De Wet betaalbare huur is op 1 juli 2024 in werking getreden en heeft aanzienlijke gevolgen voor zowel huurders als verhuurders. De wet introduceert naast het bestaande ‘lage’ segment een nieuw woonruimtesegment, waarin de huurprijzen ook wettelijk zijn gereguleerd: het middensegment. De mogelijkheden voor de huurder om de huurprijs te verlagen zijn verruimd. Het woningwaarderingsstelsel (WWS) voor zelfstandige woonruimte is gewijzigd en het WWS voor onzelfstandige woonruimte is volledig herzien. De definitie van zelfstandige woonruimte is voor wat betreft het huurprijzenrecht gewijzigd, waardoor vaker het WWS voor onzelfstandige woonruimte van toepassing is, wat gevolgen kan hebben voor woningdeelsituaties.

Vanaf 1 januari 2025 zijn verhuurders verplicht om bij het huurcontract een WWS-puntentelling toe te voegen. En krijgen gemeenten de bevoegdheid om te handhaven, onder meer als verhuurders te veel huur vragen.

De verwachting is dat de Wet betaalbare huur zal leiden tot een toename van geschillen tussen huurders en verhuurders en verhuurders en gemeenten over onder meer huurprijzen en servicekosten. Huurders zullen zich meer bewust zijn van hun rechten en eerder geneigd zijn om juridische stappen te ondernemen. De mogelijkheid om naar de huurcommissie te stappen blijft voor hen openstaan.

De Wet betaalbare huur kent overgangsrecht, die ook effect kan hebben op reeds gesloten huurovereenkomsten.

Het is van groot belang om snel op de hoogte te zijn van deze wet en de gevolgen ervan voor jouw praktijk. Deze cursus behandelt alle bovengenoemde aspecten.

Aanmelden:
Let op. Gebruik code ‘KASOSR’ voor 50% korting. Aanmelden via deze link