Huurrecht
De resultaten van september 2024
Waardering ChatGPT 4o – ****
Waardering ChatGPT 4o mini – ***
Waardering Claude – nog niet beoordeeld
Waardering Gemini – nog niet beoordeeld
Casus
Nieuwe casusvraag:
Heeft de verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, op grond van het Nederlandse recht wel aanspraak op de wettelijke rente? Wat is hiervoor de grondslag? Het antwoord is bedoeld voor juristen.
Oude casusvraag:
Heeft de verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, wel aanspraak op de wettelijke rente?
Ons antwoord:
In een arrest van 27 januari 2021, ECLI:EU:C:2021:68 (Dexia) heeft het HvJ EU op deze vraag antwoord gegeven. Dat antwoord luidt:
“Richtlijn 93/13 moet aldus worden uitgelegd dat een verkoper die – in die hoedanigheid – de consument een beding heeft opgelegd dat door de nationale rechter oneerlijk is verklaard en dus is vernietigd, wanneer de overeenkomst zonder dat beding kan voortbestaan, geen aanspraak kan maken op de in een bepaling van aanvullend nationaal recht vastgestelde wettelijke schadevergoeding die zonder dat beding van toepassing zou zijn geweest.”
Kort samengevat kan uit bovengenoemd arrest worden geconcludeerd dat, indien een beding oneerlijk wordt bevonden waardoor geen aanspraak bestaat op nakoming daarvan, (ook) geen aanspraak bestaat op (vervangende) wettelijke schadevergoeding.
Het antwoord van ChatGPT 4o
In het Nederlandse recht kan een verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, niet zonder meer aanspraak maken op de wettelijke rente. Dit is afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval en de vraag of het rentebeding in strijd is met dwingendrechtelijke bepalingen, zoals die voortvloeien uit de Europese richtlijn inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Richtlijn 93/13/EEG) en de implementatie daarvan in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek (BW).
Oneerlijke Bedingen en Wettelijke Rente
Volgens artikel 6:233 sub a BW kan een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar zijn indien het onredelijk bezwarend is voor de wederpartij. Een beding dat een “oneerlijke” rente inhoudt, kan als onredelijk bezwarend worden aangemerkt, zeker als het betrekking heeft op een consument als huurder. Dit is in lijn met de Europese richtlijn, die bepaalt dat een beding “oneerlijk” is als het in strijd is met de goede trouw, waarbij een aanzienlijk onevenwicht tussen de rechten en plichten van partijen ten nadele van de consument ontstaat.
Indien een dergelijk rentebeding door de rechter als onredelijk bezwarend wordt aangemerkt en vervolgens wordt vernietigd, kan de verhuurder geen aanspraak maken op de rente zoals vastgelegd in dat specifieke beding.
Aanspraak op Wettelijke Rente
Als het specifieke rentebeding wordt vernietigd, vervalt de contractuele basis voor rente. Echter, de verhuurder kan nog steeds aanspraak maken op de wettelijke rente op grond van de wet, specifiek artikel 6:119 BW (wettelijke rente bij vertraging in de voldoening van een geldsom) of artikel 6:119a BW (wettelijke rente handelstransacties).
Grondslag voor de Wettelijke Rente
De wettelijke rente kan worden gevorderd als sprake is van een betalingsachterstand bij de huurder, en deze vordering niet gebaseerd is op het vernietigde beding, maar op de algemene wettelijke verplichting om schade te vergoeden bij niet-nakoming van een geldschuld. Het recht op de wettelijke rente vloeit voort uit de wet zelf en niet uit de specifieke, vernietigde contractuele bepaling.
Conclusie
Een verhuurder kan in beginsel geen aanspraak maken op rente die is gebaseerd op een ‘oneerlijk’ rentebeding in de algemene voorwaarden, als dit beding als onredelijk bezwarend wordt aangemerkt en vernietigd. Echter, de verhuurder kan nog steeds aanspraak maken op de wettelijke rente zoals vastgelegd in de artikelen 6:119 BW of 6:119a BW, aangezien deze vordering haar grondslag vindt in de wet en niet in het vernietigde beding.
Het antwoord van ChatGPT 4o mini
In het Nederlandse recht kan een verhuurder die gebruikmaakt van algemene voorwaarden met een ‘oneerlijk’ rentebeding niet zomaar aanspraak maken op de wettelijke rente. Dit hangt samen met de bescherming van consumenten tegen onredelijke voorwaarden in overeenkomsten.
Grondslagen voor de Aanspraak op Wettelijke Rente
- Onaanvaardbare Bepalingen: Artikel 6:236 van het Burgerlijk Wetboek (BW) stelt dat bepaalde bedingen in algemene voorwaarden als onaanvaardbaar worden beschouwd, waaronder bedingen die de positie van de consument onbillijk benadelen. Als het rentebeding als oneerlijk wordt gekwalificeerd, kan het door de rechter worden vernietigd op basis van artikel 3:40 BW, dat stelt dat een rechtshandeling nietig kan zijn als deze in strijd is met de goede zeden of de openbare orde.
- Artikel 6:237 BW: Dit artikel specificeert de onaanvaardbare voorwaarden en noemt expliciet de bepalingen die de consument onevenredig benadelen. Een oneerlijk rentebeding kan onder deze bepalingen vallen, waardoor het nietig is. Dit kan er toe leiden dat de verhuurder geen aanspraak kan maken op de rente die voortvloeit uit dat beding.
- Wettelijke Rente: Artikel 6:119 BW regelt de wettelijke rente. De wettelijke rente is een vorm van schadevergoeding die in bepaalde gevallen automatisch verschuldigd is bij niet-tijdige betaling. Echter, als het rentebeding in de algemene voorwaarden oneerlijk is en niet kan worden ingeroepen, kan de verhuurder zijn aanspraak op wettelijke rente verliezen, omdat er geen rechtsgeldige basis is voor het in rekening brengen van rente.
- Consumentenbescherming: De bescherming van consumenten tegen oneerlijke handelspraktijken is ook verankerd in Europese regelgeving, zoals de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Deze richtlijn heeft geleid tot de implementatie van de bovengenoemde artikelen in het Nederlandse recht en versterkt de rechtspositie van consumenten.
Conclusie
De verhuurder, wiens algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten, kan op grond van het Nederlandse recht geen aanspraak maken op de wettelijke rente als dat beding als onaanvaardbaar wordt beschouwd. De grondslagen hiervoor zijn te vinden in de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek (artikelen 3:40, 6:236 en 6:237 BW), die samen zorgen voor de bescherming van consumenten tegen onredelijke voorwaarden. Het is dus van belang dat verhuurders zich houden aan redelijke en billijke voorwaarden in hun overeenkomsten om aanspraak op rente te kunnen maken.
Het antwoord van Claude
Deze vraag raakt aan het snijvlak van het huurrecht, het overeenkomstenrecht en het Europese consumentenrecht. Voor juristen is het van belang om de interactie tussen deze rechtsgebieden te begrijpen in de context van oneerlijke bedingen en wettelijke rente.
Antwoord: Ja, de verhuurder heeft in principe wel aanspraak op de wettelijke rente, ondanks het feit dat zijn algemene voorwaarden een ‘oneerlijk’ rentebeding bevatten.
Deze conclusie is gebaseerd op de volgende juridische grondslagen en overwegingen:
- Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten: Deze richtlijn, geïmplementeerd in het Nederlandse recht, bepaalt dat oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten niet bindend zijn voor de consument.
- Artikel 6:233 sub a BW: Dit artikel bepaalt dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is indien het, gelet op de aard en overige inhoud van de overeenkomst, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij.
- Artikel 3:40 lid 2 BW: Strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de rechtshandeling, voor zover niet uit de strekking van de bepaling anders voortvloeit.
- Wettelijke rente: Artikel 6:119 BW voorziet in een recht op wettelijke rente bij vertraging in de voldoening van een geldsom.
- Jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU: In het arrest Banco Español de Crédito (HvJ EU 14 juni 2012, C-618/10) oordeelde het Hof dat nationale rechters oneerlijke bedingen buiten toepassing moeten laten zonder deze te mogen matigen.
- Nederlandse jurisprudentie: De Hoge Raad heeft in het arrest van 13 september 2013 (ECLI:NL:HR:2013:691) bevestigd dat een oneerlijk beding in zijn geheel moet worden vernietigd, zonder dat de rechter het mag aanvullen of matigen.
Grondslag voor aanspraak op wettelijke rente:
- Vernietiging van het oneerlijke beding: Wanneer het ‘oneerlijke’ rentebeding wordt vernietigd op grond van artikel 6:233 sub a BW, ontstaat er een leemte in de overeenkomst met betrekking tot de verschuldigde rente bij te late betaling.
- Aanvullende werking van de wet: Deze leemte wordt opgevuld door de wettelijke bepalingen, in dit geval artikel 6:119 BW, dat voorziet in een recht op wettelijke rente bij vertraging in de voldoening van een geldsom.
- Principe van effectieve rechtsbescherming: Het Europese Hof van Justitie heeft in diverse arresten (zoals Kásler, C-26/13) benadrukt dat het wegvallen van een oneerlijk beding niet mag leiden tot een situatie die nadeliger is voor de consument dan wanneer het beding zou worden gehandhaafd.
- Redelijkheid en billijkheid: De artikelen 6:2 en 6:248 BW kunnen een aanvullende rol spelen bij het bepalen van de rechtsgevolgen van de vernietiging van het oneerlijke beding.
Conclusie: Hoewel het ‘oneerlijke’ rentebeding in de algemene voorwaarden van de verhuurder niet afdwingbaar is, betekent dit niet dat de verhuurder geen enkel recht heeft op rente bij te late betaling. De grondslag voor de aanspraak op wettelijke rente vloeit voort uit de wet zelf (art. 6:119 BW), die de ontstane leemte in de overeenkomst opvult na vernietiging van het oneerlijke beding.
Belangrijke overwegingen voor juristen:
- Beoordeling van het rentebeding: Er moet zorgvuldig worden geanalyseerd of het rentebeding daadwerkelijk als ‘oneerlijk’ kan worden aangemerkt in de zin van Richtlijn 93/13/EEG en artikel 6:233 sub a BW.
- Gevolgen van vernietiging: De vernietiging van het oneerlijke beding leidt tot het volledig wegvallen ervan, zonder mogelijkheid tot matiging door de rechter.
- Aanvullende werking van de wet: De wettelijke bepalingen, in het bijzonder artikel 6:119 BW, treden in de plaats van het vernietigde beding.
- Consumentenbescherming: Er moet worden gewaakt voor een uitkomst die nadeliger is voor de consument dan de situatie waarin het oneerlijke beding zou zijn gehandhaafd.
- Mogelijke variaties: Afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval en de precieze formulering van het rentebeding kunnen er nuances optreden in de toepassing van bovenstaande principes.
Deze benadering vereist een grondige kennis van zowel het nationale verbintenissenrecht als het Europese consumentenrecht, en een zorgvuldige afweging van de belangen van beide partijen in het licht van de relevante wetgeving en jurisprudentie.
Het antwoord van Gemini
Oneerlijke rentebedingen en de wettelijke rente: een juridische analyse
Het korte antwoord is: nee, in het algemeen heeft de verhuurder in deze situatie geen recht op de wettelijke rente.
Waarom niet?
De grondslag hiervoor ligt in de bescherming die de wet biedt aan consumenten tegen oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden. Wanneer een rechter een beding in algemene voorwaarden oneerlijk verklaart, wordt dit beding vernietigd. Het is alsof het beding nooit heeft bestaan.
Als het om een rentebeding gaat, betekent dit dat de overeengekomen rente niet meer geldt. Maar daarmee houdt het niet op. De vraag is dan: wat vervangt deze vernietigde rente? Het antwoord hierop is dat er in principe geen andere rente in de plaats komt. Dit betekent dus ook niet de wettelijke rente.
Waarom geen wettelijke rente?
De redenering hierachter is als volgt:
- Vernietiging van het beding: Een vernietigd beding wordt geacht nooit te hebben bestaan.
- Geen aanvulling: De wet voorziet niet in een aanvulling van het vernietigde beding met de wettelijke rente.
- Bescherming van de consument: Het toestaan van de wettelijke rente zou de bescherming van de consument tegen oneerlijke bedingen ondermijnen.
Uitzonderingen zijn mogelijk
Hoewel de hoofdregel is dat er geen recht is op de wettelijke rente, zijn er wel uitzonderingen denkbaar. Deze uitzonderingen hangen af van de specifieke omstandigheden van het geval en kunnen bijvoorbeeld gebaseerd zijn op andere wettelijke bepalingen of op de eisen van redelijkheid en billijkheid.
Conclusie
Het is dus belangrijk om te benadrukken dat de uitkomst van een geschil over een oneerlijk rentebeding altijd afhankelijk is van de concrete omstandigheden van het geval. Het is aan te raden om in geval van twijfel juridisch advies in te winnen.
Kernpunten:
- Oneerlijk rentebeding: Wordt vernietigd.
- Geen aanvulling met wettelijke rente: In principe geen recht op wettelijke rente.
- Uitzonderingen mogelijk: Afhankelijk van de omstandigheden.
Let op: Dit is een algemene toelichting en geen juridisch advies. Voor een concreet advies in een specifieke situatie is het raadzaam om een jurist te raadplegen.
Wil je meer weten over een specifiek aspect van dit onderwerp?
Ik kan je bijvoorbeeld meer vertellen over:
- De criteria voor een oneerlijk beding
- De gevolgen van vernietiging van een beding
- De mogelijkheden om een geschil over een oneerlijk beding op te lossen
Keywords: oneerlijk rentebeding, wettelijke rente, algemene voorwaarden, consumentenbescherming, vernietiging
Rechtsorde ondersteunt sociale advocatuur
In samenwerking met de Praktizijns-Sociëteit ondersteunt Rechtsorde de sociale advocatuur. Gezamenlijk maken we het mogelijk voor sociaal advocaten om tegen gunstige en daarmee haalbare voorwaarden toegang te krijgen tot Rechtsorde met daarin onder andere de collectie van de Praktizijnsbibliotheek en een hoop andere voordelen. Door de samenwerking met de Lees meer
Advertentie