Bestuursrecht

De resultaten van september 2024

Waardering ChatGPT 4o – ****

Waardering ChatGPT 4o mini – ***

Waardering Claude – nog niet beoordeeld

Waardering Gemini – nog niet beoordeeld

Casus

Nieuwe casusvraag:
Hoe specifiek mag de Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur? Wat is de grondslag hiervoor? Het antwoord is bedoeld voor een jurist.

Oude casusvraag:
Hoe specifiek mag de bestuursrechter in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur?

Ons antwoord:
Prof. mr. A.C. Hendriks heeft onderzoek gedaan (NTB 2022/304) naar in hoeverre de bestuursrechter in tussenuitspraken specifieke aanwijzingen geeft aan een arts-adviseur van het bestuur, meer in het bijzonder van het UWV.
Geconstateerd is dat de wetsgeschiedenis over de aanwijzingsbevoegdheid in art. 8:80a lid 2 Awb beperkt is. Er lijkt op basis van de parlementaire geschiedenis en jurisprudentie aarzeling te bestaan om deze bevoegdheid ruim uit te leggen.
Uit de door Hendriks bestudeerde uitspraken volgt dat de bestuursrechter steeds specifiekere aanwijzingen formuleert richting het UWV om zo nodig een nieuw medisch onderzoek te verrichten. Dat gebeurt in het bijzonder de afgelopen jaren, waarbij deze aanwijzingen ook instructies bevatten voor de (verzekerings)artsen van het UWV.
Los van de vraag dat we ons kunnen afvragen of het aan de bestuursrechter is om aldus op de stoel van het bestuur te gaan zitten, miskent de bestuursrechter volgens Hendriks met deze specifieke aanwijzingen de professionele autonomie en tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van (verzekerings)artsen. Sterker, de bestuursrechter gaat aldus op de stoel zitten van de arts. Hendriks geeft aan dat dit niet de bedoeling is geweest van de bevoegdheid om aanwijzingen te geven.
Les uit dit alles is dat de bestuursrechter bij het geven van aanwijzingen op grond van art. 8:80a Awb zijn eigen bevoegdheden en beperkingen moet onderkennen. Aanwijzingen zijn er om te komen tot finale geschilbeslechting. Dit mooie doel rechtvaardigt niet dat de bestuursrechter via specifieke inhoudelijke aanwijzingen zich taken toe-eigent die niet aan hem zijn.

Het antwoord van ChatGPT 4o

De Nederlandse bestuursrechter heeft de bevoegdheid om in tussenuitspraken aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur van het bestuur. Deze bevoegdheid, gebaseerd op het procesrecht, stelt de rechter in staat om gebreken in de besluitvorming van het bestuur te herstellen en zo nodig aanvullende onderzoeken te laten verrichten. De specificiteit waarmee de rechter deze aanwijzingen kan geven, kent echter enkele belangrijke grenzen.

1. Wettelijke Grondslag en Rechtspraktijk
Artikel 8:51a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt de bestuursrechter de mogelijkheid om een tussenuitspraak te doen wanneer hij vaststelt dat er een herstelbaar gebrek is in het bestreden besluit. In deze tussenuitspraak kan de rechter aanwijzingen geven over de wijze waarop het bestuursorgaan dit gebrek kan herstellen.

Artikel 8:51b Awb bepaalt dat het bestuursorgaan vervolgens binnen een door de rechter gestelde termijn een nieuw besluit neemt of het gebrek anderszins herstelt. Onderdeel van dit herstelproces kan zijn dat de rechter aanwijzingen geeft over hoe een arts-adviseur van het bestuur een medisch onderzoek moet uitvoeren of welke aspecten daarbij bijzondere aandacht verdienen.

2. Grenzen aan de Specificiteit van Aanwijzingen
De specificiteit van de aanwijzingen die de bestuursrechter kan geven, wordt begrensd door het beginsel van de formele rechtskracht van bestuursbesluiten en de scheiding der machten. Dit houdt in dat de rechter niet te gedetailleerde aanwijzingen mag geven die de inhoudelijke beoordeling van de arts-adviseur zouden voorschrijven. De rechter kan richtinggevende, maar geen bindende, inhoudelijke beslissingen nemen over de medische beoordeling zelf.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) heeft in meerdere uitspraken benadrukt dat de rechter binnen de kaders van artikel 8:51a en 8:51b Awb aanwijzingen kan geven over de procedure, maar zich niet mag mengen in de inhoudelijke oordeelsvorming van het bestuursorgaan. De rechter kan bijvoorbeeld aangeven welke aspecten in het medisch onderzoek betrokken moeten worden, maar mag niet zelf vaststellen wat het medische oordeel moet zijn (bijv. ABRvS 21 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:899).

3. Praktische Toepassing: Wat Mag de Bestuursrechter Wel en Niet?
De rechter kan bijvoorbeeld aangeven dat de arts-adviseur:

  • Een aanvullend medisch onderzoek moet verrichten of bepaalde medische gegevens nader moet toelichten;
  • Bepaalde medische aspecten of diagnoses in het onderzoek moet betrekken die in het oorspronkelijke besluit onvoldoende zijn meegewogen;
  • Moet nagaan of bepaalde klachten of beperkingen op een andere wijze onderbouwd kunnen worden.

De rechter mag echter niet zelf conclusies trekken over de medische situatie of bepalen welke medische conclusies de arts-adviseur moet trekken. Zo kan de rechter niet voorschrijven dat de arts-adviseur tot een specifieke mate van arbeidsongeschiktheid concludeert of een bepaalde diagnose stelt.

4. Doel en Functie van de Aanwijzingen
Het doel van deze aanwijzingen is om het bestuursorgaan in staat te stellen het besluit zodanig aan te passen dat het aan de wettelijke eisen voldoet en verdere procedures te vermijden. Dit sluit aan bij het Nederlandse bestuursprocesrecht, dat streeft naar effectieve rechtsbescherming en finaliteit van geschillen. De tussenuitspraak is hierbij een instrument om het geschil in één keer goed op te lossen, zonder onnodige vertraging.

Conclusie
De Nederlandse bestuursrechter kan in een tussenuitspraak aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar moet daarbij een balans vinden tussen specificiteit en respect voor de autonomie van het bestuursorgaan en diens deskundigen. De wettelijke grondslag voor deze aanwijzingen ligt in artikel 8:51a Awb, met inachtneming van de beperkingen zoals die voortvloeien uit de beginselen van bestuursrechtelijke rechtsbescherming en de scheiding der machten.

Het antwoord van ChatGPT 4o mini

De Nederlandse bestuursrechter kan in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar de specificiteit van deze aanwijzingen moet binnen de grenzen van de rechterlijke controle en de regels van het bestuursrecht blijven. Hier is hoe en waarom dit werkt:

1. Rol en Bevoegdheden van de Bestuursrechter
De Nederlandse bestuursrechter heeft als taak om de rechtmatigheid van bestuursbesluiten te toetsen. Dit omvat het beoordelen van de besluitvorming en het advies dat aan het besluit ten grondslag ligt, inclusief medische adviezen van arts-adviseurs. De bestuursrechter kan aanwijzingen geven aan een arts-adviseur als deze aanwijzingen noodzakelijk zijn om de rechter in staat te stellen een goed oordeel te vellen over de rechtmatigheid van het bestuursbesluit.

2. Specificiteit van Aanwijzingen

  • Beperkingen aan Specifieke Aanwijzingen: De bestuursrechter mag geen bindende of gedetailleerde instructies geven over hoe een arts-adviseur zijn of haar advies moet formuleren. De rechter kan echter wel richting geven over de aspecten die in het advies moeten worden belicht of verduidelijkt, mits deze richting betrekking heeft op de beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit.
  • Voorbeeld van Aanwijzingen: De rechter kan bijvoorbeeld verzoeken om een nadere toelichting op specifieke medische bevindingen of om aanvullende informatie te verstrekken die relevant is voor de beoordeling van het bestuursbesluit. Dit gebeurt meestal in de vorm van verzoeken om aanvullende rapportages of verduidelijkingen die helpen om de feitelijke basis van het besluit beter te begrijpen.

3. Grondslag voor Aanwijzingen
De grondslag voor de mogelijkheid van een bestuursrechter om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur vindt zijn basis in:

  • Artikel 8:45 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb): Dit artikel stelt dat een bestuursrechter een deskundige kan benoemen en kan verzoeken om aanvullende informatie indien nodig voor de beoordeling van de zaak. Dit betekent dat de rechter in het kader van zijn taak om de rechtmatigheid te toetsen, aanwijzingen kan geven aan een deskundige (zoals een arts-adviseur) om de noodzakelijke informatie te verkrijgen.
  • Artikel 8:50 van de Awb: Dit artikel biedt de rechter de bevoegdheid om het bestuursorgaan te bevelen nadere gegevens te verstrekken, wat kan impliceren dat het bestuursorgaan zelf deskundigen moet inschakelen om de benodigde informatie te leveren.
  • De Beginselen van Zorgvuldigheid en Motivering: De bestuursrechter moet ervoor zorgen dat het bestuursorgaan handelt conform de beginselen van zorgvuldigheid en motivering. Dit kan betekenen dat de rechter richting geeft aan de arts-adviseur om te zorgen voor een volledig en adequaat advies dat deugdelijk is gemotiveerd, zodat de rechtmatigheid van het bestuursbesluit goed kan worden getoetst.

Het antwoord van Claude

De vraag naar de specifieke aanwijzingen die de Nederlandse bestuursrechter in tussenuitspraken mag geven aan een arts-adviseur van het bestuur is een complexe kwestie die raakt aan verschillende aspecten van het bestuursrecht en de rol van de rechter. Het antwoord hierop is gebaseerd op wettelijke grondslagen, jurisprudentie en bestuursrechtelijke principes.

1. Wettelijke grondslag:
De primaire wettelijke grondslag voor het geven van aanwijzingen door de bestuursrechter is artikel 8:51a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt:
“De bestuursrechter kan het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen.”
Deze bepaling maakt deel uit van de ‘bestuurlijke lus’, een instrument dat de rechter in staat stelt om tussentijds sturing te geven aan het herstel van gebreken in besluiten.

2. Reikwijdte van de aanwijzingen:
De mate waarin de bestuursrechter specifieke aanwijzingen mag geven aan een arts-adviseur wordt begrensd door enkele belangrijke principes:
a) Trias politica: De rechter moet terughoudend zijn in het treden in de bevoegdheden van het bestuur. Het geven van zeer specifieke aanwijzingen kan gezien worden als een inbreuk op de bestuurlijke discretie.
b) Deskundigheid: De rechter is doorgaans geen medisch expert en moet daarom voorzichtig zijn met het geven van inhoudelijke medische aanwijzingen.
c) Onpartijdigheid: Te specifieke aanwijzingen kunnen de schijn van partijdigheid wekken.

3. Jurisprudentie:
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich in verschillende uitspraken uitgelaten over de reikwijdte van rechterlijke aanwijzingen. Een belangrijk arrest in dit verband is: ECLI:NL:RVS:2017:3279 (29 november 2017)
Hierin oordeelde de Afdeling dat de rechtbank te ver was gegaan door in detail voor te schrijven hoe een nieuw medisch onderzoek moest worden uitgevoerd. De Afdeling stelde dat de rechtbank zich had moeten beperken tot het constateren van de gebreken in het bestreden besluit.

4. Praktische invulling:
Gegeven deze kaders, mag de bestuursrechter in tussenuitspraken doorgaans wel:

  • Aangeven welke aspecten van het medisch advies onvoldoende zijn onderbouwd of gemotiveerd.
  • Wijzen op procedurele gebreken in de totstandkoming van het medisch advies.
  • Vragen om verduidelijking of aanvulling van specifieke punten in het medisch advies.
  • Aanwijzingen geven over de te volgen procedure bij het opstellen van een nieuw medisch advies.

De rechter mag echter niet:

  • Voorschrijven welke medische conclusies getrokken moeten worden.
  • Gedetailleerde instructies geven over de uitvoering van medisch onderzoek.
  • De arts-adviseur verplichten om specifieke medische literatuur of richtlijnen te volgen.

5. Motiveringsplicht:
Bij het geven van aanwijzingen heeft de bestuursrechter een uitgebreide motiveringsplicht. De rechter moet duidelijk aangeven waarom bepaalde aspecten van het medisch advies onvoldoende zijn en wat er nodig is om tot een deugdelijke besluitvorming te komen.

Conclusie:
De bestuursrechter mag in tussenuitspraken aanwijzingen geven aan een arts-adviseur van het bestuur, maar deze moeten zich primair richten op het herstellen van juridische gebreken in de besluitvorming. De rechter moet terughoudend zijn met het geven van inhoudelijke medische aanwijzingen en mag niet treden in de expertise van de arts-adviseur of de beleidsvrijheid van het bestuursorgaan.
De grondslag hiervoor ligt in artikel 8:51a Awb, maar de precieze invulling wordt bepaald door jurisprudentie en algemene bestuursrechtelijke principes. Het evenwicht tussen effectieve rechtsbescherming en respect voor de trias politica staat hierbij centraal.

Voor juristen is het van belang om bij het beoordelen van tussenuitspraken kritisch te kijken naar de aard en specificiteit van de gegeven aanwijzingen, en deze te toetsen aan de meest recente jurisprudentie op dit gebied.

Het antwoord van Gemini

De bevoegdheid van de bestuursrechter om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur

Inleiding
De vraag naar de specifieke bevoegdheid van de Nederlandse bestuursrechter om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur van het bestuur is een interessante en complex. Het raakt aan de grenzen van de rechterlijke macht, de rol van de arts-adviseur en de noodzaak tot zorgvuldige besluitvorming door bestuursorganen.

De algemene regel: terughoudendheid
Uitgangspunt is dat de bestuursrechter in beginsel terughoudend moet zijn in het geven van concrete aanwijzingen aan een arts-adviseur. Dit heeft meerdere redenen:

  • Scheiding der machten: De rechterlijke macht moet zich onthouden van het treden in de beoordelingsvrijheid van het bestuur. Het is aan het bestuur om de juiste deskundigen te raadplegen en op basis daarvan een weloverwogen besluit te nemen.
  • Deskundigheid: De arts-adviseur beschikt over specifieke medische kennis die de rechter doorgaans ontbeert. Het is dan ook aan de arts-adviseur om een medische beoordeling te geven.
  • Proceseconomie: Te gedetailleerde aanwijzingen kunnen leiden tot een langdurig proces en kunnen de besluitvorming door het bestuur zelfs vertragen.

Uitzonderingen op de regel
Hoewel de rechter in beginsel terughoudend moet zijn, zijn er situaties denkbaar waarin de rechter wel degelijk aanwijzingen kan geven. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer:

  • Het medisch advies onvoldoende gemotiveerd is: Als het medisch advies niet duidelijk maakt op welke medische gegevens en inzichten het is gebaseerd, kan de rechter vragen om nadere toelichting.
  • Het medisch advies in tegenspraak is met andere stukken in het dossier: Als het medisch advies in tegenspraak is met andere medische informatie of met de algemene stand van de wetenschap, kan de rechter dit punt aan de orde stellen.
  • Het medisch advies niet voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid: Als het medisch advies onzorgvuldig is tot stand gekomen, bijvoorbeeld omdat er geen rekening is gehouden met relevante informatie, kan de rechter dit aan de orde stellen.

De grondslag hiervoor
De bevoegdheid van de rechter om in deze gevallen aanwijzingen te geven, vindt zijn grondslag in de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Zo is het bestuur verplicht om zorgvuldig te beslissen en daarbij alle relevante feiten en omstandigheden in overweging te nemen. Als het medisch advies een onmisbare schakel vormt in de besluitvorming, moet dit advies ook aan bepaalde eisen voldoen.

Hoe specifiek mogen de aanwijzingen zijn?
De mate van specificiteit van de aanwijzingen die de rechter kan geven, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. In het algemeen geldt dat de rechter zo specifiek moet zijn als nodig is om het bestuur in staat te stellen om een weloverwogen besluit te nemen, maar niet zo specifiek dat hij daarmee in de beoordelingsvrijheid van het bestuur treedt.

Conclusie
De bevoegdheid van de bestuursrechter om aanwijzingen te geven aan een arts-adviseur is een delicate kwestie. De rechter moet hierbij een afweging maken tussen enerzijds de noodzaak om te zorgen voor een zorgvuldige besluitvorming en anderzijds de behoefte om de beoordelingsvrijheid van het bestuur te respecteren.

Let op: Dit antwoord is een algemene toelichting en geen juridisch advies. Voor een concreet advies in een specifieke situatie is het raadzaam om een jurist te raadplegen.

Wilt u meer weten over een specifiek aspect van dit onderwerp?
Ik kan u bijvoorbeeld meer vertellen over:

  • De jurisprudentie over dit onderwerp
  • De rol van de medisch adviseur in het bestuursrechtelijk besluitvormingsproces
  • De gevolgen van een onzorgvuldig medisch advies
  • De mogelijkheden voor beroep tegen een besluit dat is gebaseerd op een onjuist medisch advies

Aanvullende opmerking voor juristen:
Het is van belang om bij de beoordeling van de specifieke situatie altijd de relevante wetsartikelen en jurisprudentie te raadplegen, zoals de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep.

Keywords: bestuursrechter, arts-adviseur, aanwijzingen, medisch advies, zorgvuldigheidsbeginsel, scheiding der machten.

Rechtsorde ondersteunt sociale advocatuur

In samenwerking met de Praktizijns-Sociëteit ondersteunt Rechtsorde de sociale advocatuur. Gezamenlijk maken we het mogelijk voor sociaal advocaten om tegen gunstige en daarmee haalbare voorwaarden toegang te krijgen tot Rechtsorde met daarin onder andere de collectie van de Praktizijnsbibliotheek en een hoop andere voordelen. Door de samenwerking met de Lees meer

20 februari | 2023|
Advertentie

 

Ga naar de bovenkant