wat is het normvereiste?
Het normvereiste houdt in dat een belastingconstructie of -regeling alleen tot een belastingvoordeel leidt als dit voordeel ook past binnen de bedoeling van de wetgever. Met andere woorden, de belastingplichtige moet kunnen aantonen dat de gekozen structuur een legitiem commercieel doel dient en niet louter is opgezet om belasting te ontwijken.

Hoe ruim is het normvereiste?
De ruimheid van het normvereiste is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder:

  • De specifieke wetgeving: Elke belastingwet heeft zijn eigen doelstellingen en uitgangspunten. Dit betekent dat het normvereiste in de ene wetgeving strenger kan zijn dan in de andere.
  • De jurisprudentie: De rechterlijke uitspraken bieden belangrijke aanknopingspunten voor de interpretatie van het normvereiste. De rechterlijke praktijk kan in de loop der tijd veranderen, waardoor het normvereiste ook kan worden aangepast.
  • De feiten en omstandigheden van het geval: De concrete situatie van de belastingplichtige is van groot belang. Hoe complexer de constructie, hoe meer bewijs de belastingplichtige moet leveren om aan te tonen dat het normvereiste is voldaan.

Waar is het normvereiste op gebaseerd?
Het normvereiste is gebaseerd op het beginsel van de belastingneutraliteit. Dit houdt in dat gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld en dat belastingconstructies niet mogen leiden tot ongerechtvaardigde verschillen in belastingdruk. Daarnaast is het normvereiste ook gebaseerd op het beginsel van de doelmatigheid van de belastingheffing. De wetgever wil voorkomen dat belastingplichtigen door middel van kunstmatige constructies de bedoeling van de belastingwetgeving omzeilen.

Conclusie
Het normvereiste bij de PPT is een dynamisch begrip dat afhankelijk is van verschillende factoren. Hoewel het normvereiste in de afgelopen jaren steeds strenger is geworden, blijft het een uitdaging voor belastingplichtigen om aan te tonen dat hun constructies in overeenstemming zijn met de bedoeling van de wetgever.

Let op:

  • Dit is een complex juridisch onderwerp. Het is raadzaam om altijd juridisch advies in te winnen als je vragen hebt over de PPT of andere belastingkwesties.
  • De wetgeving en jurisprudentie kunnen veranderen. Het is belangrijk om altijd de meest recente informatie te raadplegen.

Wil je meer
Ik kan je bijvoorbeeld meer vertellen over:

  • De geschiedenis van de PPT;
  • De relatie tussen de PPT en andere antimisbruikbepalingen;
  • De gevolgen van het niet voldoen aan het normvereiste.

Extra korting op cursussen Netlaw voor sociaal advocaten

Sinds een paar jaar kunnen sociaal advocaten meedoen aan door Netlaw Academy georganiseerde cursussen. Zij schuiven dan aan bij advocaten van bij Netlaw aangesloten kantoren. Netlaw maakt deelname nu nóg aantrekkelijker voor sociaal advocaten: Deelname aan de fysieke cursussen kost maar € 50,– ongeacht de Lees meer

25 september | 2024|
Advertentie

 

Ga naar de bovenkant